Volgens Seraina Grünewald, hoogleraar European and Comparative Financial Law aan de Radboud Universiteit Nijmegen, zouden we wat vaker over onze betaalmiddelen moeten nadenken. ‘Omdat het een belangrijk maatschappelijk fenomeen is, een belangrijk aspect van onze dagelijkse interacties met elkaar. Denk er eens aan hoeveel betalingen per dag je maakt, hoe die je leven vormgeven.’

Daarom is ze ook zo geïnteresseerd in de digitale euro, die volgens haar een van de meest ingrijpende financiële innovaties van deze generatie kan worden. Sinds 2020 onderzoekt ze met twee collega’s het plan van de Europese Centrale Bank (ECB) om een digitale munt uit te geven. Europeanen zouden dan allemaal een soort bankrekening kunnen openen bij de Europese Centrale Bank, om spaargeld te stallen en om betalingen te doen. Grünewald is verbaasd over het gebrek aan publiek debat over de plannen, die politici volgens haar lang hebben beschouwd als ‘een beetje een sciencefictiononderwerp’.

Seraina Grünewald
Seraina Grünewald. Foto: Duncan de Fey.

Betalen met munten en biljetten is op steeds minder plekken mogelijk. Waarom is het zorgelijk dat cash langzaam verdwijnt?

“Ik ben hier drie jaar geleden vanuit Oostenrijk naartoe verhuisd en ik zeg vaak dat ik waarschijnlijk nog steeds de biljetten van toen ik hier kwam in mijn portemonnee heb zitten. Het gebruik van cash neemt in alle EU-landen al jaar na jaar af, en de covid-pandemie heeft dat een zetje gegeven, toen mensen liever geen biljetten en munten aanraakten. Ook in landen waar er nog veel met cash betaald wordt – in Oostenrijk is nog 66 procent van de betalingen contant – neemt het echt af.

In die context staat de ‘publieke ankerfunctie’ van cash op de tocht. Al het geld dat op onze bankrekeningen van de Rabobank, Triodos of Deutsche Bank staat is ‘privaat’, geld dat verloren gaat als de bank failliet gaat. Wij consumenten lenen dat aan de bank die het weer uitleent om geld mee te verdienen en meer geld te creëren. Maar we weten: de waarde van 1 euro is altijd 1 euro, bij welke bank je het ook stalt.

Dat kan alleen omdat dat geld altijd omgewisseld kan worden in publiek geld: in contant geld uitgegeven door de ECB. De bankbiljetten maken het monetaire systeem stabiel. Daarom overweegt de ECB een digitale vorm van haar geld, als supplement voor het afnemende contant. We moeten niet onderschatten hoezeer de digitale euro een stabiliserende factor kan worden.”

De digitale euro kan ook een disciplinerende functie hebben op banken, schreef u in een blog op de website van het Sustainable Finance Lab. Hoe werkt dat?

“Een private bank moet geld verdienen, daarbij komen risico’s kijken. En de risico’s zijn in dat geval voor de mensen die dat geld bij de bank parkeren. Met de digitale euro hebben we een keuze: stal ik het geld bij een bank die in zijn eigen belang werkt, of een die het publieke belang dient? Ik kan dan straks mijn salaris laten storten op mijn digitale eurorekening, waar het geld risicovrij staat. Of ik kan kijken: hoeveel betaalt een private bank mij om mijn geld te krijgen? Dan zal een bank me daadwerkelijk een rente moeten betalen die reflecteert hoeveel risico mijn geld daar loopt.

“ Banken zullen hun risicovolle beleid moeten aanpassen als er een alternatief is ”

Op dit moment geven we banken ons geld en verwachten we er niets voor terug. En dan verdienen ze daar ook nog heel veel geld mee, dat ze onder meer uitgeven aan bonussen. Banken zullen hun risicovolle beleid moeten aanpassen als er wel een alternatief is. Als ze dan toch failliet gaan, is er met de digitale euro bovendien een andere manier om betalingen door te laten gaan, dat maakt het minder waarschijnlijk dat we ze met belastinggeld hoeven te redden.”

Banken zijn dus druk aan het lobbyen in Brussel om het plan voor de digitale euro niet al te ambitieus te maken.

“Ja, omdat ze bang zijn dat het hun bedrijfsmodel ondermijnt. Ze zijn bang dat ze het privilege kwijtraken om geld te creëren. De vraag die in Brussel openlijk bediscussieerd wordt is dus: hoe groot mag dat verlies bij banken zijn? We willen niet dat ze massaal omvallen: we hebben ze immers nog nodig voor financiële diensten zoals hypotheken. Hier ligt een dilemma voor de ECB: ze willen dat de digitale euro slaagt, maar die moet tegelijkertijd niet té succesvol worden. Dat zijn ook de woorden die minister Kaag gebruikte in haar brief aan de Tweede Kamer over het onderwerp. Tegelijkertijd schreef ze dat de digitale euro banken ‘innovatiever’ en ‘weerbaarder’ zou kunnen maken.”

U vindt dat het er op dit moment op dat lijkt die balanceeract te veel uitvalt richting een ‘kleine’ digitale euro.

