Na covid keerden miljoenen mensen in westerse landen niet terug naar hun werk. In de VS sprak men van The Great Resignation. In het Verenigd Koninkrijk heette dat the missing million. Daarbij gaat het weliswaar om een klein percentage van de werkende bevolking, maar toch: één miljoen mensen in het Verenigd Koninkrijk ziet niets in de geboden vacatures en is afwezig op de arbeidsmarkt. In de VS is dit proces al langer aan de gang en liggen de percentages ietsje hoger.

Opvallend was dat degenen die op de arbeidsmarkt terugkeerden steevast betere arbeidsvoorwaarden eisten. Ze wilden ook na corona een deel van de week kunnen thuiswerken. Ze vroegen om een hoger loon en meer respect voor hun vrije tijd. Ze wilden hun kinderen naar school kunnen brengen of meer vakantiedagen. Ze eisten baanzekerheid en dongen naar een grotere mate van autonomie op het werk. Men wilde, kortom, niet minder maar beter werk.

“ In ondernemerskringen is men nu meer geïnteresseerd in hoe je je personeel behoudt dan hoe je mensen ongehinderd kunt ontslaan ”

Bovenstaande eisen maken duidelijk dat werknemers sinds de ontstane krapte op de arbeidsmarkt een sterkere machtspositie hebben verworven. Niet alleen de werknemer, ook de werkgever is veranderd. In ondernemerskringen is men nu meer geïnteresseerd in hoe je je personeel behoudt dan hoe je mensen ongehinderd kunt ontslaan.

Er is meer aan de hand. De krapte lijkt op vele plaatsen in de wereld een rebellie te ontketenen tegen het soort werk dat mensen de afgelopen decennia door werkgevers – vaak gesteund door de overheid – is aangeboden. Het platform anti-werk op Reddit, dat in oktober 2020 in de VS werd opgericht en toen zo’n 180.000 leden telde, wordt nu dagelijks door ruim anderhalf miljoen leden bezocht. Het populairst zijn de ontslagbrieven die werknemers op de site publiceren.

Maar ook aan de andere kant van de wereld, in China, is op het internet een vergelijkbare beweging ontstaan. Op de site die vrij vertaald naar een populaire song Languit liggen is heerlijk heet, kondigden tal van jonge, hoogopgeleide Chinese intellectuelen aan dat ze van plan waren uit de race om de hoogste en best betaalde banen te stappen en een minder materialistisch leven te leiden. De site is inmiddels door de autoriteiten van het web gehaald. 

Gebrek aan autonomie

De groeiende populariteit van de anti-werkbeweging in de VS vormde voor zakenbank Goldman Sachs afgelopen november zelfs een reden een notitie te publiceren met de boodschap dat de weerzin tegen werk onder jongeren een ‘langetermijnbedreiging voor de arbeidsparticipatie’ vormt. Het is de vraag of de bank hierin gelijk heeft. Leden van de anti-werkbeweging keren zich niet zozeer tegen werken überhaupt, als wel tegen de lage lonen, het gebrek aan autonomie, hardnekkige discriminatie, de chronische onzekerheid over arbeidsuren, de dictatuur van de baas, het doorsijpelen van het werk in ieders vrije tijd en de verstoorde balans tussen werk en leven die daar het gevolg van is.

De wrevel keert zich niet alleen tegen wat er onderin de arbeidsmarkt gebeurt, maar ook tegen goedbetaalde maar slopende zestig- of tachtigurige banen bovenin.

Toen dergelijke banen een jaar of twintig geleden in onder andere de financiële wereld of de advocatuur geschapen werden, ging daar aanvankelijk een enorme heroïek van uit. Extreem leven en dat persoonlijk aankunnen was in. Wie dat kon werd bewonderd. Nu hoor je vaker dat mensen dit soort banen afwijzen omdat ze niet alleen een goede, hardwerkende advocaat, financiële specialist, of chirurg willen zijn, maar ook een goede moeder, vader, vriendin of burger. Iemand voor wie betaald werk niet permanent voorgaat.

anti-werkbeweging

Toen men bij Goldman Sachs met dergelijke bezwaren werd geconfronteerd, wist men aanvankelijk niet veel beters te verzinnen dan de bezwaren-makers een hoger salaris te bieden. Waarmee men duidelijk maakte dat men niets van de kritiek begreep.

Het verlangen te werken is niet verdwenen, maar veranderd. Marathonbanen zijn minder prestigieus geworden. Net zoals je van sport kunt houden zonder topsporter te willen worden, zo kun je van inspannend werk houden zonder dat in de mal van een extreem veeleisende en hoogbetaalde baan te gieten.

