“Ik hou van grote onderwerpen”, zegt Lauren Groff, “zoals de plaats van de vrouw in een patriarchale samenleving of wat religie met een mens doet. We hebben vandaag nood aan grote ideeën om iets over de wereld te kunnen zeggen. Bovendien vind ik boeken die op veilig spelen saai. Die ben ik gewoon wat beu. Ik wil Moby Dick of Oorlog en vrede.”

Aan grote ideeën is er in de romans van de Amerikaanse Lauren Groff inderdaad geen gebrek. In haar vorige, Matrix, gaf ze de enigmatische twaalfde-eeuwse schrijfster van de Lais, Marie de France, een gezicht door haar in Engeland een klooster te laten leiden dat zou uitgroeien tot het centrum van een vrouwelijke gemeenschap die de baarmoeder van Maria als de kweekkamer van het leven zag.

Lauren Groff - De weidse wildernis

In haar nieuwste roman, De weidse wildernis, volgt ze een dienstmeisje dat in 1609 wegvlucht uit Jamestown, de eerste Engelse nederzetting op Amerikaanse bodem. Ten prooi gevallen aan angst, honger en ziekte neemt de natuur het in haar binnenste zachtjesaan over van de cultuur en doorloopt ze een spirituele evolutie waarbij ze het protestantisme van Calvijn inruilt voor het pantheïsme van Spinoza.

Het is echter niet aan Moby Dick of Oorlog en vrede dat De weidse wildernis meteen doet denken, maar wel aan Cormac McCarthy’s De weg, het duistere relaas van een vader die samen met zijn zoon door een apocalyptisch landschap trekt, op zoek naar voedsel, een veilige plek en een toekomst.

“Ik las het tijdens mijn zwangerschap van mijn eerste zoon”, legt Groff de link met haar eigen roman uit. “Ik weet niet of er een slechter moment is om dat boek te lezen, maar veel zullen het er alleszins niet zijn. Misschien is het wel het domste wat ik ooit gedaan heb, en niet omdat het boek slecht zou zijn natuurlijk, maar omdat het zo verontrustend is voor een aanstaande moeder.

En tezelfdertijd ook zo mooi. Het veranderde mijn idee over het hebben van kinderen, maar een weg terug was er toen al niet meer. De roman is nadien in mijn dna blijven zitten, wat niet betekent dat ik het met McCarthy eens ben. Van beide boeken gaat eenzelfde bezorgdheid om de klimaatverandering uit, maar zijn mens- en wereldvisie is veel donkerder dan de mijne. Ik denk niet dat hij van de mens houdt. Ik geloof daarentegen dat de mens onder alle miserie uiteindelijk nog een glimp van het goddelijke bezit.

Je zou mijn boek dus kunnen lezen als een antwoord op De weg, die een anti-transcendentale boodschap brengt, terwijl ik de natuur zie als een kracht die het op kan nemen tegen alle platvloersheid om ons heen.”

Groff wilde in De weidse wildernis een vrouwelijke pendant opvoeren van de drenkeling die aanspoelt op een eiland en er meteen een kopie van zijn eigen samenleving op poten zet, inclusief kapitalisme en kolonialisme.

In hoeverre zou een vrouwelijke Robinson Crusoe anders gereageerd hebben dan een mannelijke?

Lauren Groff: “Als je een klein verhongerend dienstmeisje bent dat haar hele leven te horen heeft gekregen dat ze waardeloos is en dus niet naar de hemel zal gaan omdat ze niet tot de uitverkorenen behoort en ook nog eens een vrouw is, dan zal je anders reageren dan wanneer je een rijke edelman bent die naar de Nieuwe Wereld kwam om er fortuin te maken. Alles hangt dus af van de context en van wat je geleerd werd van het leven te verwachten.”

En dat is in het geval van het meisje niet veel. Wanneer ze verkracht wordt door Kit, de zoon van haar meesteres, krijgt ze te horen dat ze er niet moet mee inzitten omdat ze maar een kleine zonde heeft begaan. Alsof het haar fout was?

“Ik vind het shockerend hoe het geïnstitutionaliseerde christendom en het patriarchaat elkaar altijd hebben gevonden in de onderdrukking van de vrouw. Ik groeide op in een streng presbyteriaans gezin dat behoorde tot een strekking die er prat op ging dat de kerk nooit verwarmd werd, de banken hard waren en de zondagsmis meer dan drie uur duurde. Hoe meer je afzag, hoe vromer je was en hoe dichter je bij god kwam.

Ik ben echter van kleins af aan sceptisch geweest over de religieuze verhalen die werden verteld, omdat religie god niet is. Religie is een interpretatie van god, die smal genoeg gemaakt is om er met de menselijke verbeelding vat op te kunnen krijgen. Het is een verhaal van mensen, terwijl God veel groter en ongrijpbaarder is.

