In zijn proefschrift Politics out of place laat Bram van Vulpen zien op welke manieren verschillen tussen stad en platteland kunnen leiden tot ongelijkheid. Een vorm van ongelijkheid tussen stad en platteland is het verschil in de mate waarin plattelandsbewoners en stedelingen blootgesteld worden aan risico’s en gevaren gerelateerd aan hun leefmilieu. Hij verwacht dat als burgers op het platteland een grotere stem krijgen in besluitvorming, hun belangen beter meegewogen kunnen worden. Juist dat maakt het onderscheid in het stemgedrag tussen stad en platteland nog opvallender.
Twan Huijsmans laat in zijn proefschrift Our place in politics zien dat in grote delen van de westerse wereld vanaf midden jaren tachtig het stemgedrag tussen stad en platteland uit elkaar gegroeid is: steden geven hun stem aan linkse, progressieve partijen en het platteland aan rechtse, conservatieve partijen. In de Engelstalige wereld (Verenigde Staten, Canada, Verenigd Koninkrijk, Nieuw-Zeeland, Australië) is deze trend het scherpst. In Nederland is het verschil met name in de laatste vijftien jaar groter geworden. In zijn analyse probeert Huijsmans grip op deze trend te krijgen.