In Nederland heeft Emile Roemer in het verleden getracht de arbeids- en leefomstandigheden van hun lotgenoten te verbeteren. Vaak gaat het in ons land om Oost-Europeanen met een beschermde EU-status. En dan nog is het overleven zonder rechten.
Voor de Afrikanen in Zuid-Italië is het maar de vraag in hoeverre ze zich beschermd weten. Premier Meloni weet heel goed dat de Italiaanse economie niet zonder hen kan, maar de bittere werkelijkheid in het huidige politieke klimaat brengt met zich mee dat onzichtbaarheid nu eenmaal beter beschermt dan opkomen voor je rechten.
Het schreeuwende debat over asielzoekers gaat volkomen voorbij aan de vele tienduizenden werkers aan de onderkant van de arbeidsmarkt: geen Italianen of Nederlanders te vinden die het werk willen doen tegen dat loon en onder die arbeidsomstandigheden waarvoor de Oost-Europeanen of de Afrikanen het wel moéten doen.
Je kan redeneren: er is een weg uit de armoede in de verzorgingsstaat van West-Europa. Als je maar volhoudt, je vastklampt aan de onderste trede van de maatschappelijke ladder. Dan zullen je kinderen het beter krijgen. Overal op de wereld wordt is eeuwenlang zo geredeneerd. Het beloofde land liet je volhouden. In ons deel van de wereld gaat dat steeds minder op voor steeds meer mensen. En al die mensen worden steeds vaker met de nek aangekeken. Alsof we in hoog tempo teruggekatapulteerd worden naar een tijd van rangen en standen die we dachten achter ons te hebben gelaten.