Als de vergrijzing en krimp in Europa aanhouden en de economie blijft groeien, hebben we ook de komende dertig jaar arbeidsmigranten uit EU-lidstaten én daarbuiten nodig. Reden voor GroenLinks om te werken aan een menswaardig arbeidsmigratiebeleid dat recht doet aan zowel de economische en sociale praktijk als aan de waarden van de partij.
Is de Europese Unie in zijn nadagen beland? Volgens de Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev is er alle reden tot pessimisme. Zijn boek Na Europa heeft veel stof doen opwaaien.
Het ideaal dat iedereen binnen Europa zou kunnen reizen, wonen en werken in gelijkwaardigheid, lijkt gepaard te gaan met een ‘race naar het afvoerputje’. Sectoren met tekorten (land- en tuinbouw, vleesindustrie, de bouw) halen veelal Oost-Europese arbeidsmigranten binnen. Ze belanden in Nederland in een schimmige industrie waar koppelbazen en uitzendbureaus de dienst uitmaken. Zowel Europeanen als niet-Europeanen betreden onze arbeidsmarkt; in het slechtste geval worden zij werknemers zonder de rechten, voorzieningen en minimumlonen die voor andere werkenden wel gelden. Wat is een fatsoenlijk minimum voor arbeidsmigranten? Welke rol speelt de Europese Unie daarin? Wat moet Nederland – als ontvangend land – beter op orde krijgen als zij gedetacheerde werknemers ontvangt?
Beiden zijn zeer succesvolle politici in relatief onzichtbare instituties, beiden zetten zich met hart en ziel in voor een humaner asiel- en migratiebeleid, en beiden zwaaien de komende maanden af: Judith Sargentini als Europarlementariër en Tineke Strik als fractievoorzitter van GroenLinks in de Eerste Kamer. Alleen wacht Strik direct een nieuw politiek avontuur: ze volgt Sargentini op als nummer twee op de lijst voor het Europees Parlement. In het Amsterdamse filmtheater EYE blikken Strik en Sargentini op verzoek van de Helling terug én vooruit.
Wetenschappelijk Bureau GroenLinks publiceerde recent (30-10-2020) het onderzoek ‘Migratie die werkt: naar een rechtvaardig en menswaardig arbeidsmigratiebeleid’. Het rapport bevat een gedegen analyse van misstanden in de omgang met arbeidsmigranten. Ik ben het van harte eens met de voorgestelde maatregelen om het lot van migranten te verbeteren. Maar ik heb problemen met de in het rapport voorgestelde “selectieve verruiming” van arbeidsimmigratie voor laag betaalde “derdelanders” (van buiten de EU). Daarmee geeft het rapport (onbedoeld) toe aan de lobby van werkgevers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze zombie-bedrijven moeten het hebben van uitbuiting via minimumlonen, gedwongen winkelnering (werkgevers als huisjesmelkers) of flexibele inhuur via malafide bureaus. Dit soort toestanden functioneert bij de gratie van een ruim aanbod aan werkwilligen.