Toch hoor ik nog geen enkele partij zeggen dat we terug moeten naar die oude situatie, waarbij de corporaties voor ons allemaal woningen bouwden.
“Hugo de Jonge zei wel dat we de volkshuisvesting in ere gingen herstellen, maar vervolgens ging het vooral over de sociale huursector zoals die nu is: huurwoningen voor mensen met een laag inkomen. Er is geen enkele partij die écht uitdraagt dat we sociale huurwoningen weer voor iedereen beschikbaar moeten maken.”
Moet een links frame ook niet meer nadruk leggen op het creëren van fijne buurten en een gezellige leefomgeving in plaats van alleen maar de hoeveelheid woningen?
“Dat denk ik wel. We moeten natuurlijk veel woningen bouwen, maar daarnaast moet het veel meer gaan over het bouwen van fijne woonomgevingen. Woningen moeten betaalbaar zijn, maar ook veilig, passend en duurzaam. Toen de volkshuisvesting honderd jaar geleden op gang kwam, was de houding helemaal niet om snel heel veel goedkope woningen te bouwen.
Er werd een inspirerend verhaal verteld: we gaan eindelijk wooncomfort bieden aan de lagere middenklasse en de arbeiders. We gaan ze voor het eerst een eigen badkamer geven, we gaan ze aansluiten op elektriciteit en we gaan hun woonoppervlak uitbreiden. Dit was een positief verhaal, waarbij bewust niet werd ingezet op zo sober en zo goedkoop mogelijk. Het doel was echt een kwaliteitsslag. Fijne buurten waar je alles om de hoek hebt. Alle voorzieningen dichtbij en vaak ook nog met groen.”
Naast de strijd om de probleemstelling bevat een goed frame nog een ander element: het aanwijzen van een schuldige. Wie zie jij als de belangrijkste veroorzaker van de wooncrisis?
“De wooncrisis is het gevolg van decennialange, doelbewuste politiek. Deze valt niet te reduceren tot één persoon, kabinet, regeerperiode of politieke partij. Het is een langdurig ideologisch project geweest, vanaf eind jaren tachtig tot nu, waaraan een veelheid aan politieke partijen heeft meegewerkt op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Maar als ik de hoofdschuldige moet aanwijzen, dan is het de politiek.
Ik wil er wel voor waken om een soort van valse tegenstelling te creëren tussen overheid versus markt, want het ging hand in hand. Het was de overheid die de markt aanjoeg. Dat is ook de kern van het neoliberalisme: geen afwezige overheid maar een actieve overheid die de markt een duwtje in de rug geeft. Dit zie je nog steeds in de negen miljard per jaar belastingkorting voor huizenbezitters via de hypotheekrenteaftrek en in de stimulering van hypotheekschulden. Daarin is Nederland echt uitzonderlijk, terwijl het vooral zorgt voor hogere huizenprijzen."
Het is dus echt een systemische crisis. Moeten linkse partijen zich dan wel richten op huisjesmelkers of de commerciële projectontwikkelaars en beleggers? Zij worden stinkend rijk van de crisis, maar zijn er niet de oorzaak van.
“Daar twijfel ik zelf wel eens over. Laat ik vooropstellen dat huisjesmelkers gewoon dankbare schurken zijn. Tegelijkertijd denk ik dat dit soort beleggers vooral een symptoom vormen van de wooncrisis. Ze profiteren van een probleem dat ze niet zelf hebben veroorzaakt. De kern van het probleem zit meer in het samenspel tussen politiek en grote marktbelangen, zoals het stimuleren van koopwoningen en institutionele beleggers. Wat mij opvalt aan die institutionele beleggers is hoe goed zij hun lobby op orde hebben.”
Zijn dit Nederlandse pensioenfondsen of ook de grote buitenlandse vermogensfondsen?
“Het zijn vooral Nederlandse partijen. Ze zijn verenigd in de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed, daar zitten clubs als Vesteda en Bouwinvest bij. Die groepen hebben hun lobby goed op orde. Dat merk je bijvoorbeeld met de Wet betaalbare huur. Er zijn verschillende uitzonderingen opgenomen in die wet voor nieuwbouwwoningen, wat precies de woningen zijn waar deze beleggers hun geld in steken. De Wet betaalbare huur betekent dus relatief weinig voor hun rendementen. Ze hebben dit goed voor zichzelf geregeld, zonder daar veel ruchtbaarheid aan te geven. En dat is wel een verschil met de kleine particulieren, de huisjesmelkers. Die reageren juist de hele tijd verontwaardigd in de media.”