In ons recent verschenen boek De Macht der Gewoonte constateren we dat ‘gewoon’ doen en ‘de gewone man’ weer terug zijn in de Nederlandse politiek (van nooit helemaal weggeweest). Mark Rutte verkondigde luidruchtig de opdracht om je biezen te pakken wanneer je je niet wilt aanpassen aan de Nederlandse (Hollandse) cultuur, het ‘gewoon doen of wegwezen’. En ‘doe gewoon, pas je aan’ lieten ook andere prominente politici zich regelmatig ontvallen in de afgelopen twintig jaar. Iedereen kan toch gewoon doen en op die manier laten weten bij het land te horen, in het land geworteld te zijn? Gedraag je als een arbeidzame, post-christelijke seculier. Werk en belijd hardop dat je dit een heerlijk land vindt, anders kun je vertrekken.
Op deze hernieuwde populariteit van ‘de gewone man’ kwamen, zo laten we zien, de afgelopen jaren twee reacties. Ten eerste werd er door radicaal-linkse identiteitsdenkers met vreugde op gewezen dat ‘gewoon doen’ tegenwoordig helemaal niet meer bestaat. Superdiversiteitsdenkers veronderstellen dat het hele idee van een groot midden achterhaald is, dat we nu leven in een zeer divers, geïndividualiseerd land waarin iedereen vrolijk een eigen identiteit knutselt. En dat dit maar goed (‘super’) is ook. Maatschappijcritici op zoek naar meer ruimte voor talloze identiteiten vinden iedere gewoonte verdacht, want die is altijd het gevolg van ongelijke machtsverhoudingen. Of het nu om de koloniale geschiedenis, de christelijke erfenis of heteroseksuele vanzelfsprekendheid gaat – mensen moeten zich van iedere hegemoniale normaliteit bevrijden.
Gedeelde gewoonheid
De spiegelbeeldige reactie op deze veronderstelde superdiversiteit komt van radicaal-rechts. Daar stelt men dat gewoon doen in Nederland een gebrek aan ruggengraat bewijst. Vraag een van de verbeten twitterende nationalistische zolderkameractivisten naar de gewone toestand van het land, en hij begint te fulmineren over genderneutrale wc’s en voorrang op de woningmarkt voor asielzoekers. Mensen die dergelijke zaken gewoon vinden, hebben volgens de opvattingen van radicaal-rechts hun ogen in de zak. Ze zien niet dat we worden aangestuurd door ‘reptilianen’, in geheime machtsstructuren, door de wetenschap die onnodige vaccinaties voorschrijft of door een economische kliek uit Davos. Met succes zet radicaal-rechts het beeld van ‘falende mainstreammedia’ neer, waartoe nota bene ook De Telegraaf wordt gerekend.