Het is moreel verdedigbaar om arbeidsmigranten van buiten de EU tijdelijk en onder strikte voorwaarden minder rechten te geven dan burgers in het gastland. Hierdoor zullen landen namelijk bereid zijn om méér arbeidsmigranten toe te laten, stelt migratiedeskundige Martin Ruhs. Want of we het nu leuk vinden of niet: aan veel rechten hangt een prijskaartje. “Als die prijs tijdelijk omlaag gaat, krijgen meer mensen de kans op een beter leven.”
In 1977 schreef de Politieke Partij Radikalen, de ‘vrolijk linkse’ voorloper van GroenLinks, in het verkiezingsprogramma: “Nederland kan geen immigratieland zijn”. De PPR was met name kritisch over arbeidsmigratie. Zeventien jaar later, in 1994, schreef GroenLinks: “Nederland ís al een immigratieland”. En in 2006 stelde de partij dat het gemakkelijker moest worden voor arbeidsmigranten om tijdelijk in Nederland te komen werken. Hoe is deze radicale verandering in het linkse denken over arbeidsmigratie te verklaren?
Beiden zijn zeer succesvolle politici in relatief onzichtbare instituties, beiden zetten zich met hart en ziel in voor een humaner asiel- en migratiebeleid, en beiden zwaaien de komende maanden af: Judith Sargentini als Europarlementariër en Tineke Strik als fractievoorzitter van GroenLinks in de Eerste Kamer. Alleen wacht Strik direct een nieuw politiek avontuur: ze volgt Sargentini op als nummer twee op de lijst voor het Europees Parlement. In het Amsterdamse filmtheater EYE blikken Strik en Sargentini op verzoek van de Helling terug én vooruit.
Wat is de invloed van migranten op de Nederlandse cultuur? Dat is het ambitieuze onderwerp van een vijfdelige serie waarvan onlangs het eerste deel verscheen.
De Nederlandse socioloog en migratieonderzoeker Ruud Koopmans heeft een reputatie als het gaat om grootschalige transnationale studies naar integratie. In 2015 publiceerde hij een onderzoek onder zesduizend Marokkaanse en Turkse moslims in zes Europese landen, waaronder Nederland. Conclusie: bijna de helft houdt er traditionele opvattingen op na die niet stroken met de westerse democratische waarden. Hij kreeg er lof voor, maar evenveel hoon.
Ondanks herhaalde oproepen van het Europees Parlement om de overbevolkte vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden (42.000 mensen op 6.000 plaatsen), te ontruimen en de kwetsbare asielzoekers over te dragen aan andere lidstaten, kregen slechts 1600 kinderen een veilige woonplek binnen de EU. De Nederlandse regering weigert categorisch om ook maar één kind over te nemen. Zelfs dit schamele aantal had echter direct tot gevolg dat lidstaten geen vluchtelingen uit Italië en Malta meer wilden opnemen. In reactie Malta sloot zijn haven en stuurde zelfs boten met migranten terug naar de Libische wateren, waar hen een verdrinkingsdood of vreselijke detentieomstandigheden in Libië wachtten. Afgelopen weekend zwichtte Malta dan toch voor aan het land brengen van 425 migranten, die al 40 dagen op zee dobberden, in steeds penibeler omstandigheden. Maar zelfs deze humanitaire crisis leverde niet één aanbod op uit Europa om asielzoekers over te nemen. Wat zegt deze onverschilligheid over de toekomst van een Europees asielbeleid?
Met enige regelmaat roept er een politicus dat Nederland minder immigranten moet toelaten. Meestal blijft onvermeld om welke immigranten het precies gaat. Ook blijven de gevolgen van een strikter immigratiebeleid onbesproken. Het verminderen van immigratie is binnen de huidige verdragen echter niet zomaar mogelijk. Bovendien heeft een aanscherping van het immigratiebeleid ingrijpende - en vaak negatieve - gevolgen.
Als je er eenmaal op gaat letten, zie je ze overal: grenzen. In de intermenselijke relaties speelt de grens een hoofdrol. Over iemands grenzen gaan (‘tot hier en niet verder’), of juist andermans grenzen respecteren; je eigen grenzen kennen of de grens opzoeken: het komt allemaal voor.
Dé euroscepsis bestaat niet: negatieve opvattingen over Europa variëren per lidstaat, afhankelijk van de nationale belangen. De EU zal een manier moeten vinden om met die verschillen om te gaan. De voortdurende focus op harmonisatie van Europees beleid werkt daarbij averechts: de EU is op een aantal beleidsterreinen gebaat bij een gedifferentieerde aanpak die per lidstaat verschilt.
In Nederland is sprake van een groot tekort aan geschikte woonruimte voor arbeidsmigranten. Deze situatie zorgt voor extra druk op de toch al krappe woningmarkt en biedt ruimte aan malafide uitzendbureaus en huisjesmelkers die arbeidsmigranten de hoofdprijs laten betalen voor onfatsoenlijke huisvesting.