Participeren moet je kunnen, en niet iedereen kan dat. Kort door de bocht is dat de kern van de kritiek op het door de Koning geschetste perspectief van de participatiesamenleving. De sociaal doe-het-zelvers voorzien echter in een perspectief waarin de kwetsbaren wel kansen krijgen.
Links weet zich geen raad meer met religie. De kameraadschap tussen links en het oecumenische christendom is vergeten, orthodoxie en fundamentalisme worden met elkaar verward, met als gevolg dat GroenLinks uiterst vatbaar is voor populistische beelden van islam en religie.
Veel partijen willen de defensiebegroting verhogen. Maar waar zetten we de krijgsmacht voor in? De verkiezingscampagne moet ook gaan over de rechtvaardige vrede na de strijd. Geen humanitaire interventie mag plaatsvinden zonder uitgewerkt plan voor vredesopbouw, schrijft Ted van Baarda.(1)
Het Nationaal Energieakkoord uit 2013 is niet meer dan een eerste stap naar een duurzame energievoorziening. Hoe ziet een structurele aanpak van de energietransitie eruit? De wetenschappelijke bureaus van zes partijen laten hierover hun licht schijnen in de essaybundel Energietransitie: politiek robuust, die op 22 september werd aangeboden aan Ed Nijpels, de voorzitter van de Borgingscommissie van het Energieakkoord.
Toen olie nog tien dollar per vat kostte en klimaatverandering niet bestond, was ik al geobsedeerd door energieverbruik. Maar niet uit ideële overwegingen. Het kwam door een digitale teller in de auto. De teller gaf het actuele brandstofverbruik weer en de voortdurend verspringende oranje pixels fascineerden mij als klein ventje op eenzelfde manier als Tetris dat deed. Toen ik merkte dat de pixels dramatisch versprongen en het brandstofverbruik halveerden als we vlak achter een vrachtwagen gingen rijden, eiste ik dat we alleen nog maar achter vrachtwagens zouden rijden. Niet zo veilig, maar je reed dan al gauw 1 op 20.
De financiële crisis woekert nog immer voort, inmiddels vooral als soevereine schuldencrisis in de Europese periferie. Tegelijk is het debat de afgelopen jaren verengt tot de overheidsbegroting: blijven we onder de 3% en hoe slecht was het beleid in de crisislanden in de periferie van de Eurozone wel niet. Daarmee verliezen we de fundamentele oorzaken van de huidige economische misère uit het oog, en wordt de schuld te eenzijdig bij overheden gelegd.
Wat heeft het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks bezield om een boek te maken waarin de vrijheid wordt bejubeld? Die vraag stelden Tsjalling Swierstra en Evelien Tonkens in een recensie van het boek Vrijheid als ideaal (Snels, 2005; Swierstra en Tonkens, 2005). Kort na de publicatie van Vrijheid als ideaal verscheen Vrijheid verplicht, met een concluderend hoofdstuk van Swierstra en Tonkens (Hurenkamp en Kremer, 2005). Het is meteen duidelijk dat beide boeken een verschillende inzet hebben.
Je kunt de jaren '60 als een afgesloten periode neerzetten waarin conservatieve bolwerken werden gesloopt. Echter, dit decennium van 'oplopende ongehoorzaamheid' kan ook beschouwd worden als een aanzet tot verder- en diepergaande politieke protesten in de jaren '70.
“Marx wordt vaak afgerekend op wat hij niet wist, maar we moeten kijken naar wat hij te bieden heeft. Hij was econoom, socioloog, politicoloog, historicus, filosoof en wetenschapsfilosoof. Hij was echt een omnipotent genie en blijft voor talloze vraagstukken relevant”, aldus politiek econoom Angela Wigger.
Het Europese beschavingsideaal staat voor de oneindige zoektocht naar een meer vredelievende, zachtaardige, ontspannen, minder gevaarlijke maatschappij: een maatschappij waarin mensen niet langer bang zijn voor elkaar, voor hun instituties, of voor zichzelf.