Het Chinabeleid gaat niet meer alleen over het aankaarten van mensenrechtenschendingen in China zelf, maar vooral ook over het feit dat in het Westen onze waarden ernstig onder druk zijn komen te staan door het faciliteren van Chinese economische en politieke expansie. De Chinese regering ziet namelijk niet alleen dat de mensenrechtenschendingen in eigen land geen serieuze consequenties hebben, maar voelt zich ook in haar buitenlandse politiek gesterkt door de overtuiging dat de westerse politieke elite niet bereid is op te komen voor haar eigen waarden. Een zelfverzekerd China is daardoor de laatste jaren wél steeds meer haar eigen normen en waarden gaan promoten in haar buitenlandbeleid, en laat daarmee zien de fundamenten van de internationale orde niet te onderschrijven.

Vreedzame evolutie

Het idee was jarenlang dat door China te integreren in de wereldeconomie het land zich zou binden aan de internationale orde, en dat er vanzelf een 'vreedzame evolutie' zou plaats vinden waarin de liberale waarden van deze orde langzaam in China wortel zouden schieten. Dit is een illusie gebleken, en Nederland en de EU kampen nu met een groot handelstekort met China. Door deze groeiende economische afhankelijkheid is in Europa een gemakzuchtig beleid ontstaan gericht op het beschermen van handelsbelangen, waarin weinig eisen gesteld worden op het gebied van mensenrechten. Zo koos de EU er structureel voor om weinig nadruk te leggen op de eigen waarden in de diplomatieke relatie met China, ondanks dat ze hiertoe verplicht is volgens Artikel 2.1 in het Verdrag van Lissabon. Onder de EU regeringsleiders stimuleerde vooral Angela Merkel het negeren van waarden en mensenrechten ter bevordering van de handel, met als voorbeeld het doordrukken van de EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI).

“ China ontwikkelt zich steeds meer tot een totalitaire staat ”

Ook Nederland zat grotendeels op deze lijn. In april 2018, toen berichten over bijvoorbeeld de massale internering in heropvoedingskampen van de Oeigoerse minderheid al bekend waren, was premier Rutte als een van de weinige westerse regeringsleiders te gast op het Boao Forum (de Chinese tegenhanger van Davos) om te benadrukken dat Nederland openstond voor immer meer economische banden met China. Of zie alleen al het laconieke wegwuiven door Sigrid Kaag, toen minister van Buitenlandse Handel, van sancties tegen bedrijven die gebruik maken van Oeigoerse dwangarbeid in december 2020, in een reactie op een breed gesteunde GroenLinks-motie hierover in de Tweede Kamer.

hand stokjes Europese Unie China handelsbeleid
Illustratie: Farhadart.nl

China ontwikkelt zich steeds meer tot een totalitaire staat, en door haar verwevenheid met de wereldeconomie heeft dit ook direct gevolgen voor de positie van liberale waarden in de internationale arena. Het feit dat veel westerse regeringsleiders nalaten deze waarden te verdedigen, is weliswaar deels te verklaren door ons handelstekort met China, maar komt ook voort uit een onderschatting van wat er op het spel staat. We lijken niet goed te begrijpen dat China een fundamenteel andere visie heeft op de huidige internationale orde, en vooral op de normatieve waarden van deze orde.

Culturele veiligheid

Om ideeën binnen de Chinese Communistische Partij (CCP) over de huidige en toekomstige internationale orde beter te begrijpen moeten we kijken naar het begrip 'culturele veiligheid'. Dit idee staat centraal in het denken van partijideoloog Wang Huning, die grote invloed uitoefent op de visie en ideologie van President Xi Jinping. In tegenstelling tot meer conventionele interpretaties van nationale veiligheid gaat het hier over bescherming tegen staatsondermijnende ideeën. De normatieve waarden die centraal staan in de liberale orde, zoals democratisering, het bevorderen van de rechtsstaat, vrije pers en mensenrechten, worden namelijk als een existentieel gevaar gezien voor de fundamenten van het regime. Deze waarden moeten ideologisch onschadelijk gemaakt worden binnen China zelf, door er een eigen discours tegenover te zetten over hoe het Westen met deze waarden China probeert te ondermijnen, en dat alleen de CCP bescherming, stabiliteit, en verdere economische groei kan bieden.

“ China ziet zich verwikkeld in een ideologische strijd over wie de geglobaliseerde orde van de toekomst gaat vormgeven ”

De noodzaak van 'culturele veiligheid' manifesteert zich echter niet alleen in de binnenlandse politiek. De CCP zal ook in de toekomst kwetsbaar blijven voor de 'vreedzame evolutie' die de liberale orde nastreeft, vanwege China’s verwevenheid met de wereldeconomie en afhankelijkheid van verdere globalisering voor het waarborgen van haar economische groei. Om zowel de binnenlandse als de internationale positie van de CCP veilig te stellen is het daarom noodzakelijk de eigen visie en normen op te leggen aan de internationale orde. China ziet zich dus verwikkeld in een ideologische strijd over wie de geglobaliseerde orde van de toekomst gaat vormgeven, en haar doel is een orde ontdaan van de liberale normen die zij ziet als een bedreiging.