“De tendens is om nu de digitale euro heel klein te maken, we zouden op een digitale eurorekening maar drie tot vierduizend euro mogen zetten. Dan gaat volgens mij het hele plan niet werken. Want waarom zou ik, als ik al bij een private bank een hypotheek heb, en een rekening met een creditcard en betaalapp heb, ook nog zo’n rekeningetje openen?

Eurozone
Illustratie: Arianne Faber.

De banken hebben op dit moment te veel invloed op het debat. Ik snap de gevoeligheid, maar het uiteindelijke doel is dat het een competitief middel is om banken te stabiliseren. Dat is het belang van de ECB, en is zelfs haar mandaat.

We moeten niet bang zijn om banken hun gemakkelijke leventje te verstoren. In het Verenigd Koninkrijk wordt er ook nagedacht over een digitale munt, en daar wordt door de Bank of England gemikt op een limiet van tienduizend pond. Dat is al een heel ander verhaal: het zou daar betekenen dat ongeveer 75 procent van de bevolking zijn salaris in digitale ponden zou kunnen krijgen.

“Ik krijg het gevoel dat het publieke belang in het gesprek in Brussel enigszins naar de achtergrond verschuift. Terwijl de ECB en de Commissie – de technocraten dus – heel erg graag die digitale euro willen lanceren, omdat ze denken dat het de internationale positie van de euro tegenover bijvoorbeeld de dollar zal versterken en omdat ze zich zorgen maken over private bedrijven die eigen munten gaan uitgeven. Zoals Facebook heeft geprobeerd met de Libra. Als die munten te veel marktaandeel krijgen, verliest de ECB zijn grip op het monetaire systeem.”

Wanneer denkt u dat we de digitale euro kunnen verwachten?

“Nou, bij de ECB willen ze wel erg snel: kortgeleden zei Fabio Panetta, centrale bankier, dat ze hem op zijn vroegst al in 2026 willen lanceren. Maar dat lijkt me erg ambitieus. Eerst moet de Commissie met een wetsvoorstel komen, dat besproken en goedgekeurd moet worden door de Raad van Ministers en het Europees Parlement. Om de digitale euro vervolgens in te voeren, moeten tal van EU-richtlijnen worden aangepast. Deze moeten weer omgezet in de nationale wetgeving van lidstaten. Ik zou zeggen dat het realistischer is dat we aan het eind van dit decennium een digitale euro zouden kunnen hebben.”

Het vertrouwen in de politiek en publieke instanties is in Nederland niet lang zo laag geweest. Zullen Europeanen zin hebben om hun geld bij een publieke instantie te stallen?

“Dat is inderdaad nog een lastige vraag. Er is onderzocht hoe Europeanen de digitale euro voor zich zien: welke functies moet die hebben, zouden mensen hem gebruiken? Een grote zorg die uit de vragenlijsten naar voren kwam was privacy. Kan de ECB in Frankfurt straks bijhouden hoe we ons geld uitgeven? Die zorgen worden ook heel serieus genomen in het ontwerp. Het idee is dat de ECB geen toegang heeft tot onze gebruikersdata. Het zou niet helemaal anoniem zijn, maar mensen zouden een soort nummer in het systeem worden, de ECB zou niet weten wie mensen zijn. Ik vind het vreemd dat mensen niet dezelfde zorgen hebben over gewone banken. Als ik op mijn rekening kijk, schrik ik er weleens van wat een bank allemaal over mij weet: waar ik graag eet, welke krant ik lees, dat ik twee kinderen heb van waarschijnlijk rond de 4 en 9 jaar oud omdat ik kinderkleren koop.”

Met de komst van de euro verloren we al soevereiniteit. De digitale euro wordt wel heel abstract.

“Ja in die zin gaan we nu een stap verder, op de euromunten staan in ieder geval nog monumenten en belangrijke mensen van elk euroland. We hebben altijd een sterke sentimentele binding gehad met ons geld. Het was een van de redenen dat de Britten niet aan de euro wilden: ze wilden hun koningin op het biljet behouden. Het is de vraag of de digitale euro nog iets verbindends heeft. Maar ja, we drijven nou eenmaal af van de fysieke wereld naar de digitale wereld. Daarin moeten we mee.”

Voor hoeveel haast de Commissie er blijkbaar mee heeft, hoor je nog maar weinig over de digitale euro.

“Ja, het debat komt heel erg laat op gang. Eind 2023 zal het besluit vallen of de digitale euro er komt en hoe die eruit gaat zien. Ik denk dat veel politici de digitale euro als een soort sciencefictiononderwerp zagen. Nu realiseren ze zich: oei, we gaan misschien aanstaande oktober al beslissen of we de realisatiefase, de laatste fase voor de lancering, ingaan. Pas begin dit jaar vroeg het Europees Parlement of ik er een paper over wilde schrijven.

Nu beginnen de parlementariërs zich terecht te realiseren: dit komt er echt aan en ik moet me een mening vormen, ik moet tegen mijn kiezers kunnen zeggen hoe dit hun leven gaat veranderen. Dat is echt vreemd, want de ECB is al jaren op serieuze wijze bezig met deze plannen. Het is te hopen dat er in de komende maanden een constructief maatschappelijk debat over de digitale euro plaatsvindt.”