Ik heb mijn eerste AOW te pakken en tot mijn verbazing deed me dat toch iets. Het gaf me niet zozeer een gevoel van ‘oud zijn’, maar juist van trots. Ik heb het toch maar mooi gehaald, dacht ik, toen ik naar het eerste bankafschrift keek waar de Sociale Verzekeringsbank op prijkte als afzender. 66 jaar en vier maanden. Daags na het ontvangen van mijn eerste AOW werd die leeftijd voor twee jaar gestold in het Pensioenakkoord. Een verstandige maatregel.
Ieder mens heeft recht op zinvol werk met een fatsoenlijke beloning. Dat is het uitgangspunt van ons pleidooi voor een baangarantie voor iedereen in de vorm van een basisbaan. Dit voorstel is een alternatief voor het veelgehoorde idee om iedere burger een basisinkomen te garanderen.
Mensen in de bijstand hebben dagelijks te maken met negatieve stereotyperingen, discriminatie en een onpersoonlijke bejegening die leidt tot gevoelens van schaamte. De verplichte tegenprestatie helpt hen daarnaast niet om sneller aan betaald werk te komen. We moeten toe naar een ander bijstandsbeleid dat gebaseerd is op realisme, zekerheid, wederkerigheid en inspraak.
Volgens de degrowthbeweging is een wereldeconomie die minder grondstoffen en energie gebruikt, ecologische grenzen respecteert en toch floreert, absoluut mogelijk. Om dit te bereiken moeten we volgens antropoloog Jason Hickel wat we hebben eerlijk met elkaar delen, onze economie niet tegen maar in balans met de natuur inrichten, en bovenal onze obsessie met economische groei overboord gooien.
De economische groei van Nederland zal de komende periode naar alle waarschijnlijkheid afvlakken. En dat is voor werkzoekenden en specifiek de doelgroep van de Participatiewet zeer zorgelijk. De evaluatie van de Participatiewet door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) laat niet alleen zien dat het effect van de wet door zijn opzet buitengewoon gering is.
Technologie wordt vaak gezien als dé oplossing voor het toenemende personeelstekort in de zorg. Het risico bestaat daarbij dat technologie een doel op zich wordt, en andere aspecten van zorg zoals menselijk contact naar de achtergrond verdwijnen. Zorg wordt pas slim wanneer technologie persoonlijke aandacht versterkt in plaats van vervangt.
Jonge mensen ontspringen de dans bij corona, maar betalen wel de prijs voor de coronacrisis en de klimaatcrisis. De tieners en twintigers van nu worden opgezadeld met de gevolgen. Ze zijn de generatie die opgroeien zonder basisbeurs en zijn hoge studieleningen aangegaan. Veel verloren hun bijbaan in coronatijd en het is de vraag of ze na de crisis zo weer aan het werk kunnen. Na beroepsopleiding of studie wacht hen geen vaste baan en op de oververhitte woningmarkt een betaalbaar dak boven je hoofd vinden is een beproeving. Tegelijkertijd zijn jongeren veerkrachtig en inventief. Als we welvaart eerlijk willen verdelen, een toekomst willen waarin duurzaamheid voorop staat en waarin starters volwaardig kunnen meedraaien in de samenleving: welke voorstellen helpen jongeren en twintigers vooruit? Wat moet er nu gebeuren? Wat zijn de dilemma’s als er keuzes gemaakt moeten worden?
Het ideaal dat iedereen binnen Europa zou kunnen reizen, wonen en werken in gelijkwaardigheid, lijkt gepaard te gaan met een ‘race naar het afvoerputje’. Sectoren met tekorten (land- en tuinbouw, vleesindustrie, de bouw) halen veelal Oost-Europese arbeidsmigranten binnen. Ze belanden in Nederland in een schimmige industrie waar koppelbazen en uitzendbureaus de dienst uitmaken. Zowel Europeanen als niet-Europeanen betreden onze arbeidsmarkt; in het slechtste geval worden zij werknemers zonder de rechten, voorzieningen en minimumlonen die voor andere werkenden wel gelden. Wat is een fatsoenlijk minimum voor arbeidsmigranten? Welke rol speelt de Europese Unie daarin? Wat moet Nederland – als ontvangend land – beter op orde krijgen als zij gedetacheerde werknemers ontvangt?
In Nederland zijn – zelfs met het vrij verkeer van werknemers binnen de EU – een groot aantal sectoren die kampen met een structureel tekort aan personeel. Het gaat hier niet alleen om hooggeschoold werk maar ook om praktisch geschoold werk en banen met weinig instroomeisen (denk aan heftruckchauffeurs, schoonmakers en aspergestekers). Als gevolg van de energietransitie zal de vraag naar praktisch geschoold personeel de komende jaren enkel groeien. In 2018 berekende de SER dat het klimaatakkoord zorgt voor 42.000-78.000 nieuwe voltijdsbanen (terwijl in de fossiele sector maar 6.000-11.000 banen verdwijnen). Er zijn buiten de EU genoeg mensen die dit werk willen doen. Toch is het voor deze groep op dit moment moeilijk om een directe werkvergunning te krijgen.
In Nederland kampen veel sectoren – zelfs met het vrij verkeer van werknemers binnen de Europese Unie (EU) – met een structureel tekort aan personeel. Het gaat hier niet alleen om hooggeschoolde banen in de informatietechnologie en de financiële sector, maar juist ook om praktisch geschoold werk in bijvoorbeeld de landbouw-, schoonmaak- of logistieke sector. Hoewel er buiten de EU genoeg mensen zijn die dit werk willen doen, is het voor derdelanders (mensen van buiten de EU, Noorwegen, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland) moeilijk om een werk-vergunning te krijgen. Het gevolg: personeelstekorten aan de ene kant en on-gereguleerde migratie en kansarme asielaanvragen aan de andere kant.