Huayuquan

Centraal hierin staat het Chinese idee van huayuquan; wat zoiets betekent als 'spreekrecht' of 'spreekmacht', en vaak in het Engels wordt vertaald als discourse power. Dat wil zeggen de vergroting van de Chinese stem in de internationale arena en het inzetten van haar economische macht om de normen en waarden van de toekomstige orde te (her)definiëren. Dit volgens een visie in lijn met de belangen van opkomende autoritaire staten, die de ruimte moeten hebben economische groei en stabiliteit na te streven zonder bijkomende gevaren van politieke liberalisering te hoeven vrezen.

China doet dit onder andere door haar macht te vergroten in internationale instituties, zoals binnen gespecialiseerde organisaties van de VN, waarin liberale normen structureel worden ondermijnd en langzaam omgevormd. Een notoir voorbeeld is hoe China de werking van de VN-Mensenrechtenraad beïnvloedt met een strategie die als doel heeft het hele concept van universele mensenrechten te vervangen. Ook probeert China invloed uit te oefenen op de  Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN. Namelijk door deze ondergeschikt te maken aan de belangen van haar eigen ambitieuze globale ontwikkelingsstrategie, de Nieuwe Zijderoute, met bijvoorbeeld minder nadruk op transparantie en milieuvraagstukken.

Deze ideologische kanteling binnen internationale instituties wordt gesteund door landen binnen China’s nieuwe invloedssfeer; vaak ontwikkelingslanden die aangesloten zijn bij de Nieuwe Zijderoute en de ruggengraat vormen van een nieuwe economische orde.

“ Het cynisme over de 'westerse' waarden is wijdverbreid en begrijpelijk, en niet alleen onder corrupte elites ”

Juist hier wreekt zich dat Nederland en andere EU-landen in het verleden te weinig werk hebben gemaakt van bijvoorbeeld eerlijker handel met, en het tegengaan van uitbuiting van, ontwikkelingslanden. Het cynisme over de 'westerse' waarden is wijdverbreid en begrijpelijk, en niet alleen onder corrupte elites. In het dagelijks leven is immers vaak te zien dat het Westen de eigen waarden niet naleeft: zo ondervindt men bijvoorbeeld in het Midden-Oosten aan den lijve de gevolgen van de Europese wapenexport, of in Afrika de gevolgen van de grootschalige natuurvernietiging door bedrijven zoals Shell.

Daarom vindt China in deze landen een vruchtbare bodem voor haar alternatieve visie voor de internationale orde, een orde ontdaan van wat ze de 'zogenaamde universele waarden' noemt. Dus waar wij ervoor kiezen onze waarden ondergeschikt te maken aan handelsbelangen, zet China wel haar economische macht in om haar normen en waarden in de internationale arena uit te dragen. Hiermee geven wij China ruim baan in de ideologische strijd om de huayuquan.

Solide basis

Willen we deze groeiende Chinese invloed in de internationale arena terugdringen, dan is een algehele herwaardering van progressieve waarden en mensenrechten in onze buitenlandse politiek vereist. Nederland, en de EU als geheel, moeten allereerst de afhankelijkheid van China verminderen door het aanpakken van het handelstekort. Nog belangrijker is het nastreven van een fundamenteel andere verhouding met ontwikkelingslanden, gebaseerd op gelijkwaardigheid en het gezamenlijk opbouwen van duurzame industrie. Alleen op deze manier kunnen we een solide basis creëren voor het verdedigen van, en opkomen voor, onze waarden.

In Europa begint nu inderdaad langzaam een herbezinning op gang te komen wat betreft het bevorderen van progressieve waarden als reactie op de opkomst van China. Onlangs ontvouwde de EU bijvoorbeeld haar Global Gateway-strategie. Hiermee gaan we de concurrentie aan met China’s Nieuwe Zijderoute op het gebied van investeringen in infrastructuur, voornamelijk in ontwikkelingslanden, op een manier die de waarden van de EU moet uitdragen. Ook lijkt de nieuwe Duitse regering heel voorzichtig een verschuiving te willen maken in haar Chinabeleid, als onderdeel van een buitenlandse politiek waarin waarden en mensenrechten meer centraal zullen staan. Tegen dit laatste wordt al intens gelobbyd door het Duitse bedrijfsleven, iets wat we ook in Nederland kunnen verwachten bij het nemen van de bovengenoemde noodzakelijke stappen.

Deze cultuuromslag zal dan ook een grote economische uitdaging zijn, en de politieke wil daartoe niet vanzelfsprekend. Het is echter niet langer alleen een kwestie van idealisme maar ook de meest realistische manier om ons te verhouden tot de opkomst van China, omdat onze toekomst staat of valt bij een internationale orde gestoeld op de verlichtingsidealen.

Literatuur

Andréa Worden. China at the UN Human Rights Council. Conjuring a ‘Community of Shared Future for Humankind’? The National Bureau of Asian Research, 2020.