Omtzigt, maar ook de BBB van Caroline van der Plas, pleit voor een kiesstelsel op Scandinavische leest. Ongeveer tweederde van de zetels wordt gekozen in districten. In Nederland zullen deze ongeveer de huidige kieskringen zijn. De kieskring Amsterdam zal zo’n vijf vertegenwoordigers in de Tweede Kamer hebben en de kieskring Groningen zo’n drie. De overige zetels zullen gebruikt worden om een zo’n proportioneel mogelijke uitslag te krijgen. Partijen die geen districtszetels halen, omdat ze in ieder district onder de kiesdrempel blijven, komen zo toch in de Kamer. In Denemarken geldt voor het halen van zo’n vereffeningszetel een kiesdrempel van zo’n twee procent en in Zweden vier procent.
Omtzigts argumentatie voor zijn nieuwe kiesstelsel is dat mensen uit de regio zo een eigen vertegenwoordiger in Den Haag krijgen. Er is echter geen enkel bewijs dat een Deens of Zweeds kiesstelsel zorgt voor betere vertegenwoordiging van regio’s. Zweden en Denemarken hebben, net als Nederland, een zeer hoge fractiediscipline (Willumsen 2017). Dat wil zeggen: Kamerleden wijken bijna nooit af van hun fractie. Het is dus niet zo dat een Kamerlid uit Noord-Jutland anders stemt dan een Kamerlid uit Kopenhagen, omdat daar andere belangen spelen.