Ondanks herhaalde oproepen van het Europees Parlement om de overbevolkte vluchtelingenkampen op de Griekse eilanden (42.000 mensen op 6.000 plaatsen), te ontruimen en de kwetsbare asielzoekers over te dragen aan andere lidstaten, kregen slechts 1600 kinderen een veilige woonplek binnen de EU. De Nederlandse regering weigert categorisch om ook maar één kind over te nemen. Zelfs dit schamele aantal had echter direct tot gevolg dat lidstaten geen vluchtelingen uit Italië en Malta meer wilden opnemen. In reactie Malta sloot zijn haven en stuurde zelfs boten met migranten terug naar de Libische wateren, waar hen een verdrinkingsdood of vreselijke detentieomstandigheden in Libië wachtten. Afgelopen weekend zwichtte Malta dan toch voor aan het land brengen van 425 migranten, die al 40 dagen op zee dobberden, in steeds penibeler omstandigheden. Maar zelfs deze humanitaire crisis leverde niet één aanbod op uit Europa om asielzoekers over te nemen. Wat zegt deze onverschilligheid over de toekomst van een Europees asielbeleid?
In Nederland kampen veel sectoren – zelfs met het vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie (EU) – met een structureel tekort aan personeel. Het gaat hier niet alleen om hooggeschoolde banen in de informatietechnologie en de financiële sector, maar juist ook om praktisch geschoold werk in bijvoorbeeld de landbouw-, schoonmaak- of logistieke sector. Hoewel er buiten de EU genoeg mensen zijn die dit werk willen doen, is het voor derdelanders (mensen van buiten de EU, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland) moeilijk om een werk-vergunning te krijgen. Het gevolg: personeelstekorten aan de ene kant en on-gereguleerde migratie en kansarme asielaanvragen aan de andere kant.
Met enige regelmaat roept er een politicus dat Nederland minder immigranten moet toelaten. Meestal blijft onvermeld om welke immigranten het precies gaat. Ook blijven de gevolgen van een strikter immigratiebeleid onbesproken. Het verminderen van immigratie is binnen de huidige verdragen echter niet zomaar mogelijk. Bovendien heeft een aanscherping van het immigratiebeleid ingrijpende - en vaak negatieve - gevolgen.
De Parlementaire pers is een en al lof over Paul Rosenmöller. De man is slim en scherp in het debat en weet een aansprekende mix te vinden van principiële standpunten en haalbare compromissen. In de interviews die hem de afgelopen maanden afgenomen werden, lag de nadruk op de dag van vandaag en die van gisteren, en dan wel speciaal de perceptie daarvan rond het Binnenhof. De Helling was vooral benieuwd naar de opvattingen van Paul Rosenmöller over GroenLinks zèlf. Wat zijn volgens hem de belangrijkste problemen, uitdagingen en dilemma’s waarmee de vijf jaar geleden ontstane partij te maken heeft, zou moeten hebben of zal krijgen?
In tijdschrift de Helling reageert bijzonder hoogleraar Menno Fenger op het concept van de Parallelle Arbeidsmarkt (P-markt): een voorstel om werk te bieden aan mensen die door beperkingen of omstandigheden, of door gebrek aan beschikbare banen, niet of nauwelijks toegang hebben tot een reguliere baan. In plaats van een uitkering ontvangen mensen op de P-markt een salaris ter hoogte van maximaal het minimuminkomen. Fenger zet enkele kanttekeningen bij het concept die mijns inziens niet helemaal recht doen aan het model.
Anno 2017 heerst een brede politieke consensus dat technologische innovatie gestimuleerd dient te worden, maar over wat die innovatie vervolgens met de samenleving doet, of kan doen, blijft het overwegend stil. Technologische innovaties dienen niet automatisch linkse kernwaarden als gelijkheid, zelfbeschikking en het delen van macht – integendeel. Het wordt tijd dat GroenLinks een pro-actieve politieke agenda voor technologische innovatie formuleert. Wat kunnen de uitgangspunten voor zo’n politieke agenda zijn?