Wat is de belangrijkste conclusie uit het rapport van de commissie?

Ruard Ganzevoort: “We zien dat de wetten in principe duidelijk zijn, zoals de Algemene wet gelijke behandeling en artikel 1 van de Grondwet: gij zult niet discrimineren. Dan komt de vraag op: hoe kan het dat we dan toch een toeslagenaffaire hebben, een discussie over etnisch profileren bij de politie? Hoe kan het dat de overheid zich niet aan die wetten houdt? De hoofdboodschap na ons onderzoek is dat het met name vanuit Den Haag bijna onmogelijk wordt gemaakt om het goed te doen, omdat de overheid geen vertrouwen heeft in burgers en zo discriminatie als het ware inbakt in het systeem. Er is geen aandacht voor wat ze nodig hebben. De politieagenten moeten heel ingewikkeld werk doen, maar met onvoldoende kaders en met onvoldoende toerusting. Daarnaast zie je dat de overheid verkeerde prikkels gaf, waardoor ondanks de goede wetten er fouten werden gemaakt in de uitvoering.”

Jerry Afriyie
Jerry Afriyie

Jerry Afriyie: “Het is goed dat het onderzoek er is, maar ik had gehoopt dat het verder zou gaan. Bijvoorbeeld: hoe gaan we racisme en uitsluiting bestraffen in de praktijk? Heel veel burgers doen geen meldingen, omdat er niets mee gebeurt. Er wordt zo veel onderzoek gedaan, waar niets mis mee is. Maar we stoppen daar steeds. Als mensenrechtenactivist kijk ik: hoe komen we verder dan een mooi rapport in een la. Met de Black Lives Matter-beweging werden we door Mark Rutte uitgenodigd om te praten. Omdat we alleen aan tafel wilden met draagvlak vanuit de Zwarte gemeenschap hebben we na veel vergaderingen in het land met organisaties als Stichting Nederland Wordt Beter en de Black Archives het Zwart Manifest geschreven.

Daarin stellen we concrete actiepunten voor in elf domeinen waar anti-zwart racisme hardnekkig is en waar de overheid iets kan betekenen. Want we blijven achter de feiten aanlopen omdat het ons maar niet lukt de politieke moed te vinden om een stap vooruit te zetten. Daar komt nog bij dat de mensen waar het om gaat zwaar ondervertegenwoordigd zijn in die instituten waar die besluiten genomen worden.”

Ruard: “Laten we hopen dat het rapport niet in een la belandt, want we vragen de regering en de Tweede Kamer: leg ons lijstje van aandachtspunten naast elke wet die je indient en laat zien dat die wet discriminatie niet in de hand werkt. Als dat expliciet vermeld wordt, dan gaat de Raad van State, die de wetten onderzoekt, daarnaar kijken. Dan kan bij nieuwe wetten steeds het gesprek gevoerd worden over mogelijke risico’s van discriminatie.”

Wat kunnen we doen bij de politie?

Jair Schalkwijk: “Ik deel het ongeduld van Jerry. De politie heeft al in 2015 erkend dat etnisch profileren een probleem is, en een VVD-minister heeft er in 2016 al beleid tegen gemaakt. Maar het wordt niet uitgevoerd. Het gaat dan om etnisch profileren met algoritmen en op straat: dan word je gestopt mede op basis van huidskleur of afkomst en niet op basis van je gedrag alleen. Een van de adviezen van de onderzoekscommissie is dat uitvoerders aan de Tweede Kamer beter verantwoording afleggen over wat ze doen; dat dwingt tot zelfreflectie. Maar dan moeten ze etnisch profileren wel monitoren. De politie kan overgaan tot systematische registratie van met name staandehoudingen, met een stopformulier. Maar de politie verzet zich daartegen. Die aanbeveling is in zes jaar al meerdere keren gedaan, maar steeds is het verhaal: er is een gebrek aan draagvlak bij de politie. Dat leidt tot de impasse waarin we ons nu bevinden. De vraag aan de wetgever is: wat doe je met een uitvoeringsorganisatie die wel weet dat het misgaat, maar niet wil veranderen?”

Ruard Ganzevoort
Ruard Ganzevoort

Ruard: “Er moet bij het leiderschap van de politie iets veranderen, maar sommige elementen van het probleem komen ook uit Den Haag. We vragen heel veel van agenten die in een ingewikkelder samenleving heel zelfstandig hun werk moeten doen, en het opleidingsniveau is niet meegegroeid. Vervolgens worden er targets gesteld om lekker daadkrachtig te zijn – een minimumaantal processen-verbaal. Dat werkt etnisch profileren in de hand: dan gaan agenten snel scoren bij groepen waarvan zij denken dat daar de meeste risico’s spelen. Je moet agenten ook bewust maken van hun vooroordelen. We zouden een app kunnen ontwikkelen waarbij agenten heel kort de kenmerken invullen van wie ze staande houden.

