“Het is belangrijk dat je het systeem voortbouwt op de instituties en tradities die je al hebt”, zegt Schut. “Wij kunnen niet zomaar overstappen op een Deens model omdat we de institutionele structuur en kennis missen. Net zo min is het voor de Denen zinnig om nu zorgverzekeringen te introduceren.”
De Nederlandse zorgtraditie
Hoe ziet die Nederlandse zorgtraditie er dan precies uit? “In Nederland hebben we historisch gezien private zorgaanbieders. Huisartsen bijvoorbeeld, maar ook apotheken, fysiotherapeuten, thuiszorgorganisaties en veel artsen binnen specialistische bedrijven in ziekenhuizen”, zegt Koolman. “Het is een lappendeken van tienduizenden private partijen, veelal met een winstoogmerk. Die moet je zover krijgen dat ze de publieke doelen optimaliseren.”
In de vorige eeuw nam de overheid dit voor haar rekening. Via ziekenfondsen kocht die zorg in. Dit had de nodige haken en ogen. Volgens Koolman vonden politici van zichzelf dat ze onvoldoende in staat waren hoge eisen aan zorguitgaven te stellen. Volgens Erik Schut was de overheid “aanvankelijk juist vrij succesvol in het binnen de perken houden van de zorguitgaven, doordat ze het aanbod krap hield. Maar dit leidde in de jaren negentig tot sterk oplopende wachttijden. De prijzen stegen toen ze uiteindelijk de teugels losliet.” Volgens Schut zit je als overheid heel ver van de praktijk af. “Het is moeilijk om te beoordelen wat voor behandelingen mogelijk zijn, wat de kwaliteit daarvan is en wat juist onnodig is.”
Het zorgverzekeraarsstelsel
Men vond dat hier een oplossing voor moest komen. In 2006 werden ziekenfondsen omgetoverd tot marktwerkende zorgverzekeraars. Koolman: “Het idee was om tegenover de al bestaande marktpartijen een andere marktpartij te plaatsen, een zorginkoper met een sterk eigen belang.” Zorgverzekeraars kregen de opdracht polissen in de markt te zetten die een goede mix van betaalbaarheid, toegankelijk en kwaliteit aanboden. “Verzekerden kunnen dan ‘met de voeten stemmen’. Je kan ervoor kiezen iets meer voor een polis te betalen als je toegang tot meer ziekenhuizen wil.”
Het laatste anderhalf decennium is het voor zorgverzekeraars echter onmogelijk gebleken om de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg inzichtelijk te maken. Het ideaalbeeld van de waakzame zaakwaarnemer is volgens Koolman verwaterd tot “alleen nog maar concurreren op premie-euro’s. Dat is de beste informatie die mensen hebben. Het systeem is gereduceerd tot besparen, besparen, besparen. Zorgaanbieders vinden dit veel te ver gaan en dat is best te begrijpen.”
Beide gezondheidseconomen geloven dat er nog veel ruimte is om aan het huidige systeem te sleutelen. De Nederlandse Zorgautoriteit kan bijvoorbeeld actiever toezicht houden op de zorgplicht van verzekeraars. “Daarmee haal je al een deel van de scherpe randjes weg”, zegt Koolman. “Het helpt een race to the bottom vermijden en de zorg blijft zo voor iedereen toegankelijk.”
Dat is nogal een ander geluid dan dat van het GroenLinks-verkiezingsprogramma. Maar er zijn nog meer smaken die de revue passeren.
Een genuanceerde blik?
“Afschaffen van de marktwerking? Zo staat het hopelijk niet in het verkiezingsprogramma.” Marcel Levi, internist, voormalig ziekenhuisbestuurder en voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), heeft naar eigen zeggen een meer genuanceerde kijk op de zaken. “Er zijn onderdelen van de zorg die zich totaal niet lenen voor marktwerking. Huisartsengeneeskunde, geboortezorg, dure kankerzorg, spoedzorg, daar is helemaal geen markt voor. Dat moet gewoon beschikbaar zijn voor iedereen op een hoog niveau en met goede efficiëntie.”
Zulke zorg is een nutsvoorziening, zoals water uit de kraan. Iemand die op straat wordt aangereden pakt er niet eerst een catalogus bij om ic’s te vergelijken, aldus Levi in een eerder interview met vakbond FNV. “Net zoals dat leukemiepatiënten maar op acht plekken in Nederland terechtkunnen. Wil je niet te ver van huis gaan, dan blijft er maar één over.”
En dat scheelt er volgens hem nou precies aan. “Marktwerking werkt alleen als je lekker veel aanbod hebt, nieuwe toetreders, eigenlijk een beetje overcapaciteit. Dan valt er wat te kiezen en te onderhandelen. Dat is nu niet het geval.”
Toch is de voormalig ziekenhuisdirecteur niet van mening dat we alle marktwerking binnen de zorg moeten afschaffen. Gaat het over iemand die een nieuwe heup moet hebben of een oogoperatie moet ondergaan, dan leent marktwerking zich daar wel voor. “Dan kun je mensen best laten zeggen: ‘Gut, waar kun je dat krijgen? Wat zijn de ervaringen van anderen?’ Mensen kiezen op basis van vreemde dingen. Bij welk ziekenhuis ze het makkelijkst kunnen parkeren bijvoorbeeld.”
Medisch specialisten in loondienst
GroenLinks stelt voor zelfstandig medisch specialisten in loondienst te laten treden. Volgens gezondheidseconoom Xander Koolman zou dit flink in de papieren lopen. “Bij het uitkopen van een gemiddelde medisch specialist moeten we al snel denken aan een bedrag van een miljoen euro.” Maar volgens Levi hoeft dit niet zo te zijn: “Er was eens een slimme directeur-generaal op het ministerie van Volksgezondheid die met het idee kwam om het tarief van medisch specialisten via het ziekenhuis te laten lopen.”
Waarom was dit slim? “Omdat ze dan volgens de systematiek van de Belastingdienst geen ondernemers meer zijn. En dus geen recht meer hebben op de financiële voordelen en aftrekposten die ondernemers krijgen. Voor medisch specialisten wordt het dan plotseling heel aantrekkelijk om in loondienst van het ziekenhuis te gaan.”