We spreken over het boek met samenstellers Hans Rodenburg en Koen Bruning. 

Hans, het boek is een zoektocht naar ‘het einde aan de roofbouw op aarde en mens’. Wat valt op in de analyses?

“Wat steeds terugkomt is dat we met z'n allen de zeggenschap over de dingen die we waardevol vinden te veel uit handen hebben gegeven, te veel hebben laten opknippen in verhandelbaar privé-eigendom. Kapitalisme, als je kijkt naar de definitie, gaat echt over één ding, namelijk: wie is de eigenaar van de productiemiddelen. Elke stap die je zet naar meer gezamenlijke zeggenschap is een stap in de richting van postkapitalisme. Woonhuizen niet behandelen als beleggingsobject. De marktwerking uit de zorg halen, bibliotheken gratis maken. Het beter waarderen van vrijwilligers, dat is ook een postkapitalistische daad.

Die focus op zeggenschap zie je bijvoorbeeld in het eerste hoofdstuk van het boek, over het democratiseren van de buurteconomie. De analyse van de auteurs is superveelzijdig: ze vragen zich af hoe je voorkomt dat lokale bedrijfjes worden weggeconcurreerd door grote multinationals met distributiecentra die veel goedkoper zijn. Maar ze denken ook na over hoe je een buurt in de positie brengt dat deze zich kan verweren tegen een gemeente die focust op efficiëntie en die geen zin heeft in moeilijke eisen van burgers.”

Het idee van ‘postkapitalisme’, vinden mensen dat nog radicaal?

“Ik hoor vaak: ‘Fijn, eindelijk wordt er op links weer gepraat over kapitalisme en durven mensen het weer expliciet uit te spreken.’ Sinds de val van de Muur zijn linkse politici gestopt met het woord kapitalisme te gebruiken, terwijl de strijd tegen het doorgeslagen kapitalisme is waarvoor links is ontstaan. Zelfs de SP heeft het jarenlang alleen over neoliberalisme gehad, GroenLinks gebruikte ‘economisme’.

Maar doordat we het zo weinig benoemden is het ook een vanzelfsprekendheid geworden, en vinden mensen het nu spannend als je het kapitalisme in twijfel trekt. Mensen stellen het gelijk aan ondernemerschap, aan geld en zelfs aan democratie. Dat is het allemaal dus níét. Ik bedoel: Rusland is een kapitalistisch land. Saudi-Arabië is een kapitalistisch land.”

Portretfoto van Hans Rodenburg
Hans Rodenburg

Koen, jij schreef portretten van mensen die vastlopen in het huidige systeem, zoals Kristie Rongen, en een omwonende van Tata Steel. Waarom vond je dat zo belangrijk?

“Het moment waarop je het gaat hebben over kapitalismekritiek of over hoe het anders kan in dit land, dan moet je ook het vuur en de woede van het sociale geweld zien dat mensen is aangedaan. Zodat de materie opeens in een heel andere context komt te staan, namelijk van emotie en pijn.

Het heeft in de verbeeldingskracht zo ontbroken, ook bij de politieke instituties, en er is zo veel afstand ontstaan tot de mensen waar het beleid over gaat, dat het soms ook heel vruchtbaar kan zijn om op het meest basale niveau te laten zien wat de uiteindelijke consequenties zijn van beleid. Anders zet je ook niets in beweging. Bovendien is het kennis die je niet wilt uitvlakken. Kristie Rongen begrijpt door haar ervaringen heel goed dat een overheid die uitgekleed wordt informatie achterhoudt.”

Koen, kun je vertellen over een essay dat indruk maakte?

“Het stuk van Miriam Rasch gaat over automatisering. Ze combineert daarin twee onderwerpen: dat van autonomie en dat van het verzet tegen een digitale wereld, waarin snelheid en efficiëntie en zo veel mogelijk datavergaring over mensen centraal staan om nog meer winst kunnen maken. Hoe kan men binnen dat systeem autonomie vinden?

Ik heb haar boek gelezen nog voordat ik met de toeslagenouders ging spreken omdat Miriam heel sterk beschrijft hoe mensen zich voelen in een systeem waarin de cijfers meer macht krijgen dan mensen en de cijfers eigenaarschap krijgen over waar deze samenleving naartoe gaat, omdat beleidsmakers op basis van die cijfers belangrijke besluiten nemen. Miriam stelt zich voor hoe we op verschillende wijzen in onze samenleving vormen van vertraging kunnen gaan inbouwen, vormen van reflectie.”

