De Duitse groene partij Bündnis 90/Die Grünen is in haar vierde decennium een nieuwe weg ingeslagen. Het toetreden tot de stoplichtcoalitie met de sociaaldemocratische SDP en de liberale FDP is een keerpunt. Na een eerste periode met alleen SDP (1998-2005) regeren de Groenen nu voor de tweede keer op federaal niveau. Met het motto dare progress (‘vooruitgang met lef’) zijn er kansen voor verandering na zestien jaar conservatief beleid.
Begin 2020 werd ook Nederland geconfronteerd met de komst van het nieuwe coronavirus. In een historische persconferentie op 12 maart kondigden de premier en de minister voor medische zorg de eerste landelijke coronamaatregelen aan. Evenementen werden afgelast. Wat online kon, ging online. Wie klachten had, moest thuisblijven. Kort erna volgde de eerste lockdown. Onder meer scholen, horeca en sportclubs gingen dicht. We zijn nu twee jaar en meerdere lockdowns verder. Wat zijn de lessen voor politiek en overheid?
Amerikaanse tech-giganten krijgen steeds meer grip op de digitale infrastructuur van het hoger onderwijs. Universiteiten en hogescholen kunnen de regie alleen terugpakken als ze samen optrekken. Welk strategisch digitaal beleid moeten ze voeren?
Het uitzicht op de Oudegracht is weergaloos; de burelen doen wat gedateerd aan. We zijn op de zolderverdieping van het partijkantoor in Utrecht op bezoek bij Bureau de Helling, het wetenschappelijk bureau (WB) van GroenLinks. Sinds enkele maanden zwaait Robbert Bodegraven daar de scepter. We gunnen hem z’n eerste honderd dagen niet en voelen hem alvast aan de tand – over hemzelf, GroenLinks, haar WB en ja, ook over dit blad.
In vijf nieuwe gemeenten in het noorden van het land scoorde GroenLinks opvallend goed. Wat is het geheim, en wat kunnen andere afdelingen leren van de Groningse en Friese ervaringen tijdens de collegeonderhandelingen? Lokale wortels, ogen en oren in alle dorpen, en werken aan je ‘gunfactor’, vier jaar lang. “De campagne begint de dag na de verkiezingen.”
Als we de huidige tijdgeest, misschien het beste verwoord door de louche zakenman Gordon Gekko in de film Wall Street, moeten geloven, is hebzucht een goede zaak. Zonder greed geen menselijke vooruitgang. Daar werd in het verleden heel anders over gedacht.
Voor wie de publicaties van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks trouw volgt is ‘Besturen met idealen’ een vertrouwd thema. De uitdaging ervan staat ook centraal in het evaluatierapport na de tegenvallende Tweede Kamerverkiezingen van 2021: “Laat zien dat ‘idealen’ en ‘besturen’ hand in hand gaan: het is van belang dat GroenLinks duidelijk maakt hoe zij met behoud van idealen kan besturen.”
Politiek is voor idealisten – zeker bij GroenLinks. Juist politici van deze partij hebben ideeën over hoe het beter kan. De stap naar meebesturen is logisch, maar de praktijk is soms weerbarstig. Vooruitgang gaat stap voor stap. Bestuurders moeten compromissen sluiten, uitruilen doen en meebewegen met collegepartijen. Hoe gaan drie wethouders van middelgrote gemeenten om met het spanningsveld tussen droom en werkelijkheid?
We moeten succesvol beleid afmeten aan ‘brede welvaart’ in plaats van economische groei. Het boek 'Kwetsbare welvaart' voorziet het brede welvaartsbegrip van historische diepte.
Als variant op het veelgebruikte Antropoceen stelt Christopher Preston voor te spreken van het Synthetisch Tijdperk of het Plastoceen: een tijdperk waarin de mens niet meer leeft in een wereld die hij gevonden heeft, maar in één die wordt vormgegeven door ingenieurs. In deze nieuwe werkelijkheid moeten we vooral de vraag stellen: wat is de wereld die we willen creëren?