Als ik in de stad mensen zie lopen met in beide handen enorme tassen van de Primark, bekruipt mij een machteloze kwaadheid. In plaats van ze toe te schreeuwen: ‘doe dat nou níet’, loop ik gegeneerd verder. Ik voel me een anachronistische activist, die niet begrijpt dat er mensen zijn die iedere week iets nieuws willen kopen en dragen, als uitdrukking van onze vrijheid - bijna als mensenrecht. Zelfonderzoek leert dat ik nog gevormd ben door de gedachte dat kleding een gebruiksartikel is en geen verbruiksartikel.
De verleidelijke modewereld kent een paar onprettige bijkomstigheden. Zo is de textielindustrie een van de grootste vervuilers ter wereld. Enorme hoeveelheden goedkope kleren worden tegen hoge milieu- en ethische kosten geproduceerd. En dat met een snelheid die in nog geen vijftien jaar is verdubbeld. Het productiemodel, dat uitgaat van ’nemen, maken, weggooien’ is rijp voor een transformatie. Zijn we in 2049 klaar voor een circulaire textieleconomie?
Als bedrijven blijven investeren in het ontginnen van olievelden, kolencentrales of ontbossing, weten we zeker dat we de klimaatdoelen bij lange na niet gaan halen. Europese regels om duurzame investeringen af te dwingen, zijn dan ook hard nodig. Deze regels moeten niet alleen alle investeringen langs een duurzaamheidsmeetlat leggen, maar ook in kaart brengen met welke investeringen we direct moeten stoppen. Helaas staan gevestigde belangen echte maatregelen tot nu toe in de weg.
Het ideaal dat iedereen binnen Europa zou kunnen reizen, wonen en werken in gelijkwaardigheid, lijkt gepaard te gaan met een ‘race naar het afvoerputje’. Sectoren met tekorten (land- en tuinbouw, vleesindustrie, de bouw) halen veelal Oost-Europese arbeidsmigranten binnen. Ze belanden in Nederland in een schimmige industrie waar koppelbazen en uitzendbureaus de dienst uitmaken. Zowel Europeanen als niet-Europeanen betreden onze arbeidsmarkt; in het slechtste geval worden zij werknemers zonder de rechten, voorzieningen en minimumlonen die voor andere werkenden wel gelden. Wat is een fatsoenlijk minimum voor arbeidsmigranten? Welke rol speelt de Europese Unie daarin? Wat moet Nederland – als ontvangend land – beter op orde krijgen als zij gedetacheerde werknemers ontvangt?
Er is veel te doen over grote winsten voor de farmaceutische industrie, maar hoeveel verdienen dergelijke bedrijven nu eigenlijk? Hans Groen dook in de winst- en verliesrekening van een groot bedrijf uit de industrie.
Het Belgische metaalbedrijf Umicore veranderde van ernstige milieuvervuiler naar koploper in de duurzaamheidsranglijsten. Wat motiveerde het bedrijf hierbij? En wat kunnen de activiteiten van Umicore betekenen voor een toekomstige groene economie?
Dankzij de Europese ecodesignrichtlijn worden onze apparaten steeds energiezuiniger. Volgens dezelfde aanpak moet de verspilling van grondstoffen worden teruggedrongen. Eurocommissaris Timmermans moet zich over zijn weerzin tegen nieuwe regels heen zetten als hij echt een circulaire economie wil.
Missiegedreven innovatiebeleid is een relatief nieuwe en bovenal veelbelovende manier om grote maatschappelijke missies, zoals het vergroenen van de zware industrie, vorm te geven. Zowel Nederland als de Europese Commissie voeren missiegedreven innovatiebeleid. Dit hoofdstuk geeft een inleiding op de theorie van missiegedreven innovatiebeleid (waarin het werk van Mariana Mazzucato een belangrijke rol speelt) en beschrijft de sterke en zwakke punten. Het bespreekt en beoordeelt tevens de manier waarop Nederland vormgeeft aan zijn missiegedreven beleid: wat gaat goed en wat kan beter?
Evert Nieuwenhuis en Suzanne van den Eynden in gesprek met Heleen de Coninck en Marjan Minnesma over de zware industrie.
Industriebedrijven die samenwerken in plaats van concurreren, en een overheid die even doortastend de CO2-uitstoot te lijf gaat als de Covid-crisis. Met dergelijke zware ingrepen is een grotendeels groene basisindustrie mogelijk, stellen Marjan Minnesma en Heleen de Coninck.