O’Dwyer is in het dagelijks leven brandweerman en woont in Dublin. Daar kreeg hij, net als 20.000 andere willekeurig gekozen Ierse adressen, in maart 2022 een uitnodiging op de mat. Wilde iemand uit zijn huishouden meedoen aan het burgerberaad over biodiversiteit? O’Dwyer wilde meteen wel. “Ik was al geïnteresseerd in het onderwerp milieu”, zegt hij. Dat was niet voor iedereen de reden om mee te doen, merkte O’Dwyer. “Veel deelnemers wilden gewoon betrokken zijn en andere mensen ontmoeten.”
Onafhankelijke experts
Uit de ruim 2.000 reacties selecteerde de organisatie van het beraad een statistisch zo representatief mogelijke afspiegeling van de Ierse bevolking. “4 procent boeren, de helft mannen en de helft vrouwen, 10 procent 18 tot 24-jarigen en 28 procent bewoners van Dublin”, somt Tim Carey op. Hij is een senior ambtenaar met een erfgoedachtergrond en werkte als secretaris van het burgerberaad veel samen met de voorzitter, Aoibhinn Ní Shúilleabháin.
De selectie van burgers was nog relatief eenvoudig, vertelt hij. Pas daarna begon het lastigere werk: er moest een adviesgroep van onafhankelijke experts gevormd worden én deelnemers moesten een inhoudelijk stevig maar toch behapbaar programma voorgeschoteld krijgen.
“Biodiversiteit is een heel breed onderwerp”, zegt Carey. “Burgers moeten dus eerst veel leren voor ze het gevoel hebben dat ze er advies over kunnen geven.” Gedurende 8 maanden kregen de deelnemers 87 verschillende sprekers voor hun kiezen. Dat waren niet alleen wetenschappers – die ondanks hun onafhankelijkheid praktisch altijd het behoud van biodiversiteit voorstaan, leerde Carey.
Er kwamen ook vertegenwoordigers langs uit verschillende sectoren, zoals de visserij, de landbouw en de mijnbouw. “Soms spreekt zo iemand maar 5 minuten over eigen problemen en ervaringen”, zegt Carey. “Maar dat ontgrendelt wel de complexiteit van het onderwerp en belicht verschillende perspectieven.”
Nationaal veen-actieplan
Zo ervaarde O’Dwyer dat als deelnemer ook. Hij leerde veel over biodiversiteit, juist door de diversiteit onder sprekers en andere deelnemers. “Dan verandert je mening, want die is toch gevormd door je opvoeding en waar je vandaan komt.” Hij vond het bovendien fijn om de feiten gepresenteerd te krijgen. “Ik dacht dat ik wel goed op de hoogte was, maar ik ben nu veel meer onderlegd.”
O’Dwyer is bijvoorbeeld anders gaan denken over het veengebied, dat ruim 17 procent van het Ierse land bedekt. “Ik dacht altijd dat het een goed idee was om turf als natuurlijke hulpbron te gebruiken, in de tuinbouw en om huizen te verwarmen. Zo zouden we op termijn al het veen ontwaterd hebben. Maar turf gebruiken brengt enorme schade aan de biodiversiteit!” In de aanbevelingen aan de overheid staat dat er een nationaal veen-actieplan moet komen. En illegaal turfsteken moet écht beëindigd worden, inclusief financiële hulp voor mensen die nu nog met turf hun huis verwarmen.
Illegaal turfsteken is natuurlijk al verboden, maar overheden treden daar volgens het burgerberaad nog veel te weinig tegen op. Die nalatigheid is een terugkerend onderwerp in het rapport. Carey: “Sprekers vertelden steeds weer dat overheden níét deden wat beleid en wetgeving wél voorschreef. Dat maakte veel indruk op de leden.”
De 159 aanbevelingen beginnen dan ook met op nummer 1 de roep om ‘prompte, overtuigende en urgente’ actie van de overheid om verder biodiversiteitsverlies te voorkomen. En op 2: “Het burgerberaad gelooft dat de overheid over de hele linie heeft nagelaten om bestaande nationale wetgeving en beleid en EU-wetgeving en -richtlijnen rondom biodiversiteit adequaat te financieren, te implementeren en te handhaven. Dit moet veranderen.”
Vlees of plantaardig
Het ging in het burgerberaad natuurlijk veel over landbouw. Carey: “Landbouw heeft de meest negatieve impact op biodiversiteit, hoewel er juist veel biodiversiteitssubsidies naar boeren gaan. Het beraad wilde daarom meetbare maatregelen.” Er was bijvoorbeeld veel aandacht voor betaling op basis van resultaten. Dat betalingsprincipe bleek een goede invloed te hebben op biodiversiteit in een project op de Burren, een groot kalksteengebied waar Ieren al millennia lang vee houden.
Boeren kwamen niet als boeman uit de bijeenkomsten. Integendeel. De vertegenwoordigers die langskwamen vanuit acht verschillende landbouworganisaties vonden veel gehoor met hun oproep voor duidelijke maatregelen waarmee ze nog wel hun geld konden verdienen. O'Dwyer: "Ik had niet door hoeveel boeren eigenlijk al weten van en dagelijks doen aan biodiversiteit." Het beraad was het erover eens dat de overheden het vooral sámen met boeren aan de slag moeten. Carey: "Samen kijken wat werkt, zonder dictatoriale middelen."