Digitale technologie wordt behalve door bedrijven en overheden, ook door activisten gebruikt. De begin deze eeuw opgekomen Piratenpartijen zetten zich in voor openheid in het digitale domein. Ze verbinden hun digitale (eigen)wijsheid met een inzet voor directe invloed van burgers op de politieke besluitvorming. In IJsland heeft de Piratenpartij begin december de leiding gekregen bij de coalitievorming.
Het digitale geheugen wordt steeds omvangrijker en het internet vergeet of vergeeft niets. Deze aanslag op onze privacy beperkt de mogelijkheden om te experimenteren en zo onszelf te ontwikkelen. Dat schaadt uiteindelijk de gehele samenleving.
Zowel de energietransitie als digitalisering vragen om schaarse metalen. Dat leidt tot ethische vragen en geopolitieke risico’s. In de publicatie 'Metalen voor een Groen en Digitaal Europa' laat Wetenschappelijk Bureau GroenLinks zien hoe we kunnen komen tot een spaarzaam, circulair gebruik van metalen en een verantwoorde winning van de metaalertsen waar we echt niet buiten kunnen.
Of we dat nu willen of niet: ‘smart’ technologie is een belangrijk onderdeel geworden van ons leven. Nu de programma’s voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 worden opgesteld, is het daarom van belang dat gemeentes een visie en beleid op technologie ontwikkelen. Hoe verbinden we technologie met goed bestuur, met democratie, met participatie? GroenLinks Utrecht doet een voorzet. Rico Brouwer, de nummer drie van de Piratenpartij, reageert.
Technologische ontwikkelingen kunnen nieuwe kansen bieden om burgers invloed te geven op belangrijke keuzes van lokale overheden. De digitale burgerbegroting is daarvoor een effectieve methode, die in onder meer Parijs al succesvol is. Tot nu toe lopen Nederlandse gemeenten nog niet warm voor deze manier van inspraak. Een gemiste kans, betogen onderzoekers van het Rathenau Instituut.
Kan het nabootsen van een vulkaan extreme klimaatscenario’s voorkomen, of het ‘bemesten’ van de oceanen met ijzer? Sinds enkele jaren wordt er in wetenschappelijke kringen onderzoek gedaan naar en gediscussieerd over een nieuwe manier om met klimaatverandering om te gaan: klimaatengineering. Dit is het grootschalig en intentioneel ingrijpen in het klimaatsysteem om klimaatverandering tegen te gaan. Afhankelijk van welke technologie wordt toegepast, kan dit risico’s en dilemma’s met zich meebrengen. Het is tijd dat we hierover in Nederland het debat aangaan.
De politiek loopt achter de technologische feiten aan. Of dat erg is, daarover zijn politici het niet eens. Ideologische verschillen klinken door in het debat waarmee de conferentie Kan technologie ook links zijn? wordt afgesloten.
We moeten ons serieuze vragen te stellen over de manier waarop we nu en in de toekomst ons voedsel produceren. Gaan we door met genetisch gemanipuleerd voedsel en chemische middelen, of houden we op met dit spelen met ons eten?
Technologie is politiek. Dat geldt ook voor het gebruik van sensoren, big data, algoritmen, digitale platforms, apps en robots in zogenaamde smart cities. Slimme technologie biedt kansen om de levenskwaliteit in steden te verhogen, hun ecologische voetafdruk te verkleinen en nieuwe vormen van gemeengoed te scheppen, maar brengt ook risico’s met zich mee voor persoonlijke vrijheden en sociale rechtvaardigheid. Nieuwe technologie vereist publiek debat en democratische sturing.
De aftocht van de anonieme simkaart, angst voor versleuteling, het nieuwe voorstel voor de bewaarplicht en het computercriminaliteitsvoorstel: zeker sinds de recente aanslagen in Europa staat het verbeteren van de opsporing en vervolging van criminaliteit hoog op de Nederlandse politieke agenda. Daarmee komt de privacy van de persoonlijke levenssfeer in onze maatschappij steeds meer onder druk te staan.