Bestaat er zoiets als een Europese identiteit? Zo ja, wat hebben Europeanen dan met elkaar gemeen? Al lange tijd zijn dit vragen die vooral filosofen en schrijvers bezig houden. Veel van hen benadrukken dat Europa, ondanks allerlei nationale verschillen, gebaseerd is op een gemeenschappelijke christelijke traditie en de Grieks-Romeinse erfenis.
Helemaal aan het eind van zijn recente boek vertelt Lodewijk Asscher een ontroerend persoonlijk verhaal. Toen hij acht jaar oud was, woonde hij het huwelijk bij van een achternicht. Zij trouwde met een jood uit Canada en het huwelijk werd voltrokken in de synagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam. De kleine Lodewijk droeg voor de gelegenheid de blauw-witte keppel van de Haagse Liberaal Joodse Gemeente. Hij begreep niet zoveel van alle gezangen en gebeden, maar wat de rabbijn vanaf de kansel zei, zou hij nooit meer vergeten. De rabbijn zei dat hij blij was dat dit geen gemengd huwelijk was. Want joden die kozen voor een gemengd huwelijk ondermijnden het joodse volk en geloof en maakten daarmee het werk van Hitler af. Lodewijk voelde zijn vader verstijven. Zijn moeder, die van huis uit katholiek was, deed alsof ze niets gehoord had. “Op de terugweg naar huis was de lucht helderblauw. Ik zat met mijn zusjes achterin. Voorin de auto zaten twee mensen die zelf bepaalden hoe ze hun leven leidden. Mijn ouders. Geen mens die ze dwong ooit nog naar die, of enige andere, rabbijn te luisteren.” (Zie pagina 192.)
Tijdens de conferentie van Bureau de Helling over Europa voorbij de Natiestaat van 11 mei 2014 sprak Benoît Lechat over de Eerste Wereldoorlog, nationalisme en Europa. "Een project dat is gebaseerd op een ideaal van vrede en solidariteit kan niet een economisch beleid overleven dat op de 'concurrentie van allen tegen allen' is gebaseerd".