Elke ochtend wandelt meneer Bahadoersing naar de Turkse bakker in zijn buurt waar hij zijn favoriete verse broodjes koopt. Thuis aangekomen belegt hij deze met smaakvolle vullingen: soms met Surinaamse kip kerrie, dan weer met geprakte sardine en op smaak gebracht met Madame Jeanette-peper. De ingrediënten voor deze gerechten haalt hij bij de Marokkaanse winkel naast de bakker. "Mijn Turks puntje wordt een Surinaams puntje!", zegt hij lachend tegen mij.

Tong Tong Fair in Den Haag
Tong Tong Fair in Den Haag. Foto: Arenda Oomen.

Meneer Bahadoersing is een opgewekte man van Hindostaanse afkomst. Hij kwam in de jaren tachtig vanuit Suriname naar Nederland vanwege de politieke onrust in zijn thuisland. Het was een moeilijke beslissing om te migreren, maar noodzakelijk voor zijn veiligheid. Na enige tijd in Amsterdam te hebben gewoond, vestigde hij zich vijfentwintig jaar geleden in de Haagse Schilderswijk. Deze wijk, met zijn diversiteit aan culturen en voorzieningen, was voor hem een nieuw thuis. 

"Ik wilde graag wonen dicht bij andere Hindostanen, waar ik toegang had tot de Hindostaanse films, muziek en culturele verenigingen", legt hij uit. "In deze wijk voel ik me thuis. Hier leven we met elkaar, leren we van elkaar en vinden we herkenning in elkaars eten en tradities." Voor hem is de Turkse linzensoep bij het lokale restaurant niet zo anders dan de Hindostaanse daal die hij gewend is, en juist die overeenkomst zorgt ervoor dat hij zich nooit een vreemdeling heeft gevoeld.

De ervaring van meneer Bahadoersing is exemplarisch voor veel migranten die in multiculturele buurten wonen. Zij creëren een thuis door het verweven van hun culturele gewoonten en producten met die van anderen. In buurten als de Schilderswijk is deze vorm van thuis maken dagelijks waarneembaar, maar vaak onopgemerkt door de witte bevolking. Het ’thuismaken’ in multiculturele wijken is een stille maar krachtige manifestatie van de wijze waarop verschillende culturen samen leven in Nederland. Toch heeft dit proces nauwelijks aandacht gekregen in het Nederlandse integratiebeleid. 

Emotionele en transnationale connecties

In de literatuur wordt het veelal omschreven als homemaking. Het is een proces dat verder gaat dan alleen het fysiek vestigen in een nieuwe omgeving en een nieuwe woning, maar ook wordt gedragen door emoties, nostalgie en herinneringen. Voor mensen zoals meneer Bahadoersing zijn zintuiglijke waarnemingen – geuren, smaken, geluiden en visuele herkenning – essentieel voor het creëren van een thuisgevoel. Homemaking omvat een thuisgevoel waarin eten, zang en muziek, godsdienst, taal, familie en verenigingsleven centraal staan. De literatuur op dit terrein heeft vooralsnog weinig aandacht besteed aan het feit dat homemaking door migranten vaak leidt tot combinaties met migranten van andere afkomst én met autochtonen. Homemaking in een multiculturele wijk betekent in de praktijk vaak het gebruikmaken van elkaars culturen en voorzieningen zoals bakkers en toko’s. Het proces van homemaking is dus niet alleen een persoonlijk proces, en evenmin een intern gericht groepsproces. 

Homemaking strekt zich ook uit over landsgrenzen heen. In een tijd waarin technologische vooruitgang communicatie en toegang tot goederen uit het land van herkomst vergemakkelijkt, zijn deze verbindingen voor migranten van onschatbare waarde. Dankzij die connecties kan meneer Bahadoersing op de hoogte blijven van de actualiteiten in Suriname, op afstand deelnemen aan religieuze en culturele evenementen, en zelfs zijn favoriete films en muziek downloaden nu de lokale videotheken zijn verdwenen. Deze transnationale banden met het land van herkomst vormen niet alleen een bron van emotioneel welzijn, maar kunnen ook economische voordelen opleveren. Een migrantenondernemer kan door samen te werken met zakenpartners in het herkomstland bijvoorbeeld zijn bedrijf in Nederland succesvol uitbreiden.

