Het huidige financieel-monetair systeem is structureel instabiel en valt ten prooi aan overregulering. Daarnaast werkt het duurzaamheidsambities zoals de energietransitie tegen. De opkomst van digitale technologieën als internet, blockchain, smart contracts en big data maken het mogelijk om het systeem fundamenteel anders in te richten. Een publiek digitaal geldstelsel vormt een antwoord op de belangrijkste problemen.
Neonicotinoïden zijn de meest giftige én de meest populaire insecticiden ter wereld. De grootschalige nevenschade van ‘neonics’ aan ons ecosysteem is echter jarenlang weggemoffeld door onder meer een verkeerde framing van dit landbouwgif en een intensieve lobby van producenten. Het recente EU-verbod op neonics is een belangrijke stap maar is nog niet voldoende om het tij te keren, betoogt Jeroen van der Sluijs, universitair hoofddocent nieuwe risico's in Utrecht en hoogleraar risicocontroversen in Bergen: “Landbouwgif is een gemaksmiddel geworden.”
De term ‘gentrificatie’ is niet meer weg te denken uit het Nederlandse stedenbouwkundig vocabulaire. De definitie, de opwaardering van oudere wijken door de komst van mensen uit de middenklasse met prijsopdrijving als gevolg, maakt direct het dilemma zichtbaar: moeten we gentrificatie nu omarmen of vermijden? Stadsgeograaf Cody Hochstenbach en voormalig wethouder Maarten van Poelgeest bogen zich op verzoek van de Helling over deze vraag. Grootste discussiepunt: hoe autonoom en daarmee onvermijdelijk is het proces van gentrificatie? Roerend over eens: gemeenten moeten meer kunnen doen tegen exorbitante huurprijzen.
Aan de hand van haar inmiddels wereldberoemde donutmodel pleit Oxford-econoom Kate Raworth voor een nieuwe manier van denken over groei: niet als doel op zich, maar als iets dat gebonden is aan de planetaire en welvaartsgrenzen. “Al zullen degenen die profiteren van het huidige systeem zich in eerste instantie natuurlijk verzetten.”
De komende weken komt De Helling met een reeks morele uitdagingen in economische crisistijd. Basis voor deze reeks is een toespraak die Theo Salemink op 30 januari 2014 gehouden heeft tijdens de conferentie ‘Weg uit de crisis!?’, een tweejaarlijkse bijeenkomst van kerken, humanisten en vakbeweging op het hoofdkantoor van het FNV in Amsterdam. De zesde morele uitdaging: behoud van de verzorgingsstaat.
Zijn pragmatisme en idealisme wel elkaars tegenpolen? Ideeënpartijen op zoek naar macht. Is dat een paradox? Zijn idealisme en pragmatisme onverenigbaar? Is dat altijd schipperen tussen twee uitersten? Dit is een permanent debat in GroenLinks. In de provincie Utrecht bijvoorbeeld, GroenLinks zit in het college met ChristenUnie, D66, VVD en CDA. Kan zij vanuit dit college haar linkse programma realiseren? Of moet ze teveel compromissen maken juist op groene onderwerpen als megastallen, natuur en verkeer?
Gaat uw kind spijbelen? Komt uw buurman in de schulden? Wordt uw buurt crimineler? Dankzij slimme algoritmen kan de overheid dit steeds vaker voorspellen voordat de leerplichtambtenaar of de schuldsanering daadwerkelijk aan de deur klopt. Hoewel door slimme algoritmen verzamelde data kunnen leiden tot het vroegtijdig opsporen van armoede of het veiliger maken van een stad, roept deze aanpak ook de nodige vragen op. Hoe houden we politiek grip op slimme algoritmen en zorgen we ervoor dat nieuwe technologieën ons ten goede komen? Zeven politieke lessen van Albert Meijer, hoogleraar Publieke Innovatie aan de Universiteit Utrecht.
De partijen waaruit GroenLinks is ontstaan (PPR, PSP, CPN en EVP) stonden allen links van de PvdA. Zelf heb ik steeds twijfels gehad of de CPN - autoritair ingericht als zij was met haar 'democratisch centralisme' – wel links mocht heten. Dat de CPN meedeed was voor mij reden om niet mee te gaan naar GroenLinks, en om lid te worden van de PvdA. Ik zag nog de gestaalde kaders van Fré Meis voor me, uit de tijd dat ik voor de PPR in de Tweede Kamer zat (1972-1975). Of de Moskou-gezindheid van Marcus Bakker, die Gortzak en de zijnen de partij uitwerkte, toen deze terecht de inval van de Sovjetunie in Hongarije (1968) bekritiseerden. Links en autoritair was voor PPR- en PSP-mensen onverenigbaar.