De energie loopt uit energiecoöperaties, het vertrouwen lekt weg bij bedrijven die aan duurzaamheid werken. De overheid biedt hun geen stabiel en voorspelbaar belastingregiem. Dat komt doordat er een olifant in de kamer stond tijdens de onderhandelingen over het Energieakkoord.
GroenLinks wil met ambitieuze groene projecten aan de slag, en dat is hard nodig. Andere partijen willen normaal doen. Wat zeggen de feiten?
GroenLinks moet armoedebestrijding sterker verbinden met duurzaamheid, zowel nationaal als internationaal.
Nederland werd ooit een grootmacht op wind en turf. De VS domineerden de vorige eeuw door goedkope olie. Duitsland zet nu vol in op duurzame energie – maar dat is een gok.
Rutte heeft gelijk: Nederland is een kolen-, gas- en olieland. We zijn afhankelijk van de grillen van dictators en gevoelig voor prijsschommelingen op de wereldmarkt in fossiele brandstoffen. Alleen door voorrang te geven aan Hollandse zon, wind, aardwarmte en energiebesparing boven buitenlandse olie, blijft Nederland een sterk en onafhankelijk land.
Terwijl de Europese Unie besloot oliebedrijven te verplichten minimaal 5% biobrandstof bij te mengen in de fossiele benzine en diesel, kraakte buiten Europa het voedselsysteem in zijn voegen. Wat eerst een goed idee leek – landbouwgewassen gebruiken om minder afhankelijk te zijn van geïmporteerde olie – is intussen een hoofdpijndossier geworden. Europa moet zuinig omgaan met de goede biomassa die we kunnen krijgen en zorgen voor hoogwaardige toepassingen in sectoren waar alternatieven niet of nauwelijks voorhanden zijn.
GroenLinks zou zeer kritisch moeten zijn over het Energieakkoord dat onlangs werd gesloten door werkgevers, vakbonden en milieuorganisaties. De belangen van burgers zijn onvoldoende meegenomen en het plan zal daardoor de noodzakelijke energierevolutie niet op gang kunnen brengen.
Volgens Richard Heinberg stuiten we binnenkort op de grenzen van de groei. De economie zoals we die kennen zal ingrijpend veranderen. Moeten we straks weer ons eigen voedsel gaan verbouwen?
Het Nationaal Energieakkoord uit 2013 is niet meer dan een eerste stap naar een duurzame energievoorziening. Hoe ziet een structurele aanpak van de energietransitie eruit? De wetenschappelijke bureaus van zes partijen laten hierover hun licht schijnen in de essaybundel Energietransitie: politiek robuust, die op 22 september werd aangeboden aan Ed Nijpels, de voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord.
Toen olie nog tien dollar per vat kostte en klimaatverandering niet bestond, was ik al geobsedeerd door energieverbruik. Maar niet uit ideële overwegingen. Het kwam door een digitale teller in de auto. De teller gaf het actuele brandstofverbruik weer en de voortdurend verspringende oranje pixels fascineerden mij als klein ventje op eenzelfde manier als Tetris dat deed. Toen ik merkte dat de pixels dramatisch versprongen en het brandstofverbruik halveerden als we vlak achter een vrachtwagen gingen rijden, eiste ik dat we alleen nog maar achter vrachtwagens zouden rijden. Niet zo veilig, maar je reed dan al gauw 1 op 20.