Die app kan dan waarschuwen: het is nu al de vierde keer dat je iemand van kleur aanhoudt. Zo’n app maakt je bewust van de algoritmen in je hoofd. Daar hoort ook bij dat je sancties invoert, one strike you’re out.”

Jair: “Je vraagt nooit te veel van de politie. Ze moet meer luisteren naar geluiden uit de samenleving. Waarvoor is ze in het leven geroepen? Om ons te beschermen. Ik ben ouder van twee prachtige kinderen, en ja, het ouderschap is niet makkelijk: dat vraagt van mij verantwoordelijkheid. Politieagenten hebben een geweldsmonopolie. Als je die grote verantwoordelijkheid niet kunt dragen, heb je er niets te zoeken.”

Missen jullie leiderschap bij politiek op dit onderwerp?

Jair: “Bij het ministerie van Justitie en Veiligheid is er heel weinig leiderschap op dit punt. Soms zegt de minister ‘dat het opvalt dat het onderwerp niet goed wordt beheerd door de politie’, dat is de meest forse uitspraak. Maar als de politie het nalaat, moet de politiek ingrijpen. Onlangs kwam de Rekenkamer met een vernietigend rapport over de risico’s van etnisch profileren bij algoritmen die criminaliteit voorspellen, dat dat niet gemonitord wordt. Maar daarna leek de minister niet van plan iets aan te passen.”

Jair Schalkwijk
Jair Schalkwijk: Foto: Control Alt Delete ©

Ruard: “Het lastige is ook dat de wet gelijke behandeling niet gaat over handelen van de overheid, behalve als het gaat om sociale zekerheid en ras. De overheid zelf is nadrukkelijk uitgesloten van de wet. Dat maakt het voor burgers ingewikkeld om hun recht te halen.”

Jair: “Dit rapport van de onderzoekscommissie gaat wel echt over discriminerend handelen van de overheid, dat is een slag die we gemaakt hebben. Tien jaar geleden ging het alleen over discriminatie tussen burgers, nu is de overheid als discriminerende partij naar voren gekomen, door druk van maatschappelijke organisaties.”

Jerry: “Nu is het belangrijk dat de overheid dus ook echt normen gaat stellen en niet bang is om wetten aan te passen waar nodig, zodat ze passen bij de maatschappij van nu. In de samenleving wijzen we allemaal met vingers naar elkaar. Als burger krijg ik een boete als ik door rood rij. Maar bedrijven komen ermee weg om uit te sluiten. In het Zwart Manifest pleiten wij voor een staatscommissie die partijprogramma’s gaat toetsen op racisme en discriminatie, omdat we zien dat steeds meer partijen racisme in de ether mogen gooien. De maatschappij is veranderd: het is niet meer witte mensen en de rest, het is wij.”

Ruard: “Dat is wel mijn grootste zorg op dit moment. In de jaren ’70 waren mensen zich er niet van bewust hoe discriminerend sommige uitspraken waren, nu weten we dat, die onschuld is voorbij. Toch is er een groep in de samenleving – een die lijkt te groeien – die willens en wetens onversneden racisme belijdt. Op een soort trotse manier.”

Zwart Manifest

Jerry: “De regering heeft in de samenleving de rol van de ouders; als die de taken verzaken gaan de kinderen zelf op zoek of elkaar opvoeden, dat heeft niet bepaald het gewenste resultaat. En we laten bij de instituten die racisme en uitsluiting aanpakken weg: de mensen waar het om gaat. Alleen ik kan zeggen waar het pijn doet, maar het is nu nog zo dat mij verteld wordt wat er wel is en niet. Daarom blijven we achter de feiten aan lopen. Het is voor veel mensen moeilijk om te melden dat ze uitgesloten worden, of het nou op het gebied is van leven met een beperking of op het gebied van huidskleur, omdat we niet ontvangend zijn. De mensen die het probleem willen gaan oplossen, die kunnen dat niet. Niet in hun uppie, die moeten verbinding zoeken met maatschappelijke organisaties en activistische organisaties die hebben bewezen de expertise in huis te hebben. De overheid heeft wantrouwen naar grassroots-organisaties die heel veel werk doen, voor noppes.”

Ruard: “Er moet moreel leiderschap vanuit de politiek zijn: waar staan we voor als we artikel 1 zo belangrijk vinden, wat betekent dat dan? - een politieke zero tolerance. Omdat het klimaat guurder wordt is dat steeds belangrijker.”

Jerry: “Er zijn ook andere groepen die baat hebben bij vooruitgang. Toen wij in 2011 begonnen met Zwarte Piet is Racisme, heb ik herhaald: kijk niet alleen naar de wensen uit de Zwarte gemeenschap maar ook bijvoorbeeld naar die van de Aziatische gemeenschappen. Dat is niet gebeurd. En nu heb je dus allemaal andere organisaties die hetzelfde pad moeten bewandelen als wij. Gaan we dat doen met elke groep, of gaan we een keertje komen met een nationaal plan, dat luistert naar de wensen vanuit de samenleving?”

Dit interview is een verkorte versie van een aflevering van de podcast Groene Gasten.