Greedy jobs slokken niet alleen je leven op, maar ook dat van je partner, je kinderen en je sociale omgeving. Nu het palet van onze waarden en normen lijkt te veranderen, is de keuze voor dat soort werk bedenkelijk geworden. Vanwege wat je jezelf aandoet, maar ook je omgeving. De uitdaging zit niet langer in het werk maar in het vinden van de juiste combinatie van leven en werk.

Daarbij komt dat dit soort banen technisch en organisatorisch gesproken allang niet meer nodig is. Marathonbanen worden steeds overbodiger als er meer goede en betaalbare opleidingen ontstaan voor bijvoorbeeld advocaten, artsen of financieel specialisten, als telewerk de noodzaak van deals sluiten aan de andere kant van de wereld vervangt, als mensen er beter in slagen teams van professionals samen te stellen die in geleverde kwaliteit niet voor de briljante eenling onderdoen.

Dat de anti-werkbeweging een stemming vertolkt die wereldwijd gedeeld wordt, valt ook op te maken uit het zojuist verschenen rapport van het onderzoeksbureau Gallup, dat elk jaar The Collective Voice of the Global Employee in kaart probeert te brengen. Zestig procent van de werkende wereldbevolking voelt zich niet actief betrokken bij hun werk en negentien procent voelt zich zelfs ronduit miserabel, maar klampt zich aan een baan vast omdat ze te gestrest zijn om goed over mogelijke alternatieven na te denken.

Van de regio’s die in het rapport behandeld worden, komt Europa er niet goed uit. Slechts 14 procent gaat enthousiast naar het werk, tegenover 33 procent in Canada en de VS. In het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Italië en Frankrijk ligt dat cijfer zelfs beneden de 10 procent. De Denen en de Finnen springen er het beste uit.

Essentiële beroepen

Het onderzoeksrapport beschrijft overigens uitsluitend hoe mensen in 2021 dachten over hun werk. Dat is de periode waarin de maatschappelijke effecten van de epidemie helder aan het licht kwamen: de te laat op gang gekomen steun voor de verzorgingshuizen, het disproportionele aantal slachtoffers onder de ‘essentiële beroepen’ en in wijken waar veel migranten woonden, de schrikbarende aantallen doden onder de zwarte bevolking in de VS. Breng de ongelijkheid van een land in de kaart en je ziet precies waar de meeste slachtoffers zijn gevallen. Het is niet onaannemelijk dat de bitterheid hierover ook doorsijpelt in de oordelen die mensen hebben over hun werk.

Ook het grote aantal sterfgevallen droeg bij aan de veranderde houding tegenover het werk. Covid riep vragen op over de zin van het bestaan en de plaats daarin van (betaald en onbetaald) werk. The Great Resignation sloeg ook toe in Nederland. Onder degenen die het zich financieel konden permitteren besloten velen minder te gaan werken of extra te sparen opdat ze eerder met pensioen konden. Thuiswerkers beseften bovendien hoeveel tijd ze met reizen kwijt waren en dachten aan al die uren die ze zinloos op kantoor doorbrachten. Zoals iemand in een interview opmerkte: ‘Vroeger ging ik in de buurt van mijn werk wonen en skypete of zoomde ik met mijn moeder; toen de epidemie uitbrak besloot ik in de buurt van mijn moeder te gaan wonen en te skypen of te zoomen met mijn werk.’

Brede welvaart

Niet alleen riep covid vragen op over de juiste balans tussen werk en leven, de epidemie maakte ook duidelijk dat thuiswerken, mits goed georganiseerd, niet alleen het leven van de werknemer verbetert, maar ook de productiviteit van het bedrijf omhoog schroeft. Mits opgeschaald, zou telewerk het karakter van de arbeidsmarkt weleens grondig kunnen veranderen. 

Tot slot draagt ook klimaatverandering bij aan de veranderde houding tegenover het werk. Is het niet beter productiviteit te associëren met het repareren en in stand houden van wat er al is, in plaats van met het vermogen constant nieuwe spullen te produceren en mensen daar via een stortvloed aan reclame toe te verleiden? En waarom zou je steeds meer geld willen verdienen als dat tot meer consumptie en een grotere voetafdruk leidt?

