Vooraf bedachten we wat mogelijke momenten zouden zijn om naar die microfoon te stappen. Inconsequenties bij de grote PvdA, ‘gewetens’-geworstel bij CDA’ers, on-sociale keuzes bij de VVD.  

De kleine fractie van de PSP moest het toentertijd hebben van slimmer zijn dan de rest en bedenken op welke manier je nog iets van media-aandacht zou kunnen krijgen. Daaraan terugdenken is bijna vertederend. De verharding, de polarisatie, het op de man spelen dit heeft inmiddels groteske proporties aangenomen. Kamerlid Habtamu de Hoop zei daar diep in het reces waardevolle dingen over in een interview in de Volkskrant: “Bij Dilan Yesilgöz zie je de walging als ze de naam Frans Timmermans uitspreekt, idioot vind ik dat.”  

Hoe vind je de weg terug als linkse en progressieve oppositie? Na het wonden likken over dit kabinet, na de ontzetting over de bezetting van kabinetsposten en regeerprogramma, moet de toon gevonden worden die perspectief op een andere toekomst kan bieden. Dat is niet eenvoudig, maar helemaal onmogelijk als de aandacht zo extreem gericht blijft op de momenten aan de interruptiemicrofoon. Het lijkt een beetje op wat er in de VS gebeurde afgelopen zomer: Joe Biden had natuurlijk gelijk met het hameren op de bedreiging van de democratie door Trump.  Maar de vonk sloeg over toen Kamala Harris en Tim Walz kwamen en zagen: het plezier is terug, ‘Make America laugh again.’ 

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Met lede ogen zie ik aan hoe we er meester in zijn geworden iedere creatieve gedachte onmiddellijk af te branden. De winning mood heerst voorlopig aan de rechterkant en de gekrenkte trots bij links. Neem nu de gedachte die werd geopperd een schaduwkabinet in het leven te roepen van linkse en progressieve partijen, van gelovigen en niet-gelovigen, eventueel aangevuld met individuele liberalen. Onmiddellijk werd de gedachte van tafel geveegd door betweters. 

“ Het zijn gezichtsbepalende vertegenwoordigers die het vertrouwen van kiezers winnen of verliezen ”

Personen zijn de afgelopen vijftig jaar steeds belangrijker geworden in de politiek. Het zijn mensen, individuen, gezichtsbepalende vertegenwoordigers die het vertrouwen van kiezers winnen of verliezen. De afschuw over (en de angst voor) het zittende kabinet worden voor een groot deel bepaald door de opvattingen en uitspraken van zijn leden. Ieder voor zich, met de eigen partijpolitieke profilering als cynische leidraad. 

Hoe mooi zou het dan zijn om aan de andere kant te laten zien hoe integriteit, vakmanschap en politieke motivatie kunnen leiden tot een alternatief, waarbij samenwerking tot gemeenschappelijk gedragen doelen kan leiden? Niet als mediastunt, of als ‘gamechanger’, maar als resultaat van noeste arbeid achter de schermen.  

Een mooi samengestelde groep van binnen en buiten het parlement, waarvan de leden daadwerkelijk de ambitie hebben om zichzelf beschikbaar te houden voor kabinetsvorming in de toekomst. Zij kunnen, met de ondersteuning van de politieke wetenschappelijke bureaus, tot alternatieve voorstellen komen en zich profileren als waardig opponent van zittende bewindslieden. In de Eerste en Tweede Kamer plus daarbuiten, in samenwerking met maatschappelijke organisaties. Of het nou verkiezingstijd is of niet. 

Ik durf te voorspellen: het zal het plezier terugbrengen.