Ook de transnationale banden in homemaking krijgen weinig aandacht in het Nederlandse integratiebeleid. De focus ligt vooral op het leren van de Nederlandse taal, het vinden van werk en het wonen in Nederland. Het belang van de banden met het herkomstland voor het creëren van een thuisgevoel wordt vaak onderschat. Voor veel migranten is juist de relatie met hun land van herkomst een essentieel onderdeel van hun identiteit en welzijn.

De homemaking van meneer Bahadoersing laat zien dat een gevoel van thuis-zijn in Nederland niet ontstaat door het loslaten van zijn culturele achtergrond, maar door het integreren ervan in zijn dagelijkse leven. De geur van Surinaamse kruiden in zijn keuken, het luisteren naar Hindostaanse muziek en het praten over actualiteiten in Suriname met vrienden maken hem wie hij is. En Nederland wordt zijn thuis zolang hij kan zijn zoals hij wil. 

“ Homemaking draait om interactie met diverse etnische culturen ”

Homemaking zou je kunnen omschrijven als een vorm van integratie die juist geworteld is in de emotionele en culturele verbindingen die migranten in de wijk koesteren met elkaar en met het land van herkomst. Het is een perspectief dat meer aandacht verdient in het denken over inburgering en integratie in Nederland, juist omdat homemaking niet gericht is op één etnische groep, maar draait om interactie met diverse etnische culturen. De Surinaamse kruiden zijn gekocht bij de Marokkaanse winkel, de daal wordt geproefd in de Turkse linzensoep. Homemaking maakt de samenleving dus inclusiever. 

Het ideaal van inclusie wordt nagestreefd door enkele politieke partijen, zoals GroenLinks en PvdA. De inclusie wordt dan vooral opgevat in termen als gelijke kansen op de arbeidsmarkt of woningmarkt en het vergroten van diversiteit op verschillende terreinen. Dat ligt anders in de Schilderswijk, waar inclusie gelijkstaat aan de aanvaarding van de aanwezigheid en gelijkwaardigheid van diverse homemaking-praktijken. 

Een veelheid aan homes

Vooral in de grote steden van Nederland is homemaking een veelzijdig en dynamisch proces, enerzijds omdat homemaking-praktijken kunnen variëren per individu, gezin of generatie en anderzijds omdat er sprake is van verschillende praktijken van homemaking binnen één groep of tussen verschillende etnische groepen. 

Een voorbeeld van het eerste is dat binnen een migrantenfamilie oudere generaties vasthouden aan tradities en culturele gewoonten uit het land van herkomst, terwijl jongere generaties anders zijn gevormd binnen de Nederlandse samenleving en losser staan in de ouderlijke cultuur. Dat kan leiden tot spanningen binnen het gezin op terreinen als omgangsvormen, kleding en geldelijke uitgaven. 

Een voorbeeld van het tweede is dat praktijken van homemaking haaks kunnen staan op die van andere groepen of de dominante cultuur. Dit kan leiden tot spanningen. Een voorbeeld hiervan is de weerstand tegen het ritueel slachten van dieren in de Nederlandse samenleving, terwijl dit een belangrijk onderdeel vormt van de religieuze identiteit van veel moslims. Dierenrechtenactivisten pleiten bijvoorbeeld voor strengere regels of een verbod op ritueel slachten, waardoor gelovige moslims zich onbegrepen voelen. 

Tong Tong Fair in Den Haag
Tong Tong Fair in Den Haag. Foto: Arenda Oomen.

Niet alleen de homemaking van migrantengroepen is onderhevig aan verandering, ook het ‘thuis’ van autochtone groepen is dynamisch. De keuken wordt gevarieerder, de taal verengelst, het Sinterklaasfeest wordt anders gevierd. Sommige veranderingen worden gezien als een verrijking (zoals de variatie in de keuken), maar sommige veranderingen brengen gevoelens van verlies teweeg (bijvoorbeeld dat feestdagen niet meer gevierd worden zoals vroeger). Net zoals bij migranten, kunnen veranderingen de homemaking-praktijken gepaard gaan met een gevoel van verlies. 

