Tot oktober 2023 werd Polen geregeerd door een rechtse populistische regering, geleid door Recht en Rechtvaardigheid (Prawo i Sprawiedliwość – PiS). Een nieuwe coalitie, geleid door de centrum-liberale Burgercoalitie bestaande uit onder andere het Burgerplatform (PO), de Groenen, de Nieuwe Linkse Partij en de Derde Weg, heeft de verwachtingen van liberale kiezers verhoogd. Alhoewel het einde van de regering van PiS zonder enige twijfel een enorme overwinning is die een rem zet op de populistische heerschappij, staat de coalitie voor een zware opgave.

Polen die tegen de oude regering hebben gestemd, verwachten snelle en ingrijpende veranderingen en straffen voor wangedrag. De wensenlijst is lang: het herstellen van de rechtsstaat, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, verantwoordingsplicht van overheidsinstellingen, het vervolgen van politieke corruptie en het democratiseren van de staatsmedia. Tegelijkertijd hadden toenmalige oppositiepartijen voor de verkiezingen een ambitieuze hervormingsagenda: belastinghervormingen, het recht op abortus en beter openbaar onderwijs.

Maar president Andrzej Duda, afkomstig van PiS, en de door PiS genomineerde toprechters kunnen roet in het eten gooien. Ook het gebrek aan een duidelijke en gemeenschappelijk gedragen agenda van de regeringscoalitie op sommige onderwerpen, zoals de liberalisering van de abortuswetgeving, helpt niet.

Arbeiderscoalitie

De overwinning van de nieuwe coalitie moet bovendien geenszins worden gezien als de overwinning van progressieve krachten die de arbeidersklasse vertegenwoordigen.

Laten we beginnen met de resultaten van de verkiezingen in oktober. Het was nog altijd PiS dat het grootste deel van de stemmen kreeg – in totaal 35,4 procent. 30,70 procent van de kiezers koos voor de Burgercoalitie, 14,4 procent stemde op de Derde Weg (coalitie van christendemocratische en agrarische partijen), 8,6 procent stemde op de Nieuwe Linkse Partij, en 7,16 procent op de nationalistische en xenofobe Confederatie.

Foto van demonstratie tegen de aantasting van de onafhankelijke rechtspraak in Polen.
Demonstratie tegen de aantasting van de onafhankelijke rechtspraak in Polen onder de PiS-regering. Foto: Grzegor Zukorski. CC BY-NC 2.0

Een bijzonder en hoopgevend fenomeen in de meest recente verkiezingen was een uitzonderlijk hoge opkomst. Dit keer nam 74 procent van de stemgerechtigden deel, het hoogste percentage sinds 1989.

De opkomst onder jongere kiezers was zelfs nog indrukwekkender, met 68,8 procent van de personen in de leeftijd van 18-29 die deelnamen. Ter vergelijking, de opkomst van deze groep in 2019 was 46,6 procent.

Onder degenen die niet hebben gestemd bij de vorige verkiezingen (hetzij vanwege hun leeftijd of een beslissing om dat niet te doen) en in 2023 gingen stemmen, waren de grootste drie partijen de oppositiepartijen. In deze groep ontving PiS slechts 15 procent van de stemmen.

Toch zijn er ook zaken opvallend gelijk gebleven, als het gaat om de kenmerken van de kiezers van elke partij. Kiezers uit achtergestelde groepen (en hierbij gebruik ik onderwijsniveau of beroepsgroepen als graadmeters) stemmen vrij consistent voor de rechtse PiS. Onder kiezers met basisonderwijs stemde 63 procent voor PiS, 15 procent voor de Burgercoalitie en minder dan 5 procent voor de Nieuwe Linkse Partij.

Soortgelijke verdelingen waren te zien onder kiezers met beroepsonderwijs. Alleen in de groep kiezers met een hogere opleiding was de Burgercoalitie de eerste keuze (39 procent), gevolgd door PiS (22 procent). Evenzo stemde bijna de helft van de arbeiders of werklozen en tweederde van de boeren op PiS. De dominantie van de Burgercoalitie manifesteerde zich alleen in de groep ambtenaren (32 procent voor PO versus 29 procent voor PiS), managers (40 procent voor CC, 19 procent voor de Derde Weg en 18 procent voor PiS) en ondernemers (42 procent versus 20 procent voor PiS).