Koen Bruning
Koen Bruning

Hans, jij bent al jaren met het onderwerp bezig. Zijn er essays die je blik hebben veranderd?

“Zeker. Laatst moest ik nog aan het essay van Louise Elffers denken over onderwijskapitalisme. Terwijl onderwijs typisch zoiets is waarvan je denkt: dat is een publieke sector, hoe is dit kapitalistisch? Maar Louise legt bloot hoe juist het onderwijs op dit moment is ingericht als motor van ons huidige kapitalisme, hoe niet de vrije ontwikkeling van kinderen maar vooral hun loopbaan centraal staat.

Toen ik laatst zocht naar een basisschool voor mijn zoon, had een van die scholen in de missie staan dat het kinderen zou opleiden om zich zelfstandig te redden in de samenleving en zich voor te bereiden op hun loopbaan. Ik moest daarbij gelijk aan het verhaal van Louise denken.”

Koen Haegens schrijft in het boek over de strijd die werknemers voeren met hun werkgevers om hun tijd: we zijn vaak overwerkt en houden geen uren over voor andere belangrijke dingen. Jullie hebben je voor dit boek helemaal over de kop gewerkt, toch?

Koen: “Ik probeer daar wel heel bewust mee om te gaan. Ik stond afgelopen zaterdag na de wedstrijd in de voetbalkantine achter de bar vrijwilligerswerk te doen. Dat is mijn tijdsbesef, ik merk dat ik dan aan de-automatiseren ben, want normaal gezien zou ik op een zaterdag ook veel lezen en schrijven. Na zo’n ontspannen dag kan ik weer op mijn manier bijdragen aan wat ik denk dat nuttig is in de samenleving. Je zou willen dat iedereen de tijd en ruimte gegund wordt om dat dat te doen. Want laten we hopen dat mensen in een postkapitalistische samenleving gepassioneerd blijven over wat ze doen en dat ze daar veel tijd in willen stoppen.”

Hans: “Ja, ook hier gaat het weer om eigenaarschap. In hoeverre ben je in staat om zelf te besluiten? Dat je de keuze hebt: ik vind dit vet en hiervoor wil ik overwerkt raken, haha. Zelf ben ik bijvoorbeeld weer van Twitter gegaan en heb ik de browser van mijn telefoon gehaald. Ik voelde gewoon zo’n enorme drang om daar dan ook overal een mening over te hebben en mee te doen, mijn profiel op te bouwen. Eigenlijk alsof ik mijn eigen bv’tje bestierde.”

“ Natuur kan zich herstellen wanneer je die anders behandelt. Dat geldt ook voor de mens ”

Het boek biedt veel concrete oplossingen. Stemt het optimistisch over de toekomst?

Koen: “Waar ik vaak hoop uit haal zijn de voorbeelden van hoe grond zich kan herstellen na periodes van destructie. Natuur kan zich herstellen wanneer je die anders behandelt. En dat geldt natuurlijk ook voor de mens. Dus ja, als je de zaak op een andere, socialere manier organiseert, wellicht dat je dan schadelijke patronen terug kan weten te dringen.”

Hans:We zijn het een beetje verleerd om als gemeenschap politiek te opereren. Dat je bijvoorbeeld als groep opeist: wij gaan de boomspiegels in de straat aanpakken en vergroenen of het buurthuis zelf organiseren. Maar ik heb wel vertrouwen dat als we dat met elkaar gaan doen en als de overheid daar achter gaat staan, dat het ook in één keer heel hard kan gaan en dat dat dat besef weer snel kan opbloeien.”
 

Hans Rodenburg, Noortje Thijssen & Koen Bruning (red.), Er is wél een alternatief. Postkapitalisme - een einde aan de roofbouw op aarde en mens, Ambo Anthos, 2023. 

Kijk terug: boeklancering

Op 20 september vond de presentatie van de bundel Er is wél een alternatief plaats in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. Je kunt het evenement hier terugkijken.

Video speelt af via YouTube Afspelen op YouTube