Bij de witte Nederlanders wordt dit gevoel echter geëxploiteerd door rechtse populisten, die hun politieke campagnes richten op deze culturele veranderingen en in het bijzonder op de angst dat de Nederlandse identiteit zal verdwijnen door de komst van migranten. Het is een narratief dat de laatste decennia de samenleving werd voorgehouden en wortel heeft geschoten. Een narratief dat gefixeerd is op de onjuiste aanname dat de Nederlandse cultuur zonder de komst van migranten onveranderd zou zijn. Een vals beeld, omdat het mensen voorhoudt dat cultuur en identiteit statisch zijn.

Het rechts-populistische narratief is bovendien verwerpelijk omdat de ene homemaking-praktijk superieur wordt geacht aan de andere. Dit gebrek aan gelijkwaardigheid verdeelt de samenleving in witte mensen die hier thuishoren en een eerstgeboorterecht hebben en vreemdelingen die zich maar (als gast) moeten gedragen door de Nederlandse cultuur subiet over te nemen. Neem bijvoorbeeld de discussie in de politiek en de media over het al dan niet dragen van een hoofddoek. Dit is een voorbeeld van een homemaking-praktijk die afwijkt van de witte homemaking en daarom moreel wordt afgekeurd. 

Deze polarisatie kan leiden tot een gevoel van vervreemding. In een recente notitie van het Sociaal en Cultureel Planbureau, getiteld Samenleven in verscheidenheid, wordt de stand van de integratie gerapporteerd. De onderzoekers signaleren een toename van het gevoel van vervreemding onder migranten in de afgelopen jaren, ook bij de tweede generatie Nederlanders met een migratieachtergrond. 

Aanvaarding, ontmoeting, herkenning

In onze multiculturele samenleving is de aanvaarding van homemaking-praktijken op basis van culturele gelijkwaardigheid van groot belang. Deze praktijken, die spontaan ontstaan bij het vormgeven van het dagelijks leven, zijn essentieel voor migranten die in Nederland een nieuw bestaan moeten opbouwen. Daarom is het niet alleen logisch maar ook noodzakelijk om homemaking te zien als een waardevolle aanvulling op of zelfs een alternatief voor het integratiebeleid. Helaas staat een groeiend deel van de Nederlandse bevolking afwijzend tegenover iets dat afwijkt van de ‘Nederlandse’ norm, wat in strijd is met het principe van inclusiviteit.

“ We delen stukjes van ons thuis en vinden herkenning in het thuis van de ander ”

Als we echte inclusie willen bevorderen, moeten we ruimte bieden aan verschillende vormen van homemaking. Dit houdt in dat niet alleen een woning, arbeid en taal als essentieel worden beschouwd om mensen zich thuis te laten voelen, maar bijvoorbeeld ook het creëren van ontmoetingsplekken waar diverse culturen samenkomen. Het verhaal van meneer Bahadoersing laat zien hoe het culturele aanbod in de omgeving leidt tot ontmoetingen. Bij deze vele kleine ontmoetingen delen we meer dan alleen producten; we delen ook stukjes van ons thuis en vinden herkenning in het thuis van de ander. Dit leidt tot wederzijds respect en begrip. De Turkse bakker met zijn broodjes die herkenbaar zijn voor verschillende etnische groepen bewoners, het restaurant met linzensoep waar iedereen van geniet, de Marokkaanse winkelier met zijn diverse culturele producten – het zijn voorbeelden van eetpraktijken, maar hetzelfde geldt voor andere vormen van homemaking –, ze laten zien dat het omarmen van diversiteit en ruimte geven aan verschillende homemaking-praktijken Nederland rijker en inclusiever kan maken. 

Om dit te bereiken, is het noodzakelijk om de diversiteit van ons thuisgevoel in de samenleving te erkennen en bruggen te bouwen tussen deze verschillende belevingen. Daarbij moeten we beseffen dat het idee van thuis voortdurend in beweging is en voor elk individu, elke generatie en elke groep iets anders kan betekenen. Alleen door de aanvaarding van homes kan Nederland een thuis zijn voor iedereen.