We zijn nu een maand verder. In de peilingen groeit de PVV door het dak. In kranten en op sociale media, maar ook in gesprekken aan de keukentafel en op kerstborrels, buitelen de analyses en duidingen over elkaar heen. Omdat politiek als een spel wordt gezien, gaat het dan meestal over wie de winnaars zijn en wie de verliezers. Twee obsessies eisen de ruimte op: de obsessie met de PVV-stemmer en de obsessie met links. Wie zijn toch die 2.450.878 mensen die op de PVV hebben gestemd? Het eerste serieuze onderzoek daarnaar is inmiddels verschenen.
Het terugkerende verhaal over links is een verhaal over verlies. Dat het linkse verbond de tweede grootste partij is geworden blijft dan vaak onvermeld of onderbelicht. Ook is er beperkte interesse in wie die 1.643.073 mensen zijn die op de rood-groene combinatie hebben gestemd. De aandacht gaat met name uit naar het vermeende verval op links. Neem dit bericht op de website van de NOS. ‘De daling [van linkse en progressieve partijen] is al jaren zichtbaar.’ Maar de grafieken in ditzelfde bericht tonen een ander beeld. Tussen 1998 en 2023 is verlies én winst te zien voor links (zie figuur). Het is vooral veel geschommel wat je ziet, met in 2002 en 2023 twee diepe dalen. Wel zien we dat in deze periode rechts, op twee verkiezingen na, altijd groter is dan links.
Wat opvalt in de analyses en gesprekken is dat duiders beide obsessies graag in elkaars verlengde leggen. Links wordt dan direct in verband gebracht met de PVV-winst. Dit is een terugkerend verhaal dat op verschillende manieren wordt verpakt.
De een stelt bijvoorbeeld dat als links beter had geluisterd, zij kiezers had kunnen behouden die zijn overgestapt naar de PVV en aanverwante partijen. Vergeten wordt dat links een deel van zijn traditionele achterban dertig jaar geleden al is kwijtgeraakt, toen de sociaaldemocratie een afslag nam naar de Derde Weg (zie dit electorale onderzoek). Volgens de ander heeft links, in tegenstelling tot rechts, geen verhaal (zie o.a. Rob Wijnberg). Weer een ander stelt dat VVD-kiezers massaal naar de PVV zijn gerend uit angst voor een kabinet-Timmermans I (zie Mark Rutte). En dan was er nog de veelbesproken polariserende column van Arjen van Veelen, waarin hij het wij-zij-denken etaleert. ‘Zij’ zijn hier de PVV-kiezers. Het perspectief van de ‘wij’ wisselt, maar de sleets geworden karikatuur van de linkse hypocriete deugmens zien we opvallend vaak terug. Als dit de voorstelling is van de linkse kiezer, dan is het natuurlijk ook niet nodig om te willen begrijpen wie al die rood-groene stemmers zijn.
Het venijn van verhalen die continu worden verteld, is dat deze resulteren in een self-fulfilling prophecy. Wie vaak genoeg dezelfde boodschap hoort, gaat deze simpelweg aannemen en uitdragen. Het is één van de verklaringen voor de PVV-winst. De PVV en haar extreme stellingnames zijn genormaliseerd. Haha, Geert Milders! Zo kan het gebeuren dat het politieke discours naar radicaal-rechts verschuift.
Ook links Nederland is gevoelig voor de kracht van herhaling. Ze heeft het boetekleed alweer uit de kast getrokken. Wat hebben we niet gezien? Wat is er mis met ons verhaal? Zijn we hypocriet als we havermelk in onze koffie drinken? Door mee te gaan in alle aantijgingen, neemt links zichzelf de maat en ontstaat de neiging om in een hoekje te kruipen. Deze houding is weinig aantrekkelijk en máákt dus klein.
We zijn boos
Het is tijd voor links om de aanval te openen. Ik durf de stelling aan dat de PVV-winst te wijten is aan gevestigd rechts. Interessant is bijvoorbeeld deze paper waarin de groei van radicaal-rechts wordt verklaard uit de accommodatietactiek van gevestigd rechts. De norm van wat we acceptabel vinden verschuift als rechtse partijen radicaal-rechtse standpunten overnemen over bijvoorbeeld migranten. Lees daarnaast dit belangwekkende WRR-rapport over het belang van grip op het leven en de directe leefomgeving. Hierin wordt de rechtse retoriek van zelfredzaamheid in verband gebracht met vijanddenken en het aanwijzen van zondebokken. Of neem dit onderzoek dat overtuigend laat zien dat de afbraak van publieke voorzieningen radicaal-rechts in de kaart speelt.
Deze onderzoeken moeten links motiveren om uit het hoekje te kruipen en volop in het offensief te gaan. Ze tonen het belang aan van een klassiek-linkse agenda. De grondoorzaken van maatschappelijk onbehagen worden immers weggenomen als weer geïnvesteerd wordt in publieke voorzieningen zoals onderwijs, zorg, openbaar vervoer, volkshuisvesting en toegankelijke rechtsbescherming. Onlangs verwoordde rapper Sef het simpel: ‘De markt heeft je genaaid, niet de migrant.’ En wanneer waarden als solidariteit en gemeenschappelijkheid de zelfredzaamheidsdoctrine verdrijven, kan de voedingsbodem verdwijnen voor het wij-zij-denken en het aanwijzen van zondebokken. Het WRR-rapport is een pleidooi voor ‘grip op het leven’ als verbindend ideaal. Het is tevens een antwoord op het gevoel van machteloosheid door overdonderende fenomenen als de klimaatcrisis, oorlogen en een disfunctionerende overheid.
En terwijl ik dit schrijf, zie ik dat deze column wemelt van verwijzingen naar onderzoeken; hier en daar is beleidstaal in de tekst geslopen. Maar als ik iets heb geleerd van deze verkiezingen, dan is het dat kiezers niet overtuigd worden met een appel op de ratio. De dikke verkiezingsprogramma’s vol slimme maatregelen en de prachtige doorrekeningen met cijfers over koopkrachtplaatjes en CO2-reductie zijn mooi voor de fijnproever. Ze laten zien dat de zaakjes op orde zijn, maar raken het hart niet.
De opdracht voor links is om emotie te tonen. We zijn boos. Boos op de markt die ons heeft genaaid en op een overheid die niet bij machte is om te voorkomen dat de ene crisis zich op de andere stapelt. Boos op cynische rechtse politici die migranten tot zondebok maken om hun eigen falen te maskeren, die de rechtsstaat op het spel zetten en geen zier geven om toekomstige generaties of de natuur.
Wie grip op het leven ervaart, heeft de luxe om politiek te zien als een spel. Maar voor wie de grip dreigt kwijt te raken of al is verloren, is politiek een kwestie van erop of eronder. Dus links Nederland, hang het boetekleed weer in de kast en graaf de strijdbijl op. Laat zien dat het menens is en dat onze boosheid ons meer dan ooit aanvuurt om in de politieke arena voor hoop te vechten.