Kelo Uchendo kreeg te horen dat de autoriteiten de authenticiteit van zijn bewijsstukken niet konden verifiëren, terwijl hij beweert dat ze dat nooit hebben geprobeerd – er is nooit contact opgenomen met zijn financiers en zijn accreditatie is nooit online gecontroleerd. Vervolgens vertelden ze hem dat er ‘redelijke twijfel’ was of hij het land wel zou verlaten voordat zijn visum afliep. “Ze keken naar mijn leeftijd en nationaliteit en namen aan dat ik van plan was om illegaal te immigreren. Dat was een belediging voor mij – ik heb dromen, ik heb ambities, geen daarvan is om als illegale immigrant in hun land te leven.”
Dit is een probleem dat klimaatonrechtvaardigheid in stand houdt en de legitimiteit van mondiaal klimaatbeleid in gevaar brengt. Voor burgers uit het Zuiden is visumdiscriminatie een feit. Maar wanneer deze discriminerende visumpraktijken de toegang tot de hoogste niveaus van het klimaatdialoog bepalen, moet dit voor iedereen een punt van zorg zijn.
De kosten van uitsluiting
Iedereen heeft een rol te spelen in het bereiken van de doelstellingen van het Akkoord van Parijs en het voorkomen van de meest rampzalige gevolgen van de klimaatverandering. Zonder gelijke vertegenwoordiging van het Zuiden, waar deze effecten het sterkst voelbaar zullen zijn, is er geen hoop dat er rechtvaardige oplossingen zullen worden gevonden en gehaald. In plaats daarvan hebben de landen en bedrijven die het meest verantwoordelijk zijn voor de klimaatcrisis en er het minst door worden getroffen, onbelemmerde toegang tot de onderhandelingen.
Voor goede strategieën ter beperking van en aanpassing aan klimaatverandering zijn partnerschappen tussen Noord en Zuid en maatregelen ter plaatse nodig. In het klimaatdiscours is iedereen het erover eens dat lokale, door de gemeenschap geleide projecten noodzakelijk zijn voor een succesvolle klimaatstrategie.
De stemmen die lokale gemeenschappen vertegenwoordigen – betrokken bij het UNFCCC als waarnemers en maatschappelijke organisaties – zijn in toenemende mate jongeren. Jongeren die deel uitmaken van gemeenschappen die nu al hard getroffen worden door klimaatverandering leiden organisaties en mobiliseren meer mensen om zich heen.