De transitie van de zware industrie vraagt veel van bedrijven en hun medewerkers. Werkenden in bijvoorbeeld olie- en staalbedrijven hebben op dit moment vaak een prima salaris en baanzekerheid. Door de transitie die van deze bedrijven gevraagd wordt, zullen het werk en de arbeidsvoorwaarden van veel van de werkenden in de zware industrie veranderen. Het is belangrijk om goed na te denken over het werkperspectief dat deze mensen geboden kan worden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen die door de energietransitie van baan moeten veranderen een baan vinden waarmee ze tevreden zijn?
In 1966 deelde studente Koosje Koster krenten uit op het Spui in Amsterdam. Het was een ludieke aksie van de Provobeweging om de krenterigheid, de benepen mentaliteit, van de Nederlandse autoriteiten aan de kaak te stellen. Koster werd door de politie opgepakt en in de cel gezet. Vandaag de dag worden de autoriteiten opnieuw uitgedaagd door de speelse acties van klimaatactivisten.
De chemische sector, staalbedrijven en raffinaderijen gaan hun productieprocessen volledig herzien om een klimaatneutrale, groene toekomst mogelijk te maken. Deze omslag is hard nodig voor klimaat, natuur en omwonenden. De transitie biedt kansen voor werknemers en de arbeidsmarkt, want de komende jaren komen er veel groene banen bij. Maar er gaan ook banen verdwijnen en veranderen. De groene banen vereisen vaak andere vaardigheden dan de oude. De afgelopen maanden zijn wij in gesprek gegaan met werknemers in de zware industrie, met werkgevers- en werknemersorganisaties, en met de milieubeweging. We wilden van hen weten hoe de omslag succesvol kan worden gemaakt en wat zij de komende jaren hopen te realiseren. De gesprekken vormden inspiratie voor deze roodgroene politieke agenda, waarvoor wij ons gaan inzetten in de nationale en Europese politieke arena.
De Rotterdamse Haven wil de duurzaamste haven van Europa worden. Maar de bedrijfsvoering is vooralsnog gericht op winsten op de korte termijn, niet op investeringen voor de lange termijn. De verduurzaming van de haven kan uiteindelijk alleen slagen als het bedrijfsmatige karakter van de haven verandert en als de overheid veel meer richting en ondersteuning geeft.
De Europese Green Deal is praktisch maar ook symbolisch van grote betekenis. Alleen al het feit dat het gelukt is deze afspraken te maken, geeft hoop dat het zal lukken de opwarming van de aarde te beperken. Wat nu snel nodig is, is een plan van aanpak voor de Europese arbeidsmarkt. Onze industrie kan alleen verduurzamen wanneer oneerlijke concurrentie met landen buiten Europa wordt tegengegaan. Ook moet voorkomen worden dat de rekening van de energietransitie belandt bij werkenden in kwetsbare regio’s en dat een tekort aan geschikte arbeidskrachten de energietransitie vertraagt.
'Denken in systemen' toont hoe we op zinnige wijze naar systemen kunnen kijken. Hoe ze eruitzien als ze goed werken en hoe ze geoptimaliseerd kunnen worden. En in welke valkuilen men vaak trapt, zoals ‘de tragedie van de meent’.
Zijn uitgangspunt is helder: als we de ernst van de klimaatcrisis onder ogen zien, dan moeten we ook accepteren dat we de economie radicaal moeten omgooien. Economisch antropoloog Jason Hickel (1982) is een prominent pleitbezorger van degrowth: de theorie dat we voor ons welzijn en de planetaire gezondheid onze kapitalistische obsessie met een groeiende economie moeten laten varen.
Het was geen goede zomer voor optimisme. Kranten moesten op zo veel dossiers het woord ‘crisis’ plakken dat lezers zich afvroegen of de term ondertussen niet onderhevig was aan inflatie. Het was moeilijk om niet mismoedig te worden toen naast moderne klassiekers als de klimaat- en stikstofcrisis ook nog de ‘rondkomcrisis’ de kop opstak.
Ik schrijf mijn column dit keer in de schaduw, op de eerste dag van de formele hittegolf in Nederland. Ook maatschappelijk zijn de gemoederen flink verhit. De boerenprotesten lopen al een paar weken uit de hand, en de kranten laten ons weten dat regeringspartijen serieus overwegen om in te gaan op de eisen van de kleine groep die zich met tractoren, nazivlaggen en snelwegacties verzet tegen de voorgestelde maatregelen.
Bij Tata Steel waren het de werknemers en de milieubeweging die de vergroening van het bedrijf inzetten. Hoe kunnen we nog meer van dat soort successen boeken? Faiza Oulahsen, hoofd klimaat en energie bij Greenpeace, en Doekle Terpstra, oud-vakbondsman en voorzitter van de vereniging die de installatiebranche vertegenwoordigt, zien allebei dat de overheid veel meer moet doen om werknemers een goed gevoel over de toekomst te geven.