Hoe de EU ongelijkheid en baanverlies tegengaat
Dit beleid bestaat sinds kort, in de vorm van Europese fondsen waarmee klimaatbeleid wordt bijgestuurd. Naast het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling is er nu het Fonds voor een Rechtvaardige Transitie. Op de planning staat nog een Sociaal Klimaatfonds.
Van deze fondsen is het Fonds voor een Rechtvaardige Transitie, het Just Transition Fund (JTF), het meest direct toegespitst op het ondersteunen van werknemers in de energietransitie. Het JTF kwam in 2021 tot stand na lange onderhandelingen in Brussel over de omvang en de voorwaarden van het fonds. Uiteindelijk werden het Europees Parlement en de regeringen van de EU-lidstaten het eens over een fonds van 17,5 miljard euro om te zorgen voor een eerlijke transitie in regio’s die nu nog sterk afhankelijk zijn van industrie die zal verdwijnen of grote veranderingen zal ondergaan. Dit geld kan, naast investeringen in verduurzaming, besteed worden aan bij- en omscholing van werknemers en werkzoekenden en begeleiding van werkzoekenden bij het vinden van een (nieuwe) baan.
Hoewel 17,5 miljard een groot bedrag lijkt, staat het in schril contrast met de 35 miljard euro die de Nederlandse regering al in haar regeerakkoord beloofde aan het klimaat- en transitiefonds bestemd voor de Nederlandse industrie.
Het grootste deel van het JTF gaat naar Polen, Roemenië, Duitsland en Tsjechië. Nederland krijgt 623 miljoen euro voor investeringen in Groningen, IJmond, Groot-Rijnmond, Zeeland, West-Noord-Brabant en Zuid-Limburg, vanwege hun relatief grote industriële activiteit die afhankelijk is van kolen, olie en gas. Op dit moment werken de EU-landen samen met de aangewezen regio’s territoriale transitieplannen uit, waarin wordt beschreven hoe het land per regio het geld wil besteden. Op 22 maart 2022 is het nationale transitieplan van Nederland ingediend bij de Europese Commissie. Dit plan is geschreven door de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, samen met de relevante provincies en gemeenten. De verwachting is dat het plan dit najaar wordt goedgekeurd. Daarna kunnen projecten die passen binnen het goedgekeurde plan aanvragen indienen. Zo is de provincie Groningen onder andere van plan om het geld te investeren in de om- en bijscholing van mensen werkzaam in de gaswinning, het aanpassen van opleidingen aan de nieuwe vereisten en het (verder) ontwikkelen van (digitale, sociale en technische) vaardigheden nodig voor nieuwe groene banen. De eindverantwoordelijkheid voor de besteding van het fonds ligt deels bij nationale overheden, deels bij de Europese Commissie.
Waarom het JTF alleen niet genoeg is
Dit klinkt veelbelovend, maar toch is niet iedereen enthousiast. Het duidelijkste probleem is de omvang van het fonds. 17,5 miljard is niet genoeg om de vele doelstellingen mee te halen. Naast investeringen in het ondersteunen van werknemers en werkzoekenden kan het fonds namelijk ook gebruikt worden voor investeringen in duurzame energie en het opstarten van nieuwe bedrijven. De EU tracht met dit fonds zowel de gevolgen van de transitie op de arbeidsmarkt op te vangen als regionale economieën te versterken door diversificatie en modernisering te financieren. Een enorm brede doelstelling dus voor een relatief klein fonds. Daarnaast is er juist kritiek op de selectie van de regio’s die aanspraak maken op het geld. Zo ontvangt Duitsland een relatief groot deel van het fonds, terwijl Duitsland zelf al miljarden investeert in vergroening. Ook zijn de aangewezen regio’s veelal kolenregio’s, terwijl dezelfde problematiek in veel andere sectoren aanwezig is.