“ De meeste steun voor linkse partijen was er onder kiezers met een hogere opleiding of managers ”

Wat opviel was de beperkte steun voor de Nieuwe Linkse Partij onder kiezers met een lager opleidingsniveau. De meeste steun voor de linkse partijen was er onder kiezers met een hogere opleiding of managers. Dit alles laat zien dat PiS succesvol is in het aantrekken en behouden van kiezers die traditioneel zouden worden geassocieerd met linkse partijen, partijen die zich richten op economische gelijkheid.

Waarschijnlijk heeft dit te maken met een sterk herverdelingsbeleid van PiS (met zijn paradepaardjes zoals het kinderbijslagprogramma 500+ en het verlagen van de pensioenleeftijd) en de relatieve geloofwaardigheid van dergelijke beloften. De genderverdeling van de resultaten van de exitpolls is veelzeggend – er is geen aanzienlijk verschil in de steun voor PiS tussen mannen en vrouwen, ook al promoot deze partij een zeer conservatieve agenda met betrekking tot anticonceptie, abortus en gendergerelateerd geweld, LGBTQ+-gemeenschappen en het onderwijs.

Het succes van oppositiepartijen

Wat was dan wel het succes van de nieuwe coalitie? Ten eerste beloofden de belangrijkste oppositiepartijen dat ze de prestaties van de regeringen van PiS op het gebied van herverdeling niet zouden afschaffen. PiS dreigde namelijk dat een nieuwe regering de sociale verworvenheden van de afgelopen acht jaar zou wegnemen. Ook stelden deze partijen een ‘terugkeer naar Europa’ en het herstel van de rechtsstaat voor. Hoewel vooral de laatste belofte minder tastbaar was, mobiliseerde deze een deel van de kiezers.

En dan was er nog de interne dynamiek binnen de ‘democratische coalitie’. Partijen die in Polen aan verkiezingen deelnemen, moeten drempels halen (5 procent voor een enkele partij en 8 procent voor een combinatie van meerdere partijen) om deel te nemen aan de zetelverdeling in de onderste kamer van het parlement, de Sejm. Een van de belangrijkste doelen was dat de oppositiepartijen die voor stemmen wedijveren, de drempel zouden halen zodat op hen uitgebrachte stemmen niet ‘verspild’ zouden zijn. Dit was vooral belangrijk in het geval van de Derde Weg en de Nieuwe Linkse Partij.

In het begin van de verkiezingscampagne was er een verhit debat over of de oppositiepartijen een gezamenlijke kieslijst zouden moeten vormen, waarbij de Burgercoalitie de grootste voorstander was. Na verloop van tijd werd het idee van de ‘grote kiescoalitie’ verworpen, wat resulteerde in competitie. Pas tijdens de laatste fase van de campagne verminderden de oppositiepartijen de concurrentie. Het lijkt erop dat deze omslag in strategie heeft bijgedragen aan de onverwacht goede resultaten van de Derde Weg en het veiligstellen van een meerderheid voor een regering.

Van verkiezingssucces naar politieke verandering

En om het nog ingewikkelder te maken, zullen er tot mei 2025 lokale, EU- en presidentsverkiezingen in Polen worden gehouden. Deze verkiezingscampagne zal de politieke debatten verhitten. Ten slotte zijn er nieuwe sociaaleconomische conflicten: de handel met Oekraïne en de uitvoering van de Europese Green Deal – die door de regering van PiS is verlaten.

Omgaan met deze conflicten zal een meesterlijke politieke strategie vereisen, omdat ze de spanning tussen de EU-agenda (die de nieuwe regering graag wil volgen) en de binnenlandse economische belangen (die de regering niet kan negeren) demonstreren. De ervaring van de laatste 15 jaar in Polen is een les in hoe belangrijk het is dat er oog is voor de uiteenlopende wensen van de samenleving, en dat de samenhang van een politieke gemeenschap steeds verdedigd en beschermd wordt. Anders kunnen verdeeldheid en ontevredenheid worden uitgebuit door populistische partijen.