Het Antropoceen vraagt om een groene tegenbeweging die er naar streeft mensen weer controle te geven over hun leefomgeving. GroenLinks kan hier een unieke vertaling aan geven als zij zich laat inspireren door het ecologisme, stelt Jasper Blom, politiek-econoom aan de Universiteit van Amsterdam en oud-directeur van Bureau de Helling.
Het Tijdperk van de Mens (Antropoceen) vraagt om een politiek van lange adem, op alle niveaus. Sommige vraagstukken zijn complex, sommige oplossingen zijn niet leuk om te horen. Juist daarom is het gesprek over hoe we willen dat onze toekomst eruitziet zo belangrijk. De politiek heeft de verantwoordelijk om de burgers hier beter bij te betrekken, vindt Philipp Pattberg, hoogleraar transnationaal milieubeleid aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Volgens Richard Heinberg stuiten we binnenkort op de grenzen van de groei. De economie zoals we die kennen zal ingrijpend veranderen. Moeten we straks weer ons eigen voedsel gaan verbouwen?
Klimaatverandering en ongelijkheid staan niet los van elkaar, stelt Ingrid Robeyns, hoogleraar filosofie en ethiek aan de Universiteit Utrecht. De gedragsverandering richting ecologisch duurzame levensstijlen kan alleen plaatsvinden als ook de sociaaleconomische ongelijkheid wordt aangepakt.
Juni 2016: de Britten verbazen vriend en vijand door in een referendum – met krappe meerderheid – te stemmen voor een vertrek uit de Europese Unie. Terwijl in Groot-Brittannië de kruitdampen neerdalen, ontvouwt zich een dubieuze politiek in Turkije, zijn de Verenigde Staten in de greep van de meest bizarre presidentskandidaat ooit, en is in Frankrijk al maanden de noodtoestand in werking. Om het nog gekker te maken, ligt het voorstel ter tafel om het Antropoceen, het geologische tijdperk van de mens, uit te roepen: ook moeder Aarde ontkomt niet aan onze krachten en kwinkslagen. Deze ‘zware’ opsomming signaleert echter eerder een politiek probleem dan een existentiële zaak. Aan de hand van de ‘Brexit’ en een ‘duurzaamheidsverkenning’ uit 2004 bekijk ik hoe de Groenen het politieke debat een constructieve draai kunnen geven en in de nieuwe politiek voorop kunnen gaan lopen.
Welke rol speelt het individu bij het tegengaan van klimaatverandering? Die vraag besprak Petra van der Kooij, oud-medewerker van Wetenschappelijk Bureau GroenLinks, met dertien experts en pioniers: van een filosoof tot een permaculturist, van een directeur van een groot distributiebedrijf in biologische groente en fruit tot een klimaatstaker.
De onbewoonbare aarde van David Wallace-Wells trok meteen mijn aandacht. Al bladerend zag ik beschrijvingen van het complexe klimaatsysteem, de vele gevolgen van klimaatverandering en hoe verschillend daarmee wordt omgegaan door politici, burgers en wetenschappers. Het dankwoord geeft aan dat vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers advies gegeven hebben bij het schrijven van het boek. Het gaf de indruk van een urgent boek dat de effecten van klimaatverandering feitelijk beschrijft en ook een goed handelingsperspectief verschaft.
In tegenstelling tot Jason Hickel, auteur van het boek 'Less is More', zien de auteurs van de bundel 'Meer' juist toekomst in méér groei, consumptie en globalisering. Hoewel deze invalshoek waardevolle inzichten oplevert, is het jammer dat sommige auteurs als kleuters achter hun modernistisch geloof in vooruitgang aanhollen.
Niemand kan meer ontkennen dat we in de ‘ruïnes’ van het kapitalisme leven, stelt de Franse filosoof Bruno Latour. Een politiek aanbod dat past bij deze mentaliteitsverandering moet echter nog volgen. De groene partijen zijn volgens Latour bij uitstek geschikt om dat aanbod te leveren – mits ze de juiste vragen gaan stellen.
De ster van Timothy Morton is rijzende: onlangs noemde The Guardian hem ‘de filosoof-profeet van het Antropoceen’. Ook in Nederland wordt zijn werk opgepikt: de huidige Denker des Vaderlands René ten Bos verwijst regelmatig naar hem en dit jaar verschenen Nederlandse vertalingen van Dark Ecology(Duistere ecologie, 2016) en zijn nieuwste boek Being Ecological (Ecologisch wezen, 2018).