De doorrekening van het verkiezingsprogramma door het Centraal Planbureau leidt tot een disciplinering van de politiek, vagere verkiezingsprogramma’s en minder invloed van GroenLinks-leden op het programma. Dat is vooral goed te zien bij de eerste doorrekening van het GroenLinks-programma uit 1994.
Met interesse las ik het artikel ‘Stop het verval van het Nederlands’ van Annette de Groot. De Groot stelt op basis van een analyse van het debat over het wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid dat politieke partijen, waaronder GroenLinks, zich weinig bewust lijken te zijn van de ingrijpende gevolgen van onderwijsverengelsing voor onder meer de onderwijskwaliteit, de Nederlandse taalvaardigheid, de toegankelijkheid. Daarover een paar opmerkingen.
De toenemende verengelsing van het hoger onderwijs leidt tot verval van de Nederlandse taal- en uitdrukkingsvaardigheid onder studenten. Dit zal doorwerken in de sectoren waarin zij later aan het werk gaan en is daarmee een probleem voor de samenleving als geheel. De politiek – inclusief GroenLinks – doet onvoldoende om de verwaarlozing van het Nederlands een halt toe te roepen.
Juist nu we de kracht van de samenleving meer dan ooit nodig hebben, zijn we vergeten hoe we deze moeten benutten. Om de grote uitdagingen en spanningen van deze tijd aan te kunnen – klimaatverandering voorop – moeten we volop ruimte maken voor burgerkracht, het collectief, samenwerken en verbinding. Dat beperkt zich niet tot dat schattige burgerinitiatiefje in de wijk; het is een gedaantewisseling die zich op alle niveaus moet voltrekken.
Gedreven door koppig optimisme en dankzij collaboratieve diplomatie lukte Christiana Figueres in 2015 wat niemand voor mogelijk had gehouden: ze smeedde namens de VN het Klimaatakkoord van Parijs. Sindsdien reist ze de wereld rond om mensen ervan te doordringen dat iedereen een rol heeft te spelen in het beschermen van de aarde. “Klimaatverandering bestrijden geeft geen garantie op succes, maar niks doen is onacceptabel.”
Nederland staat aan de vooravond van de Groene Eeuw. Klimaatverandering en toenemende grondstoffenschaarste dwingen verregaande verduurzaming van onze economie af. De industrie speelt hierin een hoofdrol, als grootverbruiker van grondstoffen en verantwoordelijke voor het grootste aandeel van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. Welk overheidsbeleid versnelt de verduurzaming van de Nederlandse industrie?
Groen staal uit Zweden, windenergie uit Denemarken en een Batterij Alliantie van de EU. Voor het ontwikkelen van een groene industriepolitiek kan Nederland inspiratie opdoen dichtbij huis. Drie voorbeelden.
We hebben genoeg geld, maar we gebruiken het verkeerd. Dat is de belangrijkste constatering van Dirk Bezemer in Een land van kleine buffers. Het boek geeft een boeiende en soms ietwat technische inkijk in de werking van het financiële systeem en onze economie. Bezemer legt overtuigend uit wat daarbij de problemen zijn én welke kansen de coronacrisis biedt om deze op te lossen, en zo tot een beter werkende en duurzame economie te komen.