Nu onze waarden en normen schuiven, zijn goed leven en goed verdienen twee verschillende grootheden aan het worden. Dat geldt voor het leven dat we individueel leiden, maar het geldt ook voor hoe we collectief over welvaart of welzijn denken. Groei wordt tegenwoordig door de overheid gemeten in eenheden ‘brede welvaart’ in plaats van door toe- of afname van het bbp. De veranderende conceptie van groei zal onvermijdelijk repercussies hebben voor het soort productie en consumptie waar betaald werk toe leiden moet. Bovendien brengt de nieuwe welvaartsmonitor van de overheid duidelijker de bijdrage van onbetaald werk in kaart.

Een populair boek dat de veranderende opvatting van werk bevestigt is Werk is geen oplossing (2021) van Marguerite van den Berg. Werk, zegt ze, is ‘niet normaal’ meer. Gegoten in de mal van het huidige kapitalisme biedt het mensen zowel individueel als collectief minder bestaanszekerheid.

We moeten volgens van den Berg leren ‘werkloos’ te worden. Omdat wat we nu onder werk verstaan ons leven ondermijnt in plaats van verder helpt. En omdat veel werk uiterst slecht betaald wordt en mensen belet voldoende tijd en zorg aan hun omgeving te besteden. Werk, aldus van den Berg, is voor te veel mensen een relatie geworden die geen zekerheid en veiligheid biedt.

Werk is geen oplossing

Ze pleit er voor dingen meer samen te doen. Bijvoorbeeld samen kinderen opvoeden, voor ouderen zorgen, koken, de hond uit laten, of voedsel verbouwen, in plaats van dat aan matig betaalde en toch nog steeds te dure kinderopvang, professionele verzorgers, hondenuitlaatservices, of de intensieve landbouw over te laten. Commoning noemt ze dat. Je verdient als collectief minder geld in ruil voor werk dat meer voldoening geeft. Voorleven hoe het anders kan, een ander bewustzijn creëren ten aanzien van werk, is haar belangrijkste devies.

Waar Van den Bergs analyse in tekortschiet is dat ze ons door het hele boek heen met een paradox confronteert die onbesproken blijft. Wie terugkijkt in de geschiedenis ziet dat het kapitalisme dankzij zijn innovatieve kracht voor een enorme toename van de welvaart heeft gezorgd. Als het om welvaart produceren gaat, kent het kapitalisme zijn weerga niet. Als het om de besteding en verdeling daarvan gaat, faalt het niet alleen, maar botst de rijkdomswens die door de kapitalistische economie aangejaagd en in stand gehouden wordt frontaal op de grenzen van de planeet.

In de jaren dertig van de vorige eeuw schreef de econoom Keynes een klein en later beroemd geworden essay: Economic Possibilities For Our Grandchildren. Daarin sprak hij de hoop uit dat de rijkdomswens die het systeem aandreef door de welvaart die het genereerde van karakter zou veranderen en milder zou worden. Hij rekende erop dat maatschappijen aan het begin van deze eeuw zo welvarend zouden zijn dat mensen niet alleen minder zouden hoeven te werken, maar ook minder zouden willen werken. 

Burn-outs

Dat is niet gebeurd. Het aantal werkuren is sinds de tijd dat hij zijn essay schreef nauwelijks afgenomen. Alle geschapen welvaart ten spijt leven rijk en arm in kapitalistische samenlevingen nog steeds onder de economische knoet van de schaarste en zijn stress en burn-outs zowel boven als onder in de arbeidsmarkt aan de orde van de dag. Sterker nog, geheel in tegenstelling tot wat Keynes hoopte wordt zelfs de arbeid als economisch, sociaal of cultureel kapitaal opgevat, dat zo efficiënt mogelijk en liefst winstgevend op alle terreinen van het leven moet worden ingezet.

“ Alle geschapen welvaart ten spijt leven rijk en arm in kapitalistische samenlevingen nog onder de economische knoet van de schaarste ”

Voor zover er nog feitelijke armoede in westerse samenleving bestaat, zit die wat Keynes betreft vooral in de gebrekkigheid van ons denken en handelen. Het probleem is niet het tekort aan welvaart, maar het hardnekkige onvermogen de voortgebrachte welvaart gelijker te verdelen en er planeetconform van te genieten.

Anno 2022, het jaar waarin cruciale kringlopen in het ecologisch systeem van de aarde dreigen stil te vallen, is de oplossing van het raadsel dat Keynes aanstipte belangrijker dan ooit. De technische mogelijkheden om minder, anders en beter te werken zijn er. Wat we nu nodig hebben zijn institutionele alternatieven en politieke coalities die krachtig genoeg zijn om de veranderde inzichten in praktijk te brengen.

Werk is geen oplossing, Marguerite van den Berg, Amsterdam University Press, 2021

Lees ook het interview met Marguerite van den Berg in het winternummer van tijdschrift de Helling, 2021.