De partijen waaruit GroenLinks is ontstaan (PPR, PSP, CPN en EVP) stonden allen links van de PvdA. Zelf heb ik steeds twijfels gehad of de CPN - autoritair ingericht als zij was met haar 'democratisch centralisme' – wel links mocht heten. Dat de CPN meedeed was voor mij reden om niet mee te gaan naar GroenLinks, en om lid te worden van de PvdA. Ik zag nog de gestaalde kaders van Fré Meis voor me, uit de tijd dat ik voor de PPR in de Tweede Kamer zat (1972-1975). Of de Moskou-gezindheid van Marcus Bakker, die Gortzak en de zijnen de partij uitwerkte, toen deze terecht de inval van de Sovjetunie in Hongarije (1968) bekritiseerden. Links en autoritair was voor PPR- en PSP-mensen onverenigbaar.
In een tijd waarin de kritiek op Europa alleen maar lijkt toe te nemen, getuigt het van moed als een partij voor meer Europa durft te kiezen. GroenLinks is zo'n partij (zie hier). Dat is moedig, maar past het ook bij GroenLinks?
Niet alles in de wereld draait om vrijheid, aldus Paul Kalma. De omarming door links van het liberalisme miskent de overeenkomsten die links heeft met het christelijke-sociale denken en het sociaal-conservatisme.
De Parlementaire pers is een en al lof over Paul Rosenmöller. De man is slim en scherp in het debat en weet een aansprekende mix te vinden van principiële standpunten en haalbare compromissen. In de interviews die hem de afgelopen maanden afgenomen werden, lag de nadruk op de dag van vandaag en die van gisteren, en dan wel speciaal de perceptie daarvan rond het Binnenhof. De Helling was vooral benieuwd naar de opvattingen van Paul Rosenmöller over GroenLinks zèlf. Wat zijn volgens hem de belangrijkste problemen, uitdagingen en dilemma’s waarmee de vijf jaar geleden ontstane partij te maken heeft, zou moeten hebben of zal krijgen?
Technologie is noch een natuurkracht, noch een serviele dienaar van de mens. Technologie is een vorm van macht, die we gedeeltelijk naar onze hand kunnen zetten. Technologie kan dus ook links zijn. Maar dat vereist dat links een ‘dikke ethiek’ durft te ontwikkelen, een visie op het goede leven, aldus hoogleraar techniekfilosofie Tsjalling Swierstra.
De uitgangspunten ‘werk geeft zekerheid’ en ‘werk moet lonen’ moeten voor alle werkenden gelden, maar in de coronacrisis bleek dat delen van de arbeidsmarkt ‘omwaaiden’. Ook al proberen commissies zaken te veranderen het tij is lastig te keren. Onmachtig is de overheid niet. GroenLinks ziet de overheid als een speler op de arbeidsmarkt: als opdrachtgever en werkgever van alle diensten die samen de publieke sector vormen. Wat kan de overheid doen om de balans te herstellen? Welk sociaal vangnet moet er komen voor zzp’ers en andere groepen zelfstandigen? Welke onderdelen van de arbeidsmarkt zijn toe aan een make-over? Welke keuzes maakt GroenLinks hierin vanuit eigen idealen?
De voorstanders van een onvoorwaardelijk basisinkomen roeren zich flink in de media en ook binnen GroenLinks. Als GroenLinks-econoom wil ik betogen dat het veel effectiever en rechtvaardiger is om inkomensondersteuning alleen aan behoeftige groepen te geven. Daarom bepleit ik geen onvoorwaardelijk maar een voorwaardelijk basisinkomen, waarmee voor iedereen een bestaansminimum wordt gegarandeerd.
De financiële sector verstikt de reële economie en koloniseert de toekomst. Daar zou GroenLinks zijn pijlen op moeten richten.
GroenLinksers zijn betrokken op sociaal en groen terrein en op het gebied van tolerantie. Anti-discriminatie was de grondtoon van het congres op 13 juni. De moties van klimaatwerkgroep Delta kregen brede steun. En de stemmen voor de moties van de Denktank Basisinkomen gingen richting unanimiteit. In dit artikel helpt Denktank-secretaris Carin Hereijgers keuzes te onderbouwen voor het verkiezingsprogramma van GroenLinks.
Verhalen over kunstmatige intelligentie en robots suggereren dat we in een tijd van ongekende technologische vooruitgang leven. Kunstmatige intelligentie en robots gaan zorgen voor een ongekende technologische vooruitgang, met alle gevolgen van dien voor werknemers. Er zou sprake zijn van een ‘Second Machine Age’ waarin ‘Industry 4.0’ een ware productiviteitsrevolutie gaat ontketenen. Zo beweerden de economen Carl Frey en Michael Osborne in een veelbesproken studie van 2013 dat niet minder dan 47 procent van alle werknemers in de VS in de gevarenzone zit omdat hun werk door intelligente technologie kan worden overgenomen.