In zijn bespreking van de transitiebeweging plakt Dick Pels ouderwetse en negatieve etiketten op. Wat hij als zwakheden beschouwt, zijn juist bronnen van kracht van een nieuwe prepolitieke beweging in tijden van sociaal-ecologische crisis.
Europa heeft zojuist verkiezingen achter de rug die werden gekenmerkt door een lage opkomst, en grote winst voor populistische partijen die van anti-Europese retoriek en voorstellen hun handelsmerk hebben gemaakt, vooral in Frankrijk en Engeland. Het zal voor het eerst zijn dat binnen het Europees Parlement anti-Europese stemmen veel zeggenschap zullen krijgen. De middenpartijen, die nog steeds veruit in de meerderheid zijn, en de media, zijn echter vaak zuinig over Europa: Europa waar het moet, natiestaten ‘zelf’ waar het kan, en liefst weer meer nationale soevereiniteit.
Net als in 1914, net voor de start van de Eerste Wereldoorlog, lijkt het spook van het nationalisme door Europa te waren. Waar in 1914 natiestaten bewust de confrontatie zochten, daar lijkt in 2014 het Europese project te lijden onder een verlangen naar de soevereine natiestaat. Bureau de Helling organiseerde 11 mei samen met Oikos en de Green European Journal een debat en twee exposities in Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond, over de toekomst van Europa in het licht van het nationalisme tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Twaalf jaar was Harm Assies (1952) wethouder voor GroenLinks in Tynaarlo. Een gemeente vol “aardig gebekte mensen” tussen Assen en Groningen. Goedgebekt is Assies zelf zeker. Nog voor de eerste vraag gesteld is steekt hij zelf al van wal. “Als je altijd in het slijk getrapt wordt, ga je je ook slijk voelen."
Participeren moet je kunnen, en niet iedereen kan dat. Kort door de bocht is dat de kern van de kritiek op het door de Koning geschetste perspectief van de participatiesamenleving. De sociaal doe-het-zelvers voorzien echter in een perspectief waarin de kwetsbaren wel kansen krijgen.
Links weet zich geen raad meer met religie. De kameraadschap tussen links en het oecumenische christendom is vergeten, orthodoxie en fundamentalisme worden met elkaar verward, met als gevolg dat GroenLinks uiterst vatbaar is voor populistische beelden van islam en religie.
Veel partijen willen de defensiebegroting verhogen. Maar waar zetten we de krijgsmacht voor in? De verkiezingscampagne moet ook gaan over de rechtvaardige vrede na de strijd. Geen humanitaire interventie mag plaatsvinden zonder uitgewerkt plan voor vredesopbouw, schrijft Ted van Baarda.(1)
Het Nationaal Energieakkoord uit 2013 is niet meer dan een eerste stap naar een duurzame energievoorziening. Hoe ziet een structurele aanpak van de energietransitie eruit? De wetenschappelijke bureaus van zes partijen laten hierover hun licht schijnen in de essaybundel Energietransitie: politiek robuust, die op 22 september werd aangeboden aan Ed Nijpels, de voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord.
Toen olie nog tien dollar per vat kostte en klimaatverandering niet bestond, was ik al geobsedeerd door energieverbruik. Maar niet uit ideële overwegingen. Het kwam door een digitale teller in de auto. De teller gaf het actuele brandstofverbruik weer en de voortdurend verspringende oranje pixels fascineerden mij als klein ventje op eenzelfde manier als Tetris dat deed. Toen ik merkte dat de pixels dramatisch versprongen en het brandstofverbruik halveerden als we vlak achter een vrachtwagen gingen rijden, eiste ik dat we alleen nog maar achter vrachtwagens zouden rijden. Niet zo veilig, maar je reed dan al gauw 1 op 20.
De financiële crisis woekert nog immer voort, inmiddels vooral als soevereine schuldencrisis in de Europese periferie. Tegelijk is het debat de afgelopen jaren verengt tot de overheidsbegroting: blijven we onder de 3% en hoe slecht was het beleid in de crisislanden in de periferie van de Eurozone wel niet. Daarmee verliezen we de fundamentele oorzaken van de huidige economische misère uit het oog, en wordt de schuld te eenzijdig bij overheden gelegd.