Voor linkse partijen blijft het migratiedebat een heikel punt. Verkiezingsprogramma’s staan bol van de doordachte beleidsplannen, maar wat is een stevig narratief tegenover het extreme en feitenvrije dominante geluid?
Hoe vaak ik afgelopen week wel niet het artikel over linkse politiek van Jesse Frederik van de Correspondent kreeg doorgestuurd? Ik ben gestopt met tellen. Hij raakt duidelijk een snaar en zwengelt interessante discussies aan binnen de linkse bubbels.
Framing heeft ten onrechte een slechte naam, want zonder framing geen ideologische strijd. Een politieke partij die niet aan framing doet, vervalt al snel in technocratische politiek: een overload aan beleidsvoorstellen zonder een duidelijk beeld van waar die partij nou echt voor staat. Of ze vervalt in machtspolitiek, waarbij niet ideologische overtuigingen maar kiezersonderzoeken de koers dicteren.
De dominante taal van duidelijkheid en daadkracht schept een cultuur van bekvechten en beledigen, die in het voordeel werkt van populistisch rechts. Hoe kan GroenLinks-PvdA daar een verhaal van vriendelijkheid en empathie tegenoverstellen?
Leven in de buurt van intensieve veehouderij is niet gezond. Het RIVM is daar helder over: mensen kunnen ziek worden van zoönosen, ziekten die kunnen overspringen van dier naar mens, zoals Q-koorts en salmonella. Fijnstof en ammoniak kunnen longproblemen veroorzaken. Toch bestaat er op het platteland grote weerstand tegen progressieve partijen die de intensieve veehouderij willen hervormen.
Iedere maand leest, in de Eerste Kamerfractie van GroenLinks-PvdA, iemand een gedicht voor dat hem of haar inspireerde. We delen er de komende edities van De Helling een aantal.