Mensen in de bijstand hebben dagelijks te maken met negatieve stereotyperingen, discriminatie en een onpersoonlijke bejegening die leidt tot gevoelens van schaamte. De verplichte tegenprestatie helpt hen daarnaast niet om sneller aan betaald werk te komen. We moeten toe naar een ander bijstandsbeleid dat gebaseerd is op realisme, zekerheid, wederkerigheid en inspraak.
Jonge mensen ontspringen de dans bij corona, maar betalen wel de prijs voor de coronacrisis en de klimaatcrisis. De tieners en twintigers van nu worden opgezadeld met de gevolgen. Ze zijn de generatie die opgroeien zonder basisbeurs en zijn hoge studieleningen aangegaan. Veel verloren hun bijbaan in coronatijd en het is de vraag of ze na de crisis zo weer aan het werk kunnen. Na beroepsopleiding of studie wacht hen geen vaste baan en op de oververhitte woningmarkt een betaalbaar dak boven je hoofd vinden is een beproeving. Tegelijkertijd zijn jongeren veerkrachtig en inventief. Als we welvaart eerlijk willen verdelen, een toekomst willen waarin duurzaamheid voorop staat en waarin starters volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving: welke voorstellen helpen jongeren en twintigers vooruit? Wat moet er nu gebeuren? Wat zijn de dilemma’s als er keuzes gemaakt moeten worden?
In tijdschrift de Helling reageert bijzonder hoogleraar Menno Fenger op het concept van de Parallelle Arbeidsmarkt (P-markt): een voorstel om werk te bieden aan mensen die door beperkingen of omstandigheden, of door gebrek aan beschikbare banen, niet of nauwelijks toegang hebben tot een reguliere baan. In plaats van een uitkering ontvangen mensen op de P-markt een salaris ter hoogte van maximaal het minimuminkomen. Fenger zet enkele kanttekeningen bij het concept die mijns inziens niet helemaal recht doen aan het model.
We moeten succesvol beleid afmeten aan ‘brede welvaart’ in plaats van economische groei. Het boek 'Kwetsbare welvaart' voorziet dit brede welvaartsbegrip van historische diepte.
Helemaal aan het eind van zijn recente boek vertelt Lodewijk Asscher een ontroerend persoonlijk verhaal. Toen hij acht jaar oud was, woonde hij het huwelijk bij van een achternicht. Zij trouwde met een jood uit Canada en het huwelijk werd voltrokken in de synagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam. De kleine Lodewijk droeg voor de gelegenheid de blauw-witte keppel van de Haagse Liberaal Joodse Gemeente. Hij begreep niet zoveel van alle gezangen en gebeden, maar wat de rabbijn vanaf de kansel zei, zou hij nooit meer vergeten. De rabbijn zei dat hij blij was dat dit geen gemengd huwelijk was. Want joden die kozen voor een gemengd huwelijk ondermijnden het joodse volk en geloof en maakten daarmee het werk van Hitler af. Lodewijk voelde zijn vader verstijven. Zijn moeder, die van huis uit katholiek was, deed alsof ze niets gehoord had. “Op de terugweg naar huis was de lucht helderblauw. Ik zat met mijn zusjes achterin. Voorin de auto zaten twee mensen die zelf bepaalden hoe ze hun leven leidden. Mijn ouders. Geen mens die ze dwong ooit nog naar die, of enige andere, rabbijn te luisteren.” (Zie pagina 192.)
Er is binnen GroenLinks een kleine, maar fanatieke groep aanhangers van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Bij een vorig partijcongres scheelde het niet veel of ze hadden het basisinkomen in het verkiezingsprogramma opgenomen gekregen. Ik schrijf dit stuk uit bezorgdheid omdat ik de indruk krijg dat sommigen in hun bekeringsijver de weg zijn kwijtgeraakt.
Veel mensen voelen weerzin bij het idee dat alleenstaande tachtigplussers gezelschap krijgen van zorgrobots. Maar weerspiegelt die weerzin niet eerder onze angst voor de ouderdom dan een afwijzing van technologische innovaties? Het debat over technologie en zorg tijdens de conferentie Kan technologie ook links zijn? in de Eerste Kamer levert prikkelende vragen op, maar ook duidelijke antwoorden. De deelnemers zijn het erover eens dat patiënten en werknemers een zware stem toekomt bij de ontwikkeling van technologie voor de zorgsector.
De voorstanders van een onvoorwaardelijk basisinkomen roeren zich flink in de media en ook binnen GroenLinks. Als GroenLinks-econoom wil ik betogen dat het veel effectiever en rechtvaardiger is om inkomensondersteuning alleen aan behoeftige groepen te geven. Daarom bepleit ik geen onvoorwaardelijk maar een voorwaardelijk basisinkomen, waarmee voor iedereen een bestaansminimum wordt gegarandeerd.
GroenLinksers zijn betrokken op sociaal en groen terrein en op het gebied van tolerantie. Anti-discriminatie was de grondtoon van het congres op 13 juni. De moties van klimaatwerkgroep Delta kregen brede steun. En de stemmen voor de moties van de Denktank Basisinkomen gingen richting unanimiteit. In dit artikel helpt Denktank-secretaris Carin Hereijgers keuzes te onderbouwen voor het verkiezingsprogramma van GroenLinks.
Hoe richten we de samenleving zo in dat ze minder vatbaar is voor volgende crises? Die vraag doemt op nu de grote economische, sociale en geopolitieke gevolgen van de coronacrisis zich steeds duidelijker manifesteren. Negen aanbevelingen voor een meer veerkrachtige samenleving.