Tunesië spant zich, in de nasleep van de Arabische Lente, in om een moderne democratie te worden met een volwaardig gemeentelijk model. Daarbij laat het land zich inspireren en informeren door de Nederlandse democratische traditie. Herman Meijer was in Tunesië uitgenodigd als kenner en doet bij terugkomst verslag.
Het begrip burgerschap speelt al eeuwenlang een sleutelrol in de (veranderlijke) relatie tussen burger en de staat en tussen burgers onderling. Ook de afgelopen twintig jaar ligt het concept burgerschap op de lippen van politici en wetenschappers. Maar door processen zoals globalisering en individualisering zijn de banden tussen natie, burgerschap en cultuur losser geworden. Een overzicht van de evolutie in burgerschapsvisies en een pleidooi voor creatief en reflectief burgerschap.
Van oudsher zijn steden economische centra. Maar als gevolg van de globalisering is er een fundamentele verandering gaande in de manier waarop het geld wordt verdiend in de stad. Dat wordt steeds meer zichtbaar en voelbaar voor de stedelingen. Als de stad een pretpark voor toeristen wordt, een vehikel om geld te verdienen, waar is dan nog ruimte voor de bewoners? In het vorige nummer toonde kunstenaar Bart Stuart zijn beelden van verstedelijkend China. Over zijn visie op Amsterdam gaat het volgende gesprek.
Als we onze economie fundamenteel willen veranderen, is sturen op ‘welzijn’ of ‘brede welvaart’ niet genoeg. Een echt andere economie vereist een andere ethiek. Wij pleiten voor een ethiek van zorgzaamheid, voortbouwend op het feministisch economisch gedachtegoed. Alleen dan kunnen we het kapitalisme actief uit ons hoofd en onze instituties bannen.
In december kreeg ik een mail van de stichting Onkruit vergaat niet. Of ik wilde meewerken aan een film over de antimilitaristische acties zoals totaalweigeren en acties van Onkruit in de vorige eeuw. Ik was vanaf 1981 Tweede Kamerlid voor de PSP en heb dat in die periode allemaal meegemaakt.
Het stuk van Rodenbrug en Maatoug is prijzenswaardig maar hun voorstellen raken nog te weinig aan de fundamenten van het kapitalisme. Wat daarvoor nodig is, is onder andere de erkenning dat de basis van de economie niet de markt is en evenmin de staat, maar de gemeenschapseconomie.
De aanzet van Maatoug en Rodenburg is een terechte oproep om gezamenlijkheid en verbondenheid centraal te stellen in ons denken en doen. Er liggen nog heel veel mogelijkheden om deze waarden dieper in onze samenleving te verankeren.
Met hun discussiestuk Voorbij het Economisme hebben projectleider Hans Rodenburg en Tweede Kamerlid Senna Maatoug een stevige aanzet gegeven voor een discussie over hoe GroenLinks zich de komende jaren als partij op economisch terrein wil profileren. Op sommige punten doen de auteurs echter wel erg grote uitspraken en dreigen zij de nuance te verliezen. Daarnaast zijn er nog belangrijke stappen te zetten in de concrete uitwerking.
Ik ben heel blij met het initiatief van Senna en Hans om te komen tot een nieuw GroenLinks-perspectief op de economie. De vijf genoemde uitgangspunten lijken me een goede basis. Wel heb ik vier punten die wat mij betreft scherper kunnen.
De keuzes die het Kabinet de komende tijd zal maken over de besteding van miljarden aan (geleend) kapitaal zal de contouren van onze economie voor een lange periode gaan bepalen. Effectief oppositie voeren is nodig, om te voorkomen dat we nog ver voorbij deze regeerperiode onszelf vastzetten een neoliberaal systeem.