Wie teveel verdient voor een sociale huurwoning en te weinig voor een koophuis, heeft het zwaar op de woningmarkt. Speculanten hebben massaal woningen gekocht om deze tegen woekerprijzen te verhuren aan mensen met een middeninkomen. Vier oplossingen om de ruimte voor speculanten te beperken en huren weer aantrekkelijk en betaalbaar te maken.
De transitie naar duurzaam bouwen biedt kansen om ook de sociale cohesie in stedelijke gebieden te versterken, stelt Daan Zandbelt, Rijksadviseur voor de Fysieke leefomgeving. “Steden moeten meer gaan lijken op de Victory Boogie Woogie van Mondriaan: met infrastructuur als verbinder in plaats van als scheidslijn.”
Een koopwoning is altijd een goede investering en maakt ons betere mensen. Huurregulering drijft de prijzen op en bij een welvarende samenleving hoort nu eenmaal een grote koopsector. Deze en andere veelgehoorde mythes over wonen, gebaseerd op een rotsvast geloof in marktwerking, hebben bijgedragen aan een huisvestingsbeleid dat bijzonder vriendelijk is voor kopers en dat veel huurders in de problemen brengt. Tijd om deze mythes door te prikken en huurders evenveel kansen en ruimte te geven als kopers.
De term ‘gentrificatie’ is niet meer weg te denken uit het Nederlandse stedenbouwkundig vocabulaire. De definitie, de opwaardering van oudere wijken door de komst van mensen uit de middenklasse met prijsopdrijving als gevolg, maakt direct het dilemma zichtbaar: moeten we gentrificatie nu omarmen of vermijden? Stadsgeograaf Cody Hochstenbach en voormalig wethouder Maarten van Poelgeest bogen zich op verzoek van de Helling over deze vraag. Grootste discussiepunt: hoe autonoom en daarmee onvermijdelijk is het proces van gentrificatie? Roerend over eens: gemeenten moeten meer kunnen doen tegen exorbitante huurprijzen.
Het is maar goed dat niet alle uitspraken van Richard Sennett uitkomen. In 2001 liet de inmiddels 76-jarige socioloog weten dat er waarschijnlijk nog één boek in hem zou zitten met als onderwerp de ‘sociologie van het optreden’ (sociology of performing). Dat boek heeft het levenslicht nog niet gezien, maar zes ander boeken inmiddels wel, waaronder het vorig jaar uitgekomen ‘Stadsleven, een visie op de metropool van de toekomst’ (oorspronkelijke titel: Building and Dwelling: Ethics for the City).
De bouwsector staat voor een enorme opgave. Tussen nu en 2025 zijn er in de wereld een miljard nieuwe huizen nodig. Tegelijk heeft de bouwsector een enorme impact op het milieu – in Nederland alleen al is de bouw verantwoordelijk voor 50 procent van het grondstoffenverbruik, 40 procent van het totale energieverbruik, 30 procent van het waterverbruik en 35 procent van de CO2-uitstoot.2 Die twee feiten samen laten maar één conclusie toe: dit is niet houdbaar.
Plannen om de gebouwde omgeving in een vlot tempo van het aardgas af te halen, komen de laatste tijd zowel vanuit klimaatsceptische hoek als vanuit de hoek van klimaatactivisten onder vuur te liggen. Hierdoor dreigt stilstand bij het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Dat zou slecht zijn voor een voortvarende aanpak van de klimaatnoodtoestand, want een goede maatregel nu bespaart meer CO2 dan een perfecte maatregel die we pas over tien jaar nemen.
De voortdurend stijgende huizenprijzen zijn in de eerste plaats een politieke kwestie. De steeds hogere huizenprijzen zetten de toegankelijkheid van de woningmarkt onder druk en vergroten ongelijkheid, waarvan een aantal partijen disproportioneel profiteert. Vooral banken varen hier wel bij.
De bouw moet in 2050 omgevormd zijn tot een circulair werkende sector. Wat betekent dit voor de architectuur? Volgens architect Jos de Krieger van het Rotterdamse Superuse Studios vraagt dit een fundamenteel andere manier van denken en ontwerpen. Het architectenbureau experimenteert volop met tools om hergebruik van materialen mogelijk te maken. Een blik op de toekomst van de architectuur in tekst en beeld.
Het kost twee keer zoveel energie om de materialen te maken waarmee we een huis bouwen dan om die woning te verwarmen. Toch focust de overheid zich alleen op isoleren als middel om energie te besparen tijdens het wonen. Op deze manier blijft de vermindering van de CO2-uitstoot in de bouw beperkt en zal Nederland het doel van 49 procent reductie in 2030 nooit halen. De oplossing is simpel: gebruik biobased isolatiematerialen.