De verleidelijke modewereld kent een paar onprettige bijkomstigheden. Zo is de textielindustrie een van de grootste vervuilers ter wereld. Enorme hoeveelheden goedkope kleren worden tegen hoge milieu- en ethische kosten geproduceerd. En dat met een snelheid die in nog geen vijftien jaar is verdubbeld. Het productiemodel, dat uitgaat van ’nemen, maken, weggooien’ is rijp voor een transformatie. Zijn we in 2049 klaar voor een circulaire textieleconomie?
Als bedrijven blijven investeren in het ontginnen van olievelden, kolencentrales of ontbossing, weten we zeker dat we de klimaatdoelen bij lange na niet gaan halen. Europese regels om duurzame investeringen af te dwingen, zijn dan ook hard nodig. Deze regels moeten niet alleen alle investeringen langs een duurzaamheidsmeetlat leggen, maar ook in kaart brengen met welke investeringen we direct moeten stoppen. Helaas staan gevestigde belangen echte maatregelen tot nu toe in de weg.
Wittere wolken, spiegels in de ruimte, kunstmatig aangelegde bossen, fabrieken die CO2 uit de lucht trekken. Technieken om het klimaat te manipuleren en daarmee klimaatschade te beperken, winnen aan populariteit maar roepen tal van politieke vragen op. Want wie bepaalt of, hoe en waar de mens mag sleutelen aan het klimaat? En wie is verantwoordelijk voor de gevolgen?
Zonder een actief investerende overheid gaan we de huidige problemen niet oplossen, of het nou om de klimaatcrisis, groeiende ongelijkheid of de energietransitie gaat. Dat zegt Mariana Mazzucato, gevierd econoom en adviseur van zo’n beetje iedere politicus die ertoe doet.
Zo snel als lava stroomt. Zo zou je het natuurlijke tempo van klimaatverandering kunnen omschrijven. Vanaf de laatste ijstijd nam in ruim 7.000 jaar de CO2-concentratie in de lucht toe van 190 naar ruim 260 deeltjes per miljoen (ppm, parts per million).
Wat doe je als hoofdredacteur van de Helling wanneer een belangrijke, maar niet al te eenvoudig te begrijpen Franse klimaatfilosoof Nederland aandoet?
De onbewoonbare aarde van David Wallace-Wells trok meteen mijn aandacht. Al bladerend zag ik beschrijvingen van het complexe klimaatsysteem, de vele gevolgen van klimaatverandering en hoe verschillend daarmee wordt omgegaan door politici, burgers en wetenschappers. Het dankwoord geeft aan dat vooraanstaande Amerikaanse wetenschappers advies gegeven hebben bij het schrijven van het boek. Het gaf de indruk van een urgent boek dat de effecten van klimaatverandering feitelijk beschrijft en ook een goed handelingsperspectief verschaft.
In tegenstelling tot Jason Hickel, auteur van het boek 'Less is More', zien de auteurs van de bundel 'Meer' juist toekomst in méér groei, consumptie en globalisering. Hoewel deze invalshoek waardevolle inzichten oplevert, is het jammer dat sommige auteurs als kleuters achter hun modernistisch geloof in vooruitgang aanhollen.
Als het aan het Amsterdamse stadsbestuur ligt, komen auto’s die rijden op benzine en diesel vanaf 2030 de stad niet meer in. Het plan van het bestuur klinkt radicaal en daadkrachtig, maar zal zonder een positieve maatschappijvisie en slimme transitiestrategie vooral weerstand oproepen en verzanden in kleine stapjes. Niet het verbeteren van het bestaande en het formuleren van oplossingen – zoals het Amsterdamse plan – moeten uitgangspunt zijn van duurzame transitie, maar in het geval van vervoer een inclusief, leuker, schoner en minder ruimte vragend stedelijk mobiliteitssysteem. Een pleidooi voor een transformatieve politiek met scherpe eisen, ongemakkelijke keuzes en expliciete beloften.
Niemand kan meer ontkennen dat we in de ‘ruïnes’ van het kapitalisme leven, stelt de Franse filosoof Bruno Latour. Een politiek aanbod dat past bij deze mentaliteitsverandering moet echter nog volgen. De groene partijen zijn volgens Latour bij uitstek geschikt om dat aanbod te leveren – mits ze de juiste vragen gaan stellen.