De afgelopen maanden spraken premier Rutte en minister Kaag hun collega’s bij de Wereldbank, de EU en de VN aan op de noodzaak om klimaatverandering aan te pakken. Zo riep minister Kaag, samen met onder andere ministers uit Duitsland en Frankrijk, in een ingezonden brief in The Guardian het IMF op tot het financieren van duurzaam herstel door vooral in te zetten op groene infrastructuur en koolstofarme economieën.
Het probleem: naar schatting 14.000 tot 15.000 Arnhemse huishoudens hebben te maken met een vorm van energie-armoede.
De doorrekening van het verkiezingsprogramma door het Centraal Planbureau leidt tot een disciplinering van de politiek, vagere verkiezingsprogramma’s en minder invloed van GroenLinks-leden op het programma. Dat is vooral goed te zien bij de eerste doorrekening van het GroenLinks-programma uit 1994.
Met interesse las ik het artikel ‘Stop het verval van het Nederlands’ van Annette de Groot. De Groot stelt op basis van een analyse van het debat over het wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid dat politieke partijen, waaronder GroenLinks, zich weinig bewust lijken te zijn van de ingrijpende gevolgen van onderwijsverengelsing voor onder meer de onderwijskwaliteit, de Nederlandse taalvaardigheid, de toegankelijkheid. Daarover een paar opmerkingen.
We hebben genoeg geld, maar we gebruiken het verkeerd. Dat is de belangrijkste constatering van Dirk Bezemer in Een land van kleine buffers. Het boek geeft een boeiende en soms ietwat technische inkijk in de werking van het financiële systeem en onze economie. Bezemer legt overtuigend uit wat daarbij de problemen zijn én welke kansen de coronacrisis biedt om deze op te lossen, en zo tot een beter werkende en duurzame economie te komen.
Het politieke landschap in landen als Nederland is volgens politicologen sinds 2002 te begrijpen in termen van twee dimensies: een economische die gaat over hoe we welvaart verdelen, en een culturele die gaat over integratie, immigratie, identiteit en de plek van de islam in onze samenleving. Vaak worden deze dimensies gezien als volledig van elkaar gescheiden: opvattingen over immigratie zouden geen voorspellers zijn van opvattingen over inkomensverdeling.
Het probleem: naar schatting 14.000 tot 35.000 inwoners van Utrecht kunnen hun rekeningen niet meer betalen. Een exact cijfer is niet te geven: slechts een beperkt deel van de mensen met schulden zoekt hulp en is dus in beeld bij de gemeente.
Hoe kan ons geldstelsel de overgang naar een duurzame samenleving ondersteunen in plaats van belemmeren, zoals nu het geval is? Onderzoek van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks laat zien dat hiervoor op korte termijn grondige hervormingen nodig zijn: van een Volksbank blijvend in publieke handen en minder kredietverlening tot meer investeringen in duurzame projecten met een onzeker rendement.
De doorrekeningen door het Centraal Planbureau van de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen geven een eenzijdig beeld van de werkelijkheid. Doordat het CPB alleen de financieel-economische gevolgen van voorgenomen beleid in kaart brengt, krijgt de kiezer geen informatie over de effecten van partijprogramma’s op welzijn en milieu.
Op 19 februari presenteerden wij ons nieuwe rapport: ‘Herziening van ons geldstelsel: naar een weerbaar en duurzaam monetair-financieel systeem’. In dit rapport doen we concrete aanbevelingen voor een monetair-financieel systeem dat duurzaamheid stimuleert in plaats van hindert.