Dat wil dus niet zeggen dat ik ongelovig werd, maar ik voelde gewoon hoe het haar in mijn nek recht overeind ging staan wanneer Eva de eerste zondaar werd genoemd, de vrouw die van de boom der kennis at en er zo voor zorgde dat de mensheid uit de Tuin van Eden werd verbannen. Door haar kwam het kwaad in de wereld. Ik was nog een klein meisje toen ik dat verhaal voor het eerst hoorde, maar zelfs toen al vond ik het bijzonder onrechtvaardig.

“ Westerse religies blijven het patriarchaat op een bijna ridicule wijze verdedigen ”

Onderdrukking van het vrouwelijke maakt een essentieel deel uit van westerse religies. Ook wanneer vrouwen steeds meer macht krijgen binnen die religies en officiële functies opnemen, verandert daar maar weinig aan. Westerse religies blijven het patriarchaat op een bijna ridicule wijze verdedigen.”

Je laat het meisje op nogal gruwelijke wijze eekhoornjongen grillen voor de ogen van hun moeder, en wanneer ze een eendenkoppel op een nest ziet, draait ze het vrouwtje de nek om, steekt ze de eieren in haar ransel en laat ze het mannetje alleen achter. Waarom wou je die gruwelijke details erin?

“Je kan niet geloven hoeveel foto’s van onschuldig voor zich uit kijkende eekhoorns ik al gekregen heb sinds ik die scène op papier heb gezet. (lacht)

Ik wou die grafische details per se in de roman omdat ik wou tonen dat we in essentie dieren zijn en dat het achter ons laten van die dierlijke natuur een van onze grote overwinningen is geweest. Maar wel met een wat bittere consequentie. We waanden ons daardoor dichter bij god, waardoor we dachten de vrijheid gewonnen te hebben om te doen wat we wilden met onze planeet. Maar net dat antropocentrisme heeft ons in de problemen gebracht.

In feite moest het meisje dus terugkeren naar vroeger en afscheid nemen van haar menselijkheid om meer dier te worden. Dat is haar weg naar een eenheid met de natuur. Voor mij zijn mensen in essentie niet meer waard dan wormen, eekhoorns, eenden, vogels en vissen. We zijn dus niet de meesters van de schepping, we maken er gewoon deel van uit. Ons lichaam staat niet op zich, maar is het resultaat van ontelbaar veel organismen die in symbiose leven met elkaar. Zonder die organismen gaan we dood.

Erkennen dat we deel zijn van de wereld is gewoon essentieel om iets aan de klimaatverandering te doen. Is het bijvoorbeeld niet miraculeus hoe bomen met elkaar communiceren door middel van ondergrondse schimmeldraden? Ik vind dat zo mooi dat ik er bijna van moet huilen. En dat zouden andere mensen trouwens ook moeten doen.”

“ Wanneer je geest sterk genoeg is, kun je misschien schoonheid uit de duisternis creëren ”

Het is een moreel falen om de schoonheid van de wereld niet te zien, zoals u schrijft?

“Dat vind ik inderdaad. We worden omringd door diepgaande schoonheid, ook al zijn we mentaal niet altijd in staat om die schoonheid te zien, omdat we afgeleid zijn door pijn of verdriet bijvoorbeeld. Maar wanneer je je aan de wereld overgeeft, zoals het meisje in mijn boek, zul je wel degelijk die schoonheid zien.”

Pijn, koorts en honger drijven het meisje steeds meer naar een delirium, en naar god. Wat zegt dat over de religieuze beleving?

“Voor Matrix deed ik heel wat opzoekwerk over de middeleeuwse mystici. Ik ontdekte dat lichamelijk lijden op een bepaald moment kan omslaan in extase. Ik vind het fascinerend hoe de menselijke geest op het moment van maximaal lijden een uitweg vindt in een onderliggende flikkering en schoonheid. Wanneer je geest sterk genoeg is, kun je misschien schoonheid uit de duisternis creëren. Ik vind dat alleszins een hoopvol idee.”

Via de pijn en het delirium naar een pantheïstische vereniging met de natuur?

“Precies, en zo kom je bij Spinoza uit natuurlijk, of bij de Amerikaanse transcendentalist Ralph Waldo Emerson, die in het essay Nature toont dat wanneer we onze opvoeding of beschaving achter ons laten we aansluiting vinden bij een atavistisch levensgevoel, iets heel ouds en eeuwigs dat ons allemaal verenigt.

Misschien ben ik te romantisch, maar ik wil graag geloven dat wanneer je door je individualiteit heen gaat, je iets universeel menselijks en bijzonder waardevols kunt bereiken. Maar naïef romantisch zoals William Wordsworth en zijn daffodils ben ik dan weer niet. De natuur is er niet om de mens gelukkig te maken.”

Dit interview verscheen eerder in De Morgen.

Lauren Groff, De weidse wildernis, De Bezige Bij, 2023