Het Leidmotief van het boek is vrijheid. Want dát, meer dan economische voorspoed, is wat het socialisme volgens Ypi beloofde -gelijke vrijheid van, door en voor allen.  

Als kind voelt Lea zich zo vrij als een vogeltje. Haar lerares Nora is een overtuigde socialist. Lea is goed op school, doet mee aan discussieavonden, volgt schaak- en dansles na schooltijd en weet niet beter dan dat ze in een vrij, voorbeeldig en vooruitstrevend land woont.  

Alleen haar ouders en grootmoeder, die gedragen zich soms raar. Ze zijn duidelijk niet zo enthousiast over het regime als Lea en Nora. Langzaam maar zeker wordt Lea zich bewust van de politieke spanningen in het land en dringt de portee tot haar door van wat haar familie in hun geheimtaal voor haar verborgen hield: nieuws over verwanten of kennissen die waren opgepakt, zonder enig proces in gevangenissen verdwenen of op raadselachtige wijze waren omgekomen.    

Tijdens haar eindexamenjaar op de middelbare school breken overal in Albanië rellen en opstanden uit. Wekenlang hoort Lea de kogels om haar huis fluiten. Duizenden Albanezen proberen het land uit te vluchten. Nadat de socialistische regering verjaagd is, hoort Lea juichende verhalen over hoe Albanië nu voor het eerst echt een vrij land is geworden. Burgers die niet vertrokken zijn en wat spaargeld overhebben slaan op de vrije markt aan het speculeren. Met het gevolg dat duizenden families in armoe vervallen.   

Lea’s moeder ontpopt zich als een neoliberaal avant la lettre en voelt zich in haar element: eindelijk van de staat verlost, eindelijk ruimte voor particulier initiatief en eigen verantwoordelijkheid, eindelijk een leven waarin niemand je vertelt wat je moet doen. Ook al trekt haar moeder in het begin elk half jaar naar Italië om daar als huishoudster het familie-inkomen aan te vullen, van haar geen klachten.   

Haar vader, daarentegen, blijft ondanks het socialistische debacle linkse sympathieën koesteren. Hij gaat de politiek in, wordt enige tijd later CEO van een groot havenbedrijf en moet tot zijn afgrijzen honderden Roma hun congé geven.  

Cover van Free, Coming of Age at the End of History

Prachtig, die markt en de eigen verantwoordelijkheid.  Maar wat als dat betekent dat je vader honderden mensen moet ontslaan, omdat ze buiten hun schuld om op de vrije markt overbodig zijn geworden? Wat als blijkt dat in een liberale democratie de vrijheid van de ene groep regelmatig ten koste van de vrijheid van andere gaat? Wat als de ongelijkheid onstuitbaar toeneemt? En wat als maatschappelijke solidariteit bij de ophemeling van ieders individuele vrijheidsproject vaak ver te zoeken is?  

Als één ding uit Ypi’s boek duidelijk wordt dan is het wel hoe hovaardig het geloof van al die westerse raadgevers was, dat ze Albanezen en de voormalige bewoners van het Oostblok naar de best mogelijke van alle werelden begeleidden. Ja, het reëel bestaande socialisme is op een debacle uitgelopen, maar dat vormt geen reden te geloven dat het alternatief daarop, de Westerse (neo)liberale samenleving, het eindstadium van de geschiedenis vormt. Integendeel, we leven juist in een tijd waarin het streven naar individuele vrijheid zich tegen de gemeenschap keert en de collectieve voorwaarden voor onze vrijheid dreigt te ondermijnen.       

Niet voor niets draagt Lea haar boek op aan haar grootmoeder Nini. Wat Lea imponeerde was hoe haar grootmoeder onder alle omstandigheden haar waardigheid behield. Ze liet zich nooit haar morele verantwoordelijkheid afnemen voor wat ze deed of naliet.  Haar vrijheid was haar waardigheid. Die twee waren voor haar onlosmakelijk verbonden. 

Van Nini leerde Lea hoe belangrijk de uitspraak van Marx is dat mensen te allen tijde hun geschiedenis maken, ook al is dat onder condities waar ze niet zelf voor gekozen hebben. Om die te veranderen en te verbeteren hebben we volgens Ypi stof voor nieuwe ideeën en dromen nodig. Haar boek lezend besef je: we staan niet aan het eind van de geschiedenis maar aan het begin.

Free. Coming of Age at the End of History Lea Ypi. Allen Lane, 2021.