Fascisme ondermijnt de democratie niet door een plotselinge, gewelddadige revolutie, maar door een geleidelijke erosie: het afbreken van de rechtsstaat, het verzwakken van vrije verkiezingen en het uithollen van politieke diversiteit. Waar nodig worden de media gemanipuleerd, wordt de oppositie gedegradeerd tot vijanden van het volk en macht geconcentreerd in de handen van een autoritaire leider die zichzelf als de enige legitieme vertegenwoordiger van de natie presenteert. Vaak gebeurt dit onder het mom van legitimiteit, terwijl het democratisch systeem feitelijk vervangen wordt door een autoritair regime.

In De anatomie van het fascisme toont Paxton aan dat fascisme geen abstracte ideologie is, maar een pragmatische dynamiek die zich voedt met maatschappelijke en politieke crises. Anti-establishment-retoriek wordt ingezet om de massa te mobiliseren, maar eenmaal aan de macht blijken fascistische leiders allianties te sluiten met gevestigde elites, bestaande machtsstructuren te gebruiken en hiërarchieën intact te laten.
Paxton analyseert dit aan de hand van voorbeelden uit onder meer Italië onder Benito Mussolini en Duitsland onder Adolf Hitler, waarbij fascistische bewegingen doorgaans vijf fasen doorlopen: van de oprichting van een beweging tot een periode van radicalisering of verval. Dit proces is zelden rechtlijnig en veel bewegingen bereiken nooit volledige macht, wat hun invloed vaak beperkter maakt dan hun retoriek doet vermoeden. Paxtons centrale punt is dan ook dat onderscheid tussen ideologie en praktijk essentieel is voor het begrijpen van zowel historisch fascisme als hedendaagse populistische bewegingen.
Paxtons haarscherpe en nuchtere blik op de pragmatiek van fascisme biedt niet alleen inzicht in historische voorbeelden, maar maakt het ook mogelijk parallellen te trekken naar hedendaagse populistische bewegingen, zoals die van Trump, Poetin en Bolsonaro. Hun verzet tegen de gevestigde orde en hun opruiende taal passen binnen klassieke populistische patronen, maar hun beleid dient tegelijkertijd de gevestigde belangen van bedrijven en elites.
De verwevenheid van machtspolitiek en technologie, bijvoorbeeld in de samenwerking met een handje techgiganten (ook wel de nieuwe oligarchen genoemd) als Elon Musk en Mark Zuckerberg, maakt duidelijk hoe de populistische machtsuitoefening van nu nauw verbonden is met sociale media en digitale platforms. Door het manipuleren van de publieke opinie, het overboord gooien van fact checks en het verspreiden van desinformatie knabbelt deze strategie aan de democratische fundamenten zonder dat er een openlijke breuk met het systeem plaatsvindt.
Vladimir Poetin, die zich aanvankelijk als tegenstander van het establishment profileerde, versterkte zijn autoritaire regime door bestaande machtsstructuren te manipuleren en geweld in te zetten om zijn grip op de macht te behouden. En in Brazilië volgde Jair Bolsonaro een vergelijkbaar pad, waarbij hij allianties sloot met militaire en agrarische elites en geweld goedkeurde tegen inheemse groepen en politieke tegenstanders. In Nederland tekenen zich onder Geert Wilders en Thierry Baudet dezelfde patronen af. Beiden presenteren zich als de stem van het volk tegen de elite. Als ze eenmaal een positie van invloed bekleden, blijkt hun politiek niet gericht op het doorbreken van elitemacht, maar op het versterken van hun eigen positie binnen de bestaande machtsstructuren.
“ De autoritaire dreiging verplaatst zich steeds vaker naar het domein van mediabeïnvloeding ”
De anatomie van het fascisme verscheen oorspronkelijk in 2005 en is nu opnieuw gedrukt. Eigenlijk heeft het boek anno 2025 een actualisering nodig. Eentje die niet alleen de structurele voorwaarden voor fascistische tendensen onderzoekt, maar ook de veranderde infrastructuur van technologie en media. Zoals Nidesh Lawtoo aantoont in zijn boek Nieuw Fascisme, verplaatst de autoritaire dreiging zich steeds vaker naar het domein van mediabeïnvloeding, waar charismatische leiders geen terreur of staatsgreep nodig hebben om democratische instituties uit te hollen. De klassieke beelden van marcherende groepen en openlijke censuur maken plaats voor een subtieler maar niet minder gevaarlijk systeem van manipulatie, desinformatie en normverschuivingen die de democratische rechtsstaat ondermijnen.
Juist hierin schuilt de kracht van dit boek: het leert ons dat fascisme zich niet alleen laat zien in specifieke symbolen maar in een reeks handelingen en patronen die telkens opnieuw opduiken in tijden van onzekerheid. Wie fascisme wil herkennen moet voorbij de gepolijste teksten en beelden kijken en gedrag als leidraad nemen. Daarmee is De anatomie van het fascisme niet alleen een historisch basiswerk maar ook een oproep tot waakzaamheid: het fascisme van morgen zal er anders uitzien dan de beelden van vroeger, maar de kernmechanismen blijven hetzelfde. Het is aan ons om ze op tijd te herkennen.
Robert O. Paxton, De anatomie van het fascisme, Prometheus, 2005 (eerste druk) / 2025 (vierde druk)
Lees ook in deze Helling

Word vriend & ontvang De Helling
Altijd de nieuwste artikelen lezen? Als vriend van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks ontvang je 4x per jaar de Helling per post. Ook heb je bij elke nieuwe editie direct toegang tot alle Helling-artikelen op onze website.
De Helling draagt bij aan verdieping en politieke visievorming binnen GroenLinks. Met jouw vriendschap steun je het werk van het tijdschrift en Wetenschappelijk Bureau GroenLinks.