In tijdschrift de Helling reageert bijzonder hoogleraar Menno Fenger op het concept van de Parallelle Arbeidsmarkt (P-markt): een voorstel om werk te bieden aan mensen die door beperkingen of omstandigheden, of door gebrek aan beschikbare banen, niet of nauwelijks toegang hebben tot een reguliere baan. In plaats van een uitkering ontvangen mensen op de P-markt een salaris ter hoogte van maximaal het minimuminkomen. Fenger zet enkele kanttekeningen bij het concept die mijns inziens niet helemaal recht doen aan het model.
De uitgangspunten ‘werk geeft zekerheid’ en ‘werk moet lonen’ moeten voor alle werkenden gelden, maar in de coronacrisis bleek dat delen van de arbeidsmarkt ‘omwaaiden’. Ook al proberen commissies zaken te veranderen het tij is lastig te keren. Onmachtig is de overheid niet. GroenLinks ziet de overheid als een speler op de arbeidsmarkt: als opdrachtgever en werkgever van alle diensten die samen de publieke sector vormen. Wat kan de overheid doen om de balans te herstellen? Welk sociaal vangnet moet er komen voor zzp’ers en andere groepen zelfstandigen? Welke onderdelen van de arbeidsmarkt zijn toe aan een make-over? Welke keuzes maakt GroenLinks hierin vanuit eigen idealen?
Niet iedereen begrijpt waarom er arbeidsmigranten worden toegelaten terwijl er in Nederland mensen zijn die niet of minder dan fulltime werken. Voor ons staat voorop dat arbeidsmigratie nooit een excuus mag zijn om onvoldoende te investeren in mensen die al in Nederland zijn en (meer) willen en kunnen werken. Nederlanders én nieuwkomers moeten door middel van een actief arbeidsmarktbeleid maximaal worden ondersteund in hun zoektocht naar werk.
De meeste Nederlandse gezinnen zijn ‘anderhalfverdieners’, waarbij doorgaans de man fulltime werkt en de vrouw een deeltijdbaan heeft. GroenLinks moedigt deeltijdwerken aan – voor mannen én vrouwen. Maar de manier waarop mensen in staat gesteld worden om werk en gezin te combineren, kan brede, onbedoelde effecten hebben - tot het immigratiebeleid aan toe.
De kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter in ons land. Een groot deel van de bedrijfswinsten gaat naar de aandeelhouders en komt niet bij de medewerkers terecht. Medewerkers delen vaak niet in de winst die zijzelf hebben gecreëerd. De belangrijkste oorzaak hiervan is de verschuivende machtsbalans binnen bedrijven.
Mijn vader zei het al toen hij in de jaren 90 van de vorige eeuw met pensioen ging in het onderwijs: “Hoe meer vrouwelijke collegae ik kreeg, des te lager werd het salaris voor een docent, ten opzichte van andere beroepen.”
Wetenschappelijk Bureau GroenLinks publiceerde recent (30-10-2020) het onderzoek ‘Migratie die werkt: naar een rechtvaardig en menswaardig arbeidsmigratiebeleid’. Het rapport bevat een gedegen analyse van misstanden in de omgang met arbeidsmigranten. Ik ben het van harte eens met de voorgestelde maatregelen om het lot van migranten te verbeteren. Maar ik heb problemen met de in het rapport voorgestelde “selectieve verruiming” van arbeidsimmigratie voor laag betaalde “derdelanders” (van buiten de EU). Daarmee geeft het rapport (onbedoeld) toe aan de lobby van werkgevers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze zombie-bedrijven moeten het hebben van uitbuiting via minimumlonen, gedwongen winkelnering (werkgevers als huisjesmelkers) of flexibele inhuur via malafide bureaus. Dit soort toestanden functioneert bij de gratie van een ruim aanbod aan werkwilligen.
Zes gemeenten in Nederland hebben toestemming van het Rijk gekregen om een meerjarig experiment te houden met een ‘alternatieve vorm van bijstand’, voor een beperkte groep deelnemers. In sommige gemeenten was de eerste insteek een lokaal basisinkomen. Inmiddels zijn de experimenten afgerond en de resultaten bekend. Kunnen we er iets van leren, en zo ja: wat dan?
Door het hoge aantal coronabesmettingen onder arbeidsmigranten staat arbeidsmigratie de afgelopen maanden volop in de belangstelling. Dit valt toe te juichen. De eerste aanbevelingen van het ‘Aanjaagteam bescherming arbeidsmigranten’ stemmen hoopvol. Zal er dan eindelijk iets worden gedaan om de kwetsbare positie van arbeidsmigranten te verbeteren?
Ook onze oosterburen worstelen met de gevolgen van een liberale prostitutiewet. Sekswerk zou een 'ganz normale Dienstleistung' worden. Maar vrouwen kopen en verkopen is niet normaal.