In 2019 werden voor het eerst afspraken gemaakt om de Europese Unie klimaatneutraal te maken. De baanbrekende Green Deal krijgt inmiddels echter te maken met weerstand, ook uit het mondiale Zuiden. Hoe nu verder?
De afgelopen tijd heeft het Netwerk Klimaat FNV de ontwikkeling van een rood-groene agenda voor bestaanszekerheid en perspectief in de industrie met veel interesse en betrokkenheid gevolgd. Pieter Sellies en Niels Jongerius reageren namens het netwerk op het manifest 'De toekomst van werk in de zware industrie'.
‘Transitie’ (digitaal of groen) en ‘skills’ zijn de nieuwe buzz-woorden. In het manifest ‘De toekomst van werk in de zware industrie’ benadrukken GroenLinks en de PvdA dat dit tot goede banen moet leiden met vaste contracten en een eerlijk loon. Het manifest besteedt te weinig aandacht aan menswaardig werk. Want door de invoering van nieuwe technologieën wordt het werk niet vanzelf interessanter, afwisselender en minder zwaar.
In het manifest van de wetenschappelijk bureaus van GroenLinks en PvdA over de toekomst van werk in de zware industrie wordt de productiearbeiders niet veel meer geboden dan omscholingsplannen en sociale plannen. Dit is precies de reden dat arbeiders in de industrie zich van linkse partijen afkeren. Dat kan niet de bedoeling zijn van het manifest.
Op 14 oktober vond de bijeenkomst ‘Een eerlijke transitie voor werknemers in de industrie’ plaats. In de Werkspoorfabriek in Utrecht presenteerden Wetenschappelijk Bureau GroenLinks en de Wiardi Beckman Stichting voorstellen die werknemers bestaanszekerheid en perspectief moeten bieden in het proces van verduurzaming van de zware industrie. Over deze voorstellen ging moderator Sandra Rottenberg in gesprek met verschillende sprekers en het publiek.
De transitie van de zware industrie vraagt veel van bedrijven en hun medewerkers. Werkenden in bijvoorbeeld olie- en staalbedrijven hebben op dit moment vaak een prima salaris en baanzekerheid. Door de transitie die van deze bedrijven gevraagd wordt, zullen het werk en de arbeidsvoorwaarden van veel van de werkenden in de zware industrie veranderen. Het is belangrijk om goed na te denken over het werkperspectief dat deze mensen geboden kan worden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen die door de energietransitie van baan moeten veranderen een baan vinden waarmee ze tevreden zijn?
De chemische sector, staalbedrijven en raffinaderijen gaan hun productieprocessen volledig herzien om een klimaatneutrale, groene toekomst mogelijk te maken. Deze omslag is hard nodig voor klimaat, natuur en omwonenden. De transitie biedt kansen voor werknemers en de arbeidsmarkt, want de komende jaren komen er veel groene banen bij. Maar er gaan ook banen verdwijnen en veranderen. De groene banen vereisen vaak andere vaardigheden dan de oude. De afgelopen maanden zijn wij in gesprek gegaan met werknemers in de zware industrie, met werkgevers- en werknemersorganisaties, en met de milieubeweging. We wilden van hen weten hoe de omslag succesvol kan worden gemaakt en wat zij de komende jaren hopen te realiseren. De gesprekken vormden inspiratie voor deze roodgroene politieke agenda, waarvoor wij ons gaan inzetten in de nationale en Europese politieke arena.
De Rotterdamse Haven wil de duurzaamste haven van Europa worden. Maar de bedrijfsvoering is vooralsnog gericht op winsten op de korte termijn, niet op investeringen voor de lange termijn. De verduurzaming van de haven kan uiteindelijk alleen slagen als het bedrijfsmatige karakter van de haven verandert en als de overheid veel meer richting en ondersteuning geeft.
De staalproductie in Nederland heeft alleen toekomst als deze duurzaam wordt, zoveel is wel duidelijk na alle ophef die er de laatste jaren rond de vervuiling van Tata is ontstaan. De werknemers van Tata zien dit ook in, en voeren strijd voor staalproductie op basis van waterstof in plaats van kolen. Een reconstructie hoe de kennis en inzet van werknemers een internationaal bedrijf tot verduurzaming kan aanzetten.
Interview met Marc Obrie (58), voorzitter ondernemingsraad en procesoperator polyethyleenfabriek bij Dow Chemicals