Van klimaatmaatregelen tot vluchtelingenopvang: lokale veranderingen leiden niet alleen tot conflicten tussen overheid en burgers, maar ook tussen inwoners onderling – met alle gevolgen van dien voor de gemeenschap. Een gesprek is vaak lastig, en tegenstanders van veranderingen krijgen vaak ten onrechte het label ‘Nimby’ opgeplakt. Hoe kunnen lokale politici en beleidsmakers het beste omgaan met strijd in de gezamenlijke achtertuin?
De ambitieuze advocaat Roger Cox schreef geen boek, maar een pleitnota. Het onderzoek naar peak oil en klimaatverandering is inmiddels zo overtuigend dat de Nederlandse staat juridisch gehouden is de energievoorzieningen te verduurzamen.
Nederland kreeg vorig jaar een koekje van eigen deeg waarvan je wist dat het ging komen. Het Duitse energiebedrijf RWE en later ook het eveneens Duitse Uniper dienden miljardenclaims in tegen de Nederlandse overheid als compensatie voor het uitfaseren van energieopwekking door kolenstook.
Na aanhoudende protesten van de ‘gele hesjes’ tegen het verhogen van de brandstofprijzen organiseerde de Franse president Macron een burgerberaad. Ook in andere landen betrekken politici burgers via deze nieuwe vorm van deliberatieve democratie. Er zijn zelfs plannen voor een wereldwijd burgerberaad over klimaat. Wat heeft dit instrument lokale politici te bieden? De Helling sprak hierover met Eva Rovers, medeoprichter van Bureau Burgerberaad.
Waarheen met ons voedselsysteem? Deze vraag stond in de debatreeks ‘It’s the food, my friend’ centraal. Hebben de bezoekers aan het eind van de debatreeks een antwoord gekregen? Ja en nee. Is het debat dan wel nuttig geweest? Dat zeker, want het is nu tijd om beleid te gaan maken met de opgedane kennis..
De energietransitie is geen buffet waar iedereen het lekkerste gerecht van kan pakken. Om de klimaatdoelen te halen, is het héle buffet nodig: zon én wind, elektriciteit én warmte, uitstoot beperken én uitstoot onder de grond stoppen. Dit brengt lastige keuzes met zich mee, ook voor GroenLinks.
Overheden zouden met hun burgers moeten omgaan als met gezinsleden: mensen met wie je een langdurige relatie hebt en waarmee je in de toekomst vaker van mening zult verschillen. Dat betekent, zeker bij heikele kwesties als klimaatmaatregelen: práten, luisteren, meebewegen waar nodig en je eigen haast soms even opzij zetten. “Thuis hang je ook geen briefjes op als je iets van je huisgenoten gedaan wilt krijgen.”
Al een aantal jaar buitelen klimaatwetenschappers, sceptici en alarmisten over elkaar heen in wat 'het klimaatdebat' is gaan heten. Het debat is zowel gepolariseerd, verwetenschappelijkt als gepolitiseerd. Tijd voor een meer waardengeladen discussie over waarom we moeten vergroenen.
PvdA en GroenLinks zitten weldra samen in de oppositiebankjes. Kunnen ze gezamenlijk aanjagers worden van klimaatpolitiek? Robert-Jan Wille zocht het antwoord op die vraag in de artikelenbundel Rood-groene politiek voor de 21e eeuw van de sociaaldemocratische Wiardi Beckmanstichting. Die bundel bevat veel moois voor GroenLinksers, maar leert ook dat de sociaaldemocraten terugschrikken voor gedragsverandering, te ‘Haags’ denken en een tikkeltje technocratisch zijn.
Deze zomer beslist de International Commission on Stratigraphy of de wereld sinds de Industriële Revolutie een nieuw geologisch tijdperk binnengetreden is: